Beste vriendinnen, beiden 73 jaar uit Mechelen. Frieda V. (links) speelt al jaren djembé en Frieda A. (rechts) is ondervoorzitter Solidaris Antwerpen
Praat niet over ons, maar praat met ons
Waarom hebben jullie zich ingeschreven voor de fotoshoot?
Frieda V.: “Ik zag dat en dacht dat ziet er plezant uit. Ik heb dat ooit eens met mijn familie gedaan, met mijn man en 2 kinderen. En dan heb ik gezocht naar iemand om mee te gaan en kwam ik uit bij Frieda en nog een vriendin. Maar die is in Frankrijk nu en is er dus niet bij. Frieda en ik zijn jeugdvriendinnen en wonen nog steeds in elkaars buurt. We zien elkaar met vlagen. Soms een hele tijd niet, en dan weer vaker.”
Frieda A.: “En soms zeggen we, om de maand moeten we zeker iets afspreken, en dan begint dat efkes maar dan valt dat toch weer stil. En dan is het weer elke week, zoals de laatste tijd.” (lacht)
Met de vrienden van mijn zoon sta ik nog mee rond te springen op Parkpop of Maanrock
Binnen deze shoot focussen we op leeftijdsdiscriminatie. Zijn jullie daar ooit al mee geconfronteerd, of iemand in jullie omgeving?
Frieda V.: “Ik heb nog nergens ondervonden dat ze me raar bekeken hebben omwille van mijn leeftijd.”
Frieda A.: “Maar uw karakter laat dat ook niet toe.”
Frieda V.: “Ook al zijn die 18 of 20, met de vrienden van mijn zoon sta ik nog mee rond te wippen op Parkpop of Maanrock of whatever. Dat ze dikwijls zeggen “zeg moeder”.”
Frieda A.: “Ik heb daar nu wel mee te maken, maar dat is om een andere reden. Ik ben lid van ESO, de Europese Senioren-organisatie. Daar doen wij niets anders dan teksten schrijven over ageing en ageisme. Nu zijn we weer bezig met een tekst omdat Europa van plan is om te zeggen dat je maar tot 70 jaar met de auto mag rijden. Wij rijden vandaag allebei met de auto. We zijn volop aan het mobiliseren om dit ongedaan te maken. Wij vinden ook allebei van onszelf dat we nog goed rijden.” (lacht)
Frieda V.: “Met extra proeven te doen dan? Om te zien of je de regels nog kent en rap genoeg reageert enzo?”
Frieda A.: “Met die camion dat was iets anders hé? Als we naar hier kwamen was er een camion en die deed de zotste maneuvers. En dat zijn dan jonge gasten hé.”
Dus zouden ze zulke proeven beter voor alle leeftijden inrichten?
Frieda A.: “Ja, en niet alleen naar ons toe. We zijn nu ook bezig rond banken. De eerste 6 maand van 2024 is Belgie voorzitter van de Europese commissie en proberen alle partijen zoveel mogelijk amendementen in te dienen in de hoop dat er toch iets zou ondersteund worden. Wij zijn bezig rond banken omdat we vinden dat mensen die al oud zijn, eigenlijk niet goed om kunnen met al die e-commerce. De banken doen daar weinig aan, ook de weinig ATM toestellen die er zijn. Daarom zijn we samen met het kabinet van Delmagne teksten aan het maken daarrond. Das wel heel belangrijk, want 96 % van de mensen in Europa heeft een aansluiting op internet, maar slechts 50 % kan er gebruik van maken, de anderen kunnen het gewoon niet. Dus je moet niet focussen op die 96 %. Ook de afbouw van de service van de banken naar de mensen … ik weet niet dat we er iets gaan kunnen aan doen. Maar als je geen lawaai maakt, dan komt er niks van hé.”
Senioren worden ook vaak stereotiep afgebeeld in de media, hoe kijken jullie daarnaar?
Frieda V.: “Vooral in de kinderboeken van vroeger zie je dat. De oma met haar dotje, breinaalden, dat is toch wel meer gedaan.”
Frieda A.: “Ik vind eigenlijk dat het nog wel meevalt de laatste tijd.”
Frieda V.: “Ook in de blaadjes van S-Plus nemen ze altijd foto’s met mannen en vrouwen die er heel goed uit zien, met schmink, haar mooi gedaan. En niet van die ouwe mensen zoals vroeger. Dat is denk ik ook om aan de jeugd te laten zien van kijk, die zijn 70, 75 of zelfs 80 maar je zou het er niet aan geven. Die zijn nog dynamisch. Het hangt er natuurlijk ook van af hoe de lichamelijke toestand is want je kan er wel goed uitzien, maar als de carrosserie niet meer mee wil, dan zijt ge gezien.”
In de kinderboeken van vroeger werd een oma afgebeeld met een dotje en breinaalden. Dat is nu toch wel minder
Ik wil het even hebben over de djembé. Hoe lang speel je dit al?
Frieda V.: “Dat moet ondertussen 24 jaar zijn denk ik. Dat was 1 keer per week een les. De laatste jaren is het wel intensiever geworden, want ja, je krijgt dan een niveau hoger en nog hoger en hoger en op de duur zaten we dan echt bij Babara Bangour, misschien zegt die naam jullie niets, maar die is echt wereldberoemd, die reist de hele wereld rond om les te geven. En daar hadden wij het geluk om al jaren aan het stuk ook aan ons les te geven. Ik ben wel sinds een jaar moeten afhaken omdat mijn handen en gewrichten last geven en ik voel echt als ik op dat intensief niveau meespeel dat ik ’s anderendaags moet boeten en dat ik bijna geen tas koffie meer kan vasthouden. Ik ga nog wel naar de les, maar een andere les, en ik speel dan mee op mijn dijen en memoriseer alles. En dan kan ik thuis oefenen, en als het ooit eens terug beter gaat kan ik zo direct inspringen.”
Hoe ben je daarmee begonnen?
Frieda V.: “Ik wilde een instrument spelen, liefst met slagwerk, omdat ik dat echt fantastisch vind. Ook die grote pauken achteraan een orkest vind ik fantastisch. Maar die djembéles begon dan in Mechelen, het is ook een instrument waar je geen noten moet voor kennen, je moet wel veel memoriseren qua ritmes maar noten heb je niet nodig. Dat is wat me over de streep trok, plus dat het heel plezant is. We noemen het de djembéfamilie. We hebben ook optredens gedaan en vanalles. De laatste tijd heel veel, ik sta dan meer aan de kant omdat ik alles niet kan meedoen. Maar ook feestjes, buurtfeesten, proclamaties, langs veldlopen, vanalles hebben we al gespeeld.”
Ik zag dat u ook een tattoo heeft?
Frieda V: “Dat is een feniks. Dat is een mythische vogel die uit zijn as verrijst na verbranding. Ik heb toch al veel bakken strond over mijn hoofd gehad, ik ben daar altijd goed uit recht gekrabbeld en heb altijd voortgedaan. Ik vond die wel toepasselijk voor mij. Op mijn enkel is er ook één, dat is gewoon iets wat ik mooi vond. Het is mijn eerste tattoo. Het is een lijntekening van Picasso. Die staat er 6-7 jaar. De feniks heb ik nog maar 2 jaar.”
Ik speel al 24 jaar djembé, maar door last aan mijn handen en gewrichten kan ik intensief niet meer meespelen. Ik ga wel nog naar de les en speel mee op mijn dijen en memoriseer alles
Er is een ander vooroordeel dat senioren soms weinig verdraagzaam zijn naar andere culturen of naar jongeren. Hoe is dat vanuit jullie ervaring?
Frieda A.: “Naar jonge mensen toe, ik heb 7 kleinkinderen, Frieda heeft er 2. Ik denk dat we wel tolerant genoeg zijn voor ons kleinkinderen. Ze komen ook regelmatig langs.”
Frieda V.: “Ik heb 1 dag in de week, als ze klein waren was het de hele dinsdag, maar nu is het als de school gedaan is. En als ze ziek zijn komen ze, als het kermis is..
Ik heb ook 36 jaar in het onderwijs gedaan, in het lager. Dan zit je wel wat in de kindermodus.”
En met andere culturen? Misschien via de djembéles?
Frieda V: “In de les eigenlijk niet maar ik heb les gehad van Afrikaanse leraars in het verleden.”
Frieda A.: “Ik heb geen problemen met andere culturen.”
Frieda V.: “In mijn straat wonen ook Turken, Marokkanen en zwarten. Ze maken wel veel lawaai, als ze in de zomer ’s avonds buiten zitten, amai. Maar het zijn heel vriendelijke mensen, en altijd zwaaien van ver enzo.”
Frieda A.: “Ik ken er een paar die op leeftijd zijn en dat wel hebben, maar dat zijn mensen die nogal rechts gezind zijn. Binnen ons eigen groepje eigenlijk niet. Trouwens, ik vind als je ouder wordt dat je toleranter wordt. Ik word toleranter met ouder worden. Ik kan alles meer relativeren en zeggen zo erg zal het wel niet zijn. Want je hebt ervaringen. Ik had vroeger een diensthoofd en die liet alles liggen. Tegen het einde van de maand was dat altijd opgelost door iemand anders.”
Frieda V.: “Als je ouder wordt ontwikkel je meer een je m’en foutisme, ik ga er me niet druk in maken.”
Frieda A.: “Want hoeveel goeie jaren gaan we nog hebben? 10, 15? En dan is het gedaan hé.”
Frieda V.: “Als je daar begint over na te denken dat is niet plezant.”
Frieda A.: “Dus maken we er het beste van. Zitten kniezen, dat doen we ook niet.”
Is dat de levenservaring waardoor je zegt ‘het komt allemaal wel goed, ik moet me er niet druk in maken’?
Frieda A.: “I’ve been there, I’ve seen it.”
Frieda V.: “Is het niet bij uzelf dan is het bij iemand anders.”
Frieda A.: “Dikwijls vinden ze iets nieuws uit, maar heb je dat al wel eens voorgehad. Zeker in de sociale wetgeving is dat zo. Ik ben maatschappelijk assistent van opleiding. Wij keken vaak naar Nederland, en alles wat in Nederland veranderde, dat was veel beter. Dat werd dan hier ook toegepast. Maar tegen dat dat hier werd toegepast, werd het in Nederland afgeschaft. Het was dan blijkbaar toch niet zo goed. Dat gebeurt dikwijls zo.”
Frieda V.: “Best is om eerst de kat wat uit de boom te kijken.”
Met het ouder worden, wordt je ook toleranter. Je kan meer relativeren door de ervaring, we maken er het beste van; zitten kniezen, dat doen we niet
Een ander vooroordeel is dat senioren te oud zijn om nieuwe dingen te leren of om bij te leren. Hoe staan jullie daar tegenover?
Frieda A.: “Dat is voor mij niet waar, ik probeer alles.”
Frieda V.: “Ik probeer ook wel, ik ga niet zeggen dat ik achterloop want dat is verre van zo, ik trek mijn plan met mail, sms, bankieren, met al wat ge wilt. Maar zo bvb foto’s klasseren in een map, of zo wat meer structuur aanbrengen ...”
Frieda A.: “Op scherm? Nee, dat kan ik ook niet.”
Frieda V.: “Ze geven wel van de mutualiteit 1 woensdagnamiddag in de maand, om wat bij te leren.”
Frieda A.: “Een woensdagnamiddag? Daar houden ze nu nooit eens rekening mee, ik heb altijd mijn kleinkinderen. Ik kan daar nooit naartoe gaan.”
Frieda V.: “Daar kan je dan wat bijbenen. Maar je zit daar dan met een aantal, ik heb een specifiek probleem. In hoever gaat dat aan bod komen, stoort dat dan de anderen niet? En dat houdt mij wel wat tegen.”
Frieda A.: “Maar voor de rest zijn we wel met alles mee denk ik. Ik zal een stom voorbeeld geven. Ik heb 7 kleinkinderen en daar zitten er een paar bij in de apenjaren. Eén van mijn kleinzonen is nu aan het vapen. Mijn dochter heeft dat niet graag. Ik ben niet belerend, dat is mijn opdracht niet. Ik had zijn kamer opgeruimd en zei tegen hem ‘ben je nu aan het roken, vapen’. ‘Ja’, zei hij, ‘heb jij vroeger gerookt?’ Ik zei ‘Ja, ik heb vroeger gerookt, als ik student was. Daarna was het gedaan, ik heb sociaal gerookt, we deden dat allemaal. Vapen heb ik nog nooit gedaan. Ik zou dat misschien toch eens willen proberen.’ Drie weken later riep hij mij en heeft hij mij laten proberen. Ik heb gehoest dat het niet schoon was, maar dat vond ik wel zalig. Zo versterk je je band met je kleinkinderen op een andere manier. En nu kan ik tegen hem zeggen dat ik het eigenlijk toch niet goed vind. Zonder dat ik belerend ben. Zo van die zotte dingen doen wij.” (lacht)
Frieda V.: “Ik heb ook al eens van een wietsigaret getrokken. Maar als je niet rookt, na 2-3 keer, ik inhaleer niet diep genoeg en begin te hoesten.”
Volgen jullie nog cursussen enzo?
Frieda A.: “Ja, ik zit bij ESO en heb Spaanse les gevolgd. Heel plezant, ik vind het een hele mooie taal, maar niet gemakkelijk. Ik kan toeristenspaans. Maar als je efkes zegt dat je het verstaat dan beginnen ze te ratelen en kan ik niet volgen.”
Frieda V.: “Cursussen niet direct. Alleen de djembé.
Ik ben wel met Italiaans begonnen op mezelf, met boekjes en woordenboeken. En dat lukt tot op een bepaald niveau. Maar dan moet je heel veel oefenen en heel gemotiveerd zijn. En wanneer ga ik het nodig hebben? Als je in Italië bent, kan je je plan trekken in het Engels. Maar ik versta wel wat nu.”
Ik ga binnenkort mijn grenzen verleggen; met een vriendin zonder mannen gaan we een cruise doen
Reizen jullie veel?
Frieda V.: “Wij gingen 3 keer per jaar op reis. Maar dit jaar is het de eerste keer dat we niet weg kunnen door de gezondheidstoestand van mijn man. Hij kan slecht uit de voeten. Zelfs met het vliegtuig, met de auto, als je geen 300 meter kan stappen zonder een stoel nodig te hebben, moet je niet beginnen sleuren met valiezen. Als je constant assistentie nodig hebt, tja. Het is het eerste jaar dat we het hele jaar thuis zitten. Ik vind dat wreed, maar ik kan hem niet alleen laten en alleen , weg gaan. Skiën is ook al 3 jaar geleden, maar dat is ook door hem, door zijn rug, maar ook door mijn knien.”
Frieda A.: “Ik ga terug mee in de krokusvakantie, maar ik denk dat het de laatste keer zal zijn. Ook door mijn knie. Ik ben zo wat schrik aan het krijgen ook, maar dat is niet goed.”
Frieda V.: “En dat doet zeer dat je iets moet achterlaten dat je jaren gedaan hebt. Dat wringt. En zeker in de periode februari-maart, dan denk ik vaak nu zouden we op de lift zitten, nu zouden we in die chalet zijn.. Dat is echt beu. Maar ja, het zal wel passeren zeker.”
Frieda A.: “Maar ik ga nu mijn grenzen verleggen. Ik ga volgende week naar een beurs in Antwerpen, waar allemaal cruiseschepen vertegenwoordigd zijn. Ik ga met mijn vriendin zonder mannen een cruise doen.”
Frieda V.: “Oh dat zou ik ook willen doen. Maar ik kan hem niet achterlaten.”
Frieda A.: “We moeten ook nog overeen komen, want mijn vriendin wil naar het zuiden en ik naar het noorden. Maar dat zal wel lukken. Het zal doorgaan. Ik heb daar al heel lang voor gespaard, ik heb een ‘zwarte’ kas, een rommelmarktkas. Ik doe rommelmarkten, en zet dat geld altijd opzij. Al jaren. Ik verkoop huishoudmateriaal, kleding… Mijn vriendenkring dropt alles bij mij, en ik verkoop.”
Frieda V.: “Ik heb ook veel gerief maar ik heb daar een hekel aan! Het uitpakken, inpakken, altijd bukken, het afbieden… niets voor mij. Ik ga er wel graag naar toe.”
Frieda A.: “Nochtans, over 14 dagen heb ik een markt gehad, verschrikkelijk. Ik heb 8 euro verdiend, om er een hele dag te staan. Maar ik heb me wel goed geamuseerd. Ik heb veel mensen teruggezien die ik al lang niet meer gezien had, een babbel hier, een babbel daar, dat is ook mijn doelstelling, mensen (terug)zien. Ik was er met een vriendin, we hebben heel hard gelachen.”
We zijn beiden vrijwilliger in het vrijzinnig centrum in Mechelen. Tussen de mensen zitten en babbelen, daar draait het om
Wat doen jullie zoal samen dan?
Frieda A.: “Gaan eten, tappen in het vrijzinnig centrum in Mechelen, we zijn daar allebei vrijwilliger. Altijd hetzelfde, tussen de mensen zitten, babbelen, daar draait het om. Alleen hebben we daar het probleem dat we met teveel senioren zitten. De mensen die daar iets komen drinken, zijn allemaal senioren. We proberen ons te focussen op jeugd, maar ja. We moeten een systeem uitdenken om jeugd aan te trekken en die in een bestuur te krijgen. Want ze sporten, gaan werken, hebben kinderen… Maar wij kunnen het niet blijven doen.”
Frieda V.: “Als je eraan begint, weet je ook dat het voor lang doet. Je engageert je voor enkele jaren.”
Frieda A.: “Ik ben er ook penningmeester en heb al een jaar geleden mijn ontslag gegeven. Ik heb iemand die mij opvolgt, een architect, maar hij heeft geen tijd en vraagt telkens of ik het nog even voort wil doen. En we zijn nu al een jaar verder.”
Foto: Frank van Hollebeke