Guido en Serge

Serge is 62 jaar, Guido is 58 jaar, beiden wonen in Brugge en waren vroeger een koppel, nu de beste vrienden

Vriendschap, dat is zo belangrijk

Serge en Guido

 

Wonen jullie beiden in Brugge?
Guido: “Ik woon in Brugge met mijn huidige vriend. Wij hebben ook een appartementje in Brussel, omdat mijn vriend veel in Brussel moet zijn.”
Serge: “Ik woon alleen in Brugge.”
Guido: “Sinds we uit elkaar zijn, ben ik alleen in het Brusselse blijven wonen. Ik heb hem uitgekocht en ben er blijven wonen.”

Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
Guido: “in januari ‘86 hebben we elkaar leren kennen in Oostende. Ik woonde tussen Antwerpen en Brussel. Ik ben naar West-Vlaanderen gekomen en ben daar blijven plakken. We waren nog heel jong toen we elkaar leerden kennen, we kenden onszelf eigenlijk nog niet eens zo goed. Ik vooral niet.”
Serge: “We hebben dan werk gevonden en samen een huis gekocht.”

Hoe lang zijn jullie een koppel geweest?
Guido: “16 jaar, maar de jaren vliegen voorbij. Je gaat dat ook nog ervaren en merken. Gevoelsmatig gaan de jaren veel vlugger naarmate je ouder wordt. En naarmate je ouder wordt, ga je alles ook anders bekijken. Dat is heel raar.”

Naarmate je ouder wordt, ga je alles ook anders bekijken

Wat bedoel je dat je alles anders gaat bekijken?
Guido: “Je kan je er goed bij voelen dat je ouder wordt, maar de tijd wordt toch kostbaarder. Het begint toch te dringen. Je mag je nog zo goed voelen als je wilt. Ik ga nu naar de 60. Ik vind dat niet erg, maar binnen 10 jaar lopen we al naar de 70. Dan komt dat toch binnen. Bij ons in het milieu is het ook zo dat je snel wordt afgeschreven als je ouder wordt. Je wordt bekeken als opa of ‘daddy’. Dat is een ook andere cultuur. Jeugd is er een heel hoog goed.”
Serge: “En het is veel leuker om naar te kijken.”
Guido: “Het is ook allemaal mannen bij elkaar. Er is een enorme concurrentie en competitie onder elkaar. Bij mannen en vrouwen is dat toch anders. Je hebt profielen online om mensen te ontmoeten, en daar staat dat ze Serge. iemand van 28 jaar zoeken. Als je nog maar iemand aanspreekt en ze zien dat je ouder bent, dan blokkeren ze je of sluiten ze je uit. Ik trek mij dat persoonlijk niet aan.”
Serge: “Het gaat over onze vriendschap, hé …”
Guido: “Ja, maar toch ook over leeftijdsdiscriminatie? Ziet, dat is dus de reden waarom ik er niet meer samen mee ben. (lacht)”
Serge:  “Jij bent van straat, ik niet hé”
Guido: “Ja, maar dat is uw fout. Ik bedoel, je moet je lat maar niet zo hoog leggen.”
Serge: “Nee, ik ga niet met eender wie een relatie beginnen. Als het niet klikt, dan klikt het niet. Ik ken van die mensen die van de ene relatie naar de andere gaan. Sorry, maar waar is de liefde dan?”

Was het bij jullie liefde op het eerste gezicht?
Serge: “Ik was verliefd op zijn frivoliteit en het dansen in de dancing. Ik was daar stiekem jaloers op, omdat ik zelf een introvert ben en hij was zo uitbundig.”
Guido: “Ik dacht altijd dat een ander het beter wist. Ik veronderstelde dat hij het allemaal wel ging weten, omdat hij 4 jaar ouder is. Ik liet mij daar dan gewoon voor vallen en zag er wel potentieel in.”
Serge: “Je spreekt precies over een auto (lacht).”
Guido: “Ja, maar we waren te jong …”
Serge: “Als we elkaar later hadden leren kennen, dan was het misschien wel gebleven.”
Guido: “Ja, maar dan nog. Ik ben enorm chaotisch. Mijn hoofd, dat sprint naar overal en alle kanten. Hij kan dat niet aan en wordt er gek van. Ik begrijp niet waarom hij altijd kwaad was. Thuis waren we met 8, ik heb 3 broers en 2 zussen. Er was nooit ruzie, nooit discussies, maar er was wel altijd chaos.”*
Serge: “Ik ben strikter opgevoed. Maar ja, opposites attract.”
Guido: “Ik dacht altijd dat hij het allemaal wel ging weten, omdat hij ouder was. Als ik dan met iets afkwam, was dat ook maar in de vragende kwestie. Het waren maar voorstellen. Hij dat dat ik alles zo bedoelde, maar dat was niet zo. Ik zat altijd wel in een heel onderdanige positie naar hem toe, terwijl hij daar moeilijk mee om kon.”

Bij ons in het milieu is het ook zo dat je snel wordt afgeschreven als je ouder wordt

Hoe kijken jullie nu naar de relatie?
Serge: “Guido is een kreeft. Hij zei me altijd dat ik hem uit zijn kot had gekotterd, dat hij er niet meer in wou en weg was. Daar was je me ook dankbaar voor, toch?”
Guido: “Ik ben je voor veel dingen dankbaar, daar gaat het niet om.”
Serge: “Het mooiste cadeau dat ik je gaf was toch dat ik je liet wegvliegen, hé? Dat heb je ooit gezegd.”
Guido: “Klopt, ik was blij dat ik weg was (lacht). We zijn dan uit elkaar gegaan. Beiden hebben we onze weg moeten vinden. Een vriendschap, dat moet organisch groeien, dat kan je niet creëren. Je kan niet zeggen dat je vrienden gaat blijven. De eerste jaren hebben we wel contact gehad, maar niet voor te zeggen dat we vrienden waren. Ik heb dan iemand leren kennen in Oostenrijk en ben daar 5 jaar mee samen geweest.”
Serge: “Ik bracht hem dan wel met de auto naar Gent, zodat hij naar zijn vriendje kon. Dat had ik er wel voor over.”
Guido: “Je hebt dat allemaal met goede bedoelingen gedaan. Ik heb er nooit misbruik van gemaakt, integendeel. Hoe dan ook, we zijn altijd blijven ruziën.”

Maken jullie nog veel ruzie?
Serge: “Daarstraks hebben we nog ruzie gemaakt wanneer we naar hier kwamen. Typisch.”
Guido: “Dat is typisch, maar vroeger begrepen we dat niet en wisten we niet hoe we daarmee moesten omgaan. We zaten allebei vast in onze eigen gedachten. Toen we hier kwamen, vertelde ik hem dat ik vaak in Brussel kom maar dat mijn richtingsgevoel verschrikkelijk is, een regelrechte ramp. Hij vroeg me of ik iets wist om te eten. Ik zei dat ik een Chinees restaurant kende. We stapten uit de trein en ik begon te lopen, zonder exact te weten waar het was. Het kon vijf straten verderop zijn, maar voor mij maakte dat niet uit. Hij daarentegen wilde direct de weg weten en begon te koken.”
Serge: “Ik had honger en wou niet te laat zijn.”
Guido: “We hadden tijd, en ik ben altijd punctueel, daar ligt het niet aan. Maar het begon hem te irriteren. Op den duur stelde ik voor om ergens anders te eten. Maar dan zei hij: "Nee, jij wilde hierheen, het is jouw keuze." Hij kon er niet overheen stappen. Vroeger begrepen we allebei niet waarom dit gebeurde. Maar nu, na al die jaren, bijna 40 jaar zelfs … mijn partner zou geen slecht woord over Serge mogen zeggen. Hij hoort er gewoon bij en is een deel van de familie.”
Serge: “Vriendschap wordt familie, hé.”

Met het ouder worden vind ik zorgen voor elkaar veel belangrijker geworden

Is jullie relatie dan nu beter?
Serge: “Absoluut. We moeten maar naar elkaar kijken en we begrijpen elkaar.”
Guido: “We kunnen ook bij elkaar terecht. We kijken samen naar programma’s waar mijn vriend niet naar wil kijken. En wat we nu vooral doen, volgens mij heeft dat met het ouder worden te maken, is zorgen voor elkaar. Dat is voor mij heel belangrijk.”

Wat bedoel je met zorgen voor elkaar?
Serge: “Niet enkel medisch, maar ook niet ver van elkaar gaan wonen. Er voor mekaar zijn. Als Guido ooit naar het buitenland verhuisd, dan heeft hij gezegd dat ik mee moet. We waren al 6 jaar uit elkaar toen mijn papa is gestorven. Guido stond zelfs vermeld in de doodsbrief. Hij komt ook nog altijd bij mijn mama langs.”
Guido: “Dat zorgende, ik vind dat belangrijk. Ik zie heel veel mensen die ouder worden en alleen vallen, of heel eenzaam zijn. Ik probeer mij altijd de vraag te stellen hoe dat komt. Ik wil later mijn vrienden behouden, dat je toch iets hebt. Ik heb wel het gevoel dat mensen, naarmate ze ouder worden, erg egoïstisch worden. Het is alsof het alleen nog maar om henzelf draait. Ik vraag mij vaak af hoe iemand zo kan worden, dat ze alleen nog maar aan zichzelf denken. Dat ze anderen geen plezier gunnen, of niet kunnen genieten van iemand anders’ geluk, zelfs in de woonzorgcentra. Dat roept bij mij veel vragen op. Waarom is het zo noodzakelijk om in eenzaamheid te wachten op de dood? Waarom kunnen we dat niet samen met vrienden doen? Ik weet dat ik het nu allemaal mooi voorstel, maar de realiteit is vaak anders. Mensen blijven ook veel te lang in hun eigen huis wonen, soms tot vervelens toe. Als ik ouder word, verhuis ik dichter naar de stad, zodat ik onder de mensen ben en niet geïsoleerd raak. Maar veel mensen blijven te lang vasthouden aan hun eigen huis.”
Serge: “Je kan toch moeilijk met 5 of 6 mensen gaan samenwonen, met allemaal andere karakters. 
Guido: “Dat zeg ik ook niet, maar het is toch jammer.”

Dat zorgende, had je dat ook naar je mama toe?
Guido: “Ja.”
Serge: “Dat is zo. Als je geboren wordt, heb je een kleine wereld. Je hebt je wiegje, je kinderkamer, je mama en je papa. Het wordt een beetje groter. Je wordt ouder en krijgt vrienden, je gaat op reis, ziet de hele wereld. Maar als je nog ouder wordt, dan krimpt dat weer. Vrienden en collega’s vallen weg. Je gaat met pensioen of je bent niet meer goed te been.”
Guido: “Zijn mama is 83 en is daar een heel goed voorbeeld van. Zijn broer en schoonzus boden aan om een unit in de tuin te plaatsen zodat ze bij hen kon komen wonen, en ze stemde meteen in. Dat is toch fantastisch? Oudere mensen zijn vaak te koppig geworden en klampen zich vast aan de verkeerde dingen. Het is belangrijk om altijd bewust te zijn van wat er is en wat er nog gaat komen.”

Als je ouder wordt, dan krimpt je wereld weer

Zijn jullie beiden nog aan het werk?
Serge: “Neen, ik ben met pensioen van vorig jaar. Ik mag er niet meer aan denken dat ik moet gaan werken. Als we uit elkaar zijn gegaan ben ik fulltime gaan werken, ook ’s avonds achter de uren. Je was jong en je deed dat, maar nu zou dat niet meer lukken.”
Guido: “Ik ben ook met pensioen.”
Serge: “We zijn ook niet in een zwart gat gevallen. Je hebt tijd te kort. Iedereen zegt dat als ze met pensioen gaan, en dat is waar.”
Guido: “Soms heb ik het gevoel dat ik me bijna schuldig zou moeten voelen omdat ik met pensioen ben. Mensen vragen vaak of ik eraan kan wennen. Absoluut. Ik kan echt van mijn dagen genieten. En wat doe ik dan de hele dag? Ik ben constant bezig. Ik ga voor een kast zitten, haal de inhoud eruit, zet het terug, kom iets tegen, ga ergens anders naartoe, haal iets van boven, en ga zo maar door. Het is ongelofelijk, maar ik ben altijd bezig. Veel mensen maken ook de fout om alles wat ze nog willen doen uit te stellen tot hun pensioen.”
Serge: “Dat heb jij niet gedaan, hé? Jij hebt alles eruit gehaald.”

Zijn jullie bang om oud te worden?
Serge: “Neen. We zeggen het wel soms eens tegen mekaar. Als je dan iemand van 16 ziet passeren, die zijn verdorie geboren in 2000.”
Guido: “Dat is zo. Als ik jong was, sprak ik al van het jaar 2000. Je dacht dat je al oud ging zijn tegen dan. Zo was dat vroeger, raar toch.”
Serge: “In het jaar 2000 stonden we al met 1 voet in het graf (lacht). Maar deze ochtend had je wel schrik van de oorlog, hé?”
Guido: “Ik ben daar wel mee bezig. Daar wil ik niet over spreken als er veel mensen bij zijn. Er zijn maar bepaalde mensen waar ik mij daarover wil uitspreken.”
Serge: “Het is ook makkelijker voor ons omdat wij geen kinderen hebben. Want wat komt er in de toekomst voor onze kinderen nog?”
Guido: “Ik vind dat wij eigenlijk de schoonste tijd hebben gehad (lacht). Wij hebben heel veel en het wordt alleen maar beter. Tot corona heb ik altijd het gevoel gehad dat het niet op kon. En dan was er de lockdown. Dat was precies uit een film. Mensen mochten niet naar buiten, niet op een bankje zitten in de zon. Absurd toch? En na corona hebben we nu de oorlog.”
Serge: “Het houdt ons niet tegen om te leven, hé Guido.”
Guido: “Nee, voor mezelf vind ik dat allemaal niet zo erg. Maar wel voor de jonge generatie, de nakomelingen. Wij hebben alle veranderingen gezien, zoals video’s en tv’s. We hebben alles zien verbeteren. Fantastisch allemaal. Maar uiteindelijk betalen we nu ook de prijs van alles.”

Werden jullie ooit geconfronteerd met vooroordelen rond jullie geaardheid?
Serge: “Op mijn werk vroeger wel. Een paar collega’s, oudere mannen, die af en toe eens met mij lachten. We waren daar wel verstandig in, ze weten niet beter. Het is ook een oudere generatie. Mijn coming out bij mijn vader was moeilijker. Dat was nog in de tijd dat we brieven schreven naar elkaar of belden met de vaste telefoon. Ik moest dan aan mijn vader vragen of ik van tafel mocht. Hij vroeg dan of Guido een gewone kameraad was of iets meer. Een gewone kameraad, zei ik. 5 keer heeft hij het gevraagd tot ik zei dat het iets meer was. Hij zei: “Godverdomme, ik had beter mijn zaad in de korrebak geschoten.” Ik met hangende pootjes het ook aan mijn ma en broer vertellen. Mijn broer zei dat ze het allemaal wel wisten. Mijn broer was getrouwd met een vrouw, maar mijn vader is altijd beter met Guido geweest.”

Veel mensen maken de fout om alles wat ze nog willen doen uit te stellen tot hun pensioen


Guido: “Ja, hij heeft mij altijd graag gezien. Hij stond dikwijls aan mijn kant. Maar de tijden veranderen. Hoe ouder je wordt, hoe meer verschillen je ziet. De jeugd is anders, ze evolueren. In het begin in 1900 in Berlijn waren veel vrouwen verkleed als mannen, dat was gewoon zo. In de oorlog is dat allemaal ontploft en mocht het niet meer. Dat is van alle tijden geweest en nu mag alles. Natuurlijk stuit dat tegen de borst, omdat het zo expliciet uitgesproken wordt. Veel mensen in mijn omgeving vragen zich af of het allemaal zo speciaal moet zijn. Voor mij hoeft dat ook niet, maar dat is gewoon de nieuwe wereld. Dat gaat ook allemaal terug veranderen, je kan dat niet tegenhouden. 

Maar zelf heb ik nooit problemen gehad met vooroordelen hierrond. Mijn zus, die 8 jaar ouder is, is lesbisch. Toen ik met Serge begon om te gaan, dan schreven we veel naar elkaar. Mijn moeder vroeg dan wat het was, maar ze was er heel rustig in. Mijn vader was heel katholiek, hij ging elke dag naar de mis, maar mijn ma niet. Als ik maar gelukkig ben. Ik spreek nu wel van 1986, ik leefde in het hol van Pluto. Na 3 jaar ben ik naar Brugge verhuisd. Ik heb me daar nooit slecht om gevoeld. Ik zou mij ambetant voelen als ze aan mijn deur komen en vragen of mijn vrouw thuis zou zijn. Eigenlijk is het een kwestie van geluk hebben. Als je 1 rotte appel hebt in je omgeving of op je werk, dan kan het verkeerd vallen.”

Willen jullie zelf nog iets toevoegen? 
Serge: “De jeugd is tegenwoordig zo open minded.”
Guido: “Pas op, er is een hele grote splitsing ook.”
Serge: “Ja, in Aalst mocht er bijvoorbeeld geen regenboog-zebrapad zijn, maar met carnaval zijn de voil jeanetten wel niet weg te denken. Elke heteroman gaat dan verkleed als vrouw.”

Foto: Frank van Hollebeke