Moeder en dochter, Liliane is 78 jaar en woont in Gent, Katrien is 56 jaar en woont in Londerzeel
Wij zitten niet stil, vervelen is er niet bij
Waarom hebben jullie gereageerd op onze oproep?
Liliane: “Ik had daar goesting voor. Ik kan niet zo goed met een computer overweg, dus vroeg ik mijn dochter om mij in te schrijven.”
Katrien: “Ik had dan het idee om het samen te doen.”
Hoe denken jullie over het vooroordeel dat ouderen geen meerwaarde meer hebben
Liliane: “Als het kan en als het lukt voor mijn echtgenoot, want hij kan dikwijls niet alleen zijn, dan doe ik vrijwilligerswerk in het woonzorgcentrum Domino. Ik bestel koffie en taartjes en als mensen nog iets willen drinken dan kunnen ze bij mij bestellen.”
Doe je dit al lang?
Liliane: “ Ik ben met brugpensioen gegaan op mijn 58ste en toen ik 60 werd ben ik begonnen als vrijwilliger. Ik doe het dus nu al 18 jaar. Voor mij is dat een uitlaatklep. Als we er allemaal zijn, dan zijn we met 16 vrijwilligers. We komen goed overeen, dat maakt het plezant. Ik ga wel niet elke week, 1 keer in de maand, anders is het niet mogelijk.”
Ik geniet van mijn vrijwilligerswerk in het woonzorgcentrum, het is een plezante uitlaatklep
Welk werk doe jij, Katrien?
Katrien: “Ik ben verpleegkundige en werk altijd ’s nachts, in shiften van 11 uur. Das is ideaal, want ik geef bloemschiklessen in bijberoep en dan heb ik daar tijd voor. Mijn mama en ik hebben een hele goede band, hoewel we ver van elkaar wonen. We doen ook nog veel dingen samen. Zo komt mama wel eens naar de les.
Liliane: “Je moet dat niet onderschatten, als je altijd ’s nachts moet werken. De ene keer is het 8 dagen, dan weer 2 weken. Ze heeft ook rust nodig. Dinsdag kom ik eens kijken naar de les. Ik probeer rond de middag te komen, dan kunnen we samen een sandwich gaan eten. Da’s plezant.”
Hoe denken jullie over het vooroordeel dat senioren in hun luie zetel zitten en niet meer actief zijn,
Liliane: “Dat klopt niet bij mij. Mijn man is hulpbehoevend. De verpleger komt wel alle dagen om hem volledig te wassen, maar de rest moet ik allemaal alleen doen. Boodschappen, wassen, strijken en de financiële zaken. Mijn kleinzoon doet elke maand de zware boodschappen, zoals water en melk. Maar ik verveel mij nooit, dat kan niet.”
Je bent dus ook mantelzorger voor je man?
Liliane: “Ja. Naar het toilet gaan of iets oprapen dat hij liet vallen, dat kan hij niet meer. Ik ben dat gewoon hoor, ik maak daar geen probleem meer van. Normaal gingen we 3-4 keer per jaar op reis, maar dat ging niet meer. Telkens lag hij in het ziekenhuis op vakantie. We zijn 4 jaar geleden begonnen met naar de zee te gaan. Het is het eerste jaar dat dat ook niet meer gaat. Als hij niet buiten gaat, waar moet je dan ergens iets huren? Waar alles in huis is? Hij staat op, de verpleger komt om half 8, en dan keert hij terug naar bed om te rusten tot ’s middags. Je kan dus niet op reis gaan.”
's Nachts werk ik als verpleegkundige en overdag geef ik bloemschiklessen
Dat moet toch heel zwaar zijn voor jou?
Liliane: “Neen, ik ben dat gewoon. Als ik goesting heb om naar Katrien of het stad te gaan, dan doe ik dat. We zijn gelukkig samen, wat moet je nog meer hebben?”
We lazen dat Katrien in een 6-koppige band zit. Kan je hier wat meer over vertellen
Katrien: “Ja, wij doen van alles, wel allemaal covers. Geen schlagers, dat niet. Dat gaat van Rob De Nijs tot ACDC. We doen de backings en de percussie. In ben daar eigenlijk ingerold. Het is de band van mijn man en de repetities gaan thuis door. Op een gegeven moment kwam de zangeres niet opdagen en ben ik dan maar begonnen met de backings. Ondertussen hebben we een nieuwe zangeres en zingt mijn man ook. We treden zo’n 12 tot 15 keer in het jaar op.”
Wat is jullie mening over het vooroordeel dat ouderen alleen maar saaie kledij dragen?
Liliane: “Ik heb altijd in de Inno gewerkt, eerst in de Bazaar. Je volgt de mode dan. Ik vergeet mijn oorbellen soms af te doen ’s avonds, en dan zegt Gustaaf “je hebt je oorbellen nog in”, maar je kan nooit weten wie er ’s nachts nog komt (lacht). Met mijn gezichtsverlamming ben ik gestopt met make-up, omdat het zwaar aanvoelt op mijn ogen. Fond-de-tein en een beetje blush doe ik nog op. Vroeger ging ik niet buiten zonder make-up en droeg ik nooit donkere kledingstukken.”
Katrien: “Maar oubollige kleding, dat is ook een beetje passé. Je ziet dat ook aan jouw omgeving, geen enkele van jouw vriendinnen ziet er als een verslunste dahlia uit (lacht).”
Ik ga ook veel om met ouderen en zou nooit over iemand zijn hoofd praten
Zijn jullie je bewust van de vooroordelen die in de zorg heersen? Bijvoorbeeld, over het hoofd praten van ouderen en verkleinwoordjes gebruiken.
Katrien: “Als we bijscholing krijgen, worden we daar wel attent op gemaakt. Ik ga ook veel om met ouderen en zou nooit over iemand zijn hoofd praten. Ik zal het altijd eerst aan de mensen zelf vragen. Pas als ik geen respons krijg, dan richt ik me tot de familie. Ik zit nu 36 jaar in het vak en het wordt een gewoonte.
Liliane: “Bij mij in het woonzorgcentrum Domino waar ik als vrijwilliger actief ben zie je ook altijd dezelfde mensen. Met corona kwamen er allemaal nieuwe gezichten, dat was niet te geloven. Ik ken er niemand meer. Het heeft lang stilgelegen, dat was een zware periode. Het rusthuis is ook bij velen een laatste fase, dan is een jaar inderdaad lang.”
Je bent ook al overgrootmoeder, Liliane.
Katrien: “Ik ga mijn kleindochter Fay ophalen van school op woensdag. Ze kijkt dan zelf heel erg uit om bij mémé te gaan eten. Papa moet dan niet in zijn bed liggen tot half 12, dan zit hij al klaar. Fay is nu 6, ze gaat naar het eerste studiejaar.”
Liliane: “Als ze onverwachts binnenkomt en ze ziet mijn man niet zitten, dan begint ze op haar tenen te lopen. Dan weet ze dat hij in bed ligt en dat ze stil moet zijn. We hebben ook veel bezoek. Zijn collega’s van het werk komen nog altijd. Ze zijn 86 jaar en toch komen ze nog. Da’s plezant.”