62 jaar, woont in Torhout, heeft 2 flexijobs en rijdt met ene deux cheveaux
Met mijn deux chevaux rij ik zelfs vrachtwagens voorbij, ik laat mij niet kennen
Waarom heb je gereageerd op onze oproep?
Martine: “Omdat ik wil tonen dat we nog niet zijn afgeschreven. Je kan nog een heel boeiend leven leiden eens je op pensioen bent.”
Ben je ooit zelf geconfronteerd met vooroordelen?
Martine: “Neen, niet echt.”
In de media stellen ze ouderen vaak stereotypisch voor. Stoort dat jou?
Martine: “In de meeste reclames, als er al ouderen in voorkomen, gaat het meestal over kleefpasta of Teena Lady. Ik heb ook al grijs haar, maar ik heb nog geen Teena Lady nodig. Je mag ouderen niet allemaal over dezelfde kam scheren.”
Je mag ouderen niet allemaal over dezelfde kam scheren
Wat denk jij over het vooroordeel dat ouderen geen meerwaarde meer hebben in de maatschappij, ook op de werkvloer?
Martine: “Ik werk op zondag in een bakkerij van 5.30 uur tot 12.30 uur. Toen ik begon, was het de bedoeling dat ik als back-up achteraan zou werken. Maar er zat een meisje van ongeveer 16 of 17 jaar vooraan. Wanneer er geen klanten waren, leek ze ook niets te doen. De eigenares van de bakkerij sprak haar daarop aan, omdat er altijd wel iets te doen is. De week daarna kwam ze gewoon niet opdagen, zonder te verwittigen. Daarom werd ik al tijdens mijn tweede week gepromoveerd tot winkelbediende. Van ons zijn ze wel zeker dat we er elke week zijn.
Bijvoorbeeld, het was ‘Torhout Zingt’, ik ga daar ook graag naartoe. Maar om 22.30 uur zaten ze nog maar aan liedje 12 van de 37. Ik ben toen doorgegaan, omdat ik om 4 uur op moest. Maar die jonge gasten denken daar niet aan.”
Je doet dit als flexi-job. Heb je nog een andere flexi-job?
Martine: “Op maandag doe ik vrijwilligerswerk in de assistentiewoningen De Posterij in Torhout. Mensen komen daar ’s middags eten, en er is ook een dagbesteding voor mensen met een beperking. Zij komen daar ook eten. De bedoeling is dat we opdienen, de afwas doen en alles opruimen. Op dinsdag volg ik naailes, op woensdag doe ik niets en op donderdag en vrijdag help ik in een school bij de peuters en het slaapklasje. Ik heb altijd al graag naailessen willen volgen. Als ik ging werken, lukte dat niet. Het is het eerste wat ik gedaan heb na mijn pensioen.”
Wat deed je hiervoor als job?
Martine: “Ik heb 45 jaar gewerkt, waarvan 33 jaar in een fabriek in Lichtervelde waar ze duivensportartikelen maakten. De laatste 12 jaar heb ik in een school gewerkt in het onderhoud in de Groene Poort in Brugge. 2 jobs in 45 jaar. Nu gaan ze van de ene job naar de andere. Ik ken ook zo iemand. Elke nieuwe job is superleuk in het begin, maar ik weet niet hoeveel jobs hij intussen al heeft gehad. Het werk dat ik gedaan heb was ook niet zo ideaal, maar je bent blij dat je werk hebt en je bent bang om zonder werk te vallen. Dus je blijft daar.”
Als ik op de autostrade rij met mijn deux cheveaux, dan haal ik zelfs vrachtwagens in
Je vertelde ons dat je een deux cheveaux had. Kan je daar wat meer over vertellen?
Martine: “Ik heb mijn deux cheveaux leren kennen toen we op reis waren, ze verhuurden die daar. Het jaar daarop wilden we er opnieuw mee rijden, maar toen waren ze weg. Dus ben ik hier in België op zoek gegaan en het er een gekocht. Dat is heel leuk om mee te rijden. Hij rijdt ook nog steeds goed en ik heb hem een naam gegeven: Juliette. Ik heb ook een Solex gekocht en die heb ik Julia genoemd. Dat is eigenlijk een soort fiets met een motor vooraan en rijdt maar 25 km/u. Ik koos voor de naam Juliette en Julia, omdat het Franse namen zijn en de merken Frans zijn. We geven alles een naam, zelfs de vaatwasser, die heet Kamiel.
Als ik op de autostrade rijdt en ik rij 110 km/u, dan haal ik zelfs vrachtwagens in. Ik laat me niet kennen! Met mijn deux cheveaux trek ik veel bekijks op de weg. In Torhout rijden er nog 3: een witte, een oranje en de mijne is grijs.”
Dat is ook een vooroordeel, dat ouderen niet meer met de auto rijden of niet meer durven rijden.
Martine: “Klopt! Wel, ze mogen allemaal eens meerijden (lacht)!
Wat denk je over het vooroordeel dat ouderen niet meer zo gemakkelijk bijleren?
Martine: “Dat is misschien wel waar. Je moet me geen taal doen leren, want dat wil er niet meer in. Wat ik wel merk, is wanneer ik iemand vervang in de bakkerij en samenwerk met een meisje van 17 … Als mensen tegen mij zeggen dat ze 8 koeken, 3 van deze en 3 van dat willen, dan moet ik dat al opschrijven. Terwijl dat meisje dat gewoon kan onthouden. Ik sta graag in de bakkerij. In het begin was het moeilijk, maar eens je de bestellingen en de kassa gewoon bent, dan lukt dat. Zelf al moet ik om 4 uur opstaan.”
Naar de naailes neem ik mijn fiets, 10 km heen en 10 km terug
Wat doe je nog in je vrije tijd?
Martine: “Ik ga elke vrijdagavond naar mijn stamkroeg ’t Keldertje. Mijn man gaat werken en ik ga op café. De mensen die dat open houden heb ik leren kennen als we verbouwd hebben, dat zijn hele goede vrienden geworden. Als vrouw kan je daar ook alleen binnengaan, er gaat niemand raar kijken.”
Het vooroordeel dat ouderen vaak thuis zijn en achter de geraniums zitten, dat klopt niet bij jou dan?
Martine: “Neen, want kijk nu gisteren. Ik ben thuisgekomen van De Posterij. Mijn man is gaan sporten en ik ben te voet van Wijnendale naar Torhout gegaan om een ijsje te eten. Ik wandel veel sinds we in Wijnendaele wonen. Ik ben ook erg actief. Naar de naailes neem ik mijn fiets. Dat is toch 10 kilometer enkel, en dan nog eens 10 kilometer terug. Weliswaar elektrisch. Maar je ziet ook veel jonge mensen elektrisch rijden. Je moet sowieso een inspanning leveren. Maar thuis zitten, nee, dat kan ik niet. Mijn man werkt nog steeds halftijds, altijd ’s nachts, en hij is een echte huismus. Hij gaat op zondag ook niet mee naar mijn stamcafé. Hij kan zich verder bezighouden thuis, ik kan dat niet. We kunnen niet meer verschillend zijn (lacht)."
Foto: Frank van Hollebeke