Basisbereikbaarheid, een hindernissenparcours?

04-06-2024

Naar aanleiding van onze busactie sprak S-Plus ook met Vooruit politica Annick Lambrecht over basisbereikbaarheid.

In 2001 had je het decreet basismobiliteit. Onder regering Bourgeois werd dat gewijzigd naar basisbereikbaarheid. Wat waren toen je eerste indrukken?
Annick: “Wel, ik heb van in het begin van het nieuw bussenplan onmiddellijk heel grote bezorgdheid geuit omdat het meteen duidelijk was dat het budget niet ging toenemen. Men wilde vernieuwen, maar zonder extra middelen. Dat leek voor mij dus eerder een besparingsoperatie. Ik ben voorstander van betaalbaar en beter openbaar vervoer voor iedereen. En vooral van bereikbaar openbaar vervoer. Hoe het nieuwe plan voor meer bereikbaarheid ging zorgen was meteen onduidelijk. Want met hetzelfde budget moest er een vraag gestuurde aanpak komen. Op zich geen probleem, want ook ik wil zo weinig mogelijk lege bussen laten rijden. Alleen is het resultaat vandaag dat vooral de kernlijnen goed zijn uitgebouwd. Voor wie buiten de kern woont is openbaar vervoer veel moeilijker geworden.”

Voor wie buiten de kern woont is openbaar vervoer veel moeilijker geworden

Om dit nieuwe concept van basisbereikbaarheid te realiseren ging er geluisterd worden naar de gebruiker. Is dit (voldoende) gebeurd?
Annick: “Men heeft wel inspraakrondes georganiseerd, en je hebt natuurlijk de vervoerregio’s. Waar in Brugge dan bijvoorbeeld de burgemeester in zit. Maar ik denk dat de man in de straat veel te weinig is gehoord.”

Zijn jeugd- seniorenraden voldoende betrokken?
Annick: “De raden zullen wel bevraagd zijn geweest. Daar twijfel ik niet aan. Alleen hoor ik toch heel wat klachten van de man of vrouw in de straat. Ik vraag me dus af of er toen wel voldoende is geluisterd naar die bekommernis. Nu, vandaag merk ik wel dat er her en der kleine aanpassingen van het bussenplan gebeuren. Maar alleen na heel veel protest. De praktijk toont spijtig genoeg aan dat heel veel mensen in de kou staan.”

Wat met de inspraak van steden en gemeenten?
Annick: “Dat gebeurt via de vervoerregio’s. Zelf zit ik daar niet in. Voor Brugge is dat de burgemeester, die verslag moet uitbrengen aan het college. De paniek sloeg maar toe na het zien van de gevolgen van wat er was goedgekeurd.”

Vandaag wordt dit plan uitgerold. Maar het loopt niet vlot. Volgens minister Peeters zijn dat kinderziektes. Klopt dat?
Annick: “Wel, als je meer dan 3000 haltes afschaft in heel Vlaanderen. 1400 in West-Vlaanderen. Dan kan je niet zeggen dat dat kinderziektes zijn. De vervoersarmoede is nog nooit zo groot geweest. Negen op de tien busgebruikers hebben geen alternatief. En, wat doet minister Peeters? 5000 euro premie geven aan wie zich een elektrische wagen kan veroorloven. Dat is lachen in het gezicht van de busgebruiker.” 

Er wordt verwacht dat we meer gebruik moeten maken van verschillende modi om ons te verplaatsen. Zal het gevolg zijn dat we opnieuw meer de auto zullen nemen?
Annick: “Laat ik eerst iets zeggen over de Hoppinpunten. Het concept klinkt fantastisch. Je stapt uit de trein, je bus staat klaar om je verder op baan te helpen, waarna je nog eventueel de fiets of een step kan nemen. Of je boekt een flexbus. Maar opnieuw, er zijn niet genoeg middelen voorzien om dit te realiseren. De app die de gebruiker moet wegwijs maken om zijn vervoer te regelen is moeilijk werken voor sommigen en biedt geen garantie op tijdig vervoer. Openbaar vervoer is voor mij een basisbehoefte. Maar het beleid van minister Peeters lost dit spijtig genoeg niet in.”

Laat zeker je stem horen. Want als je niks zegt, zal er ook niks veranderen

Je zei al dat protest voeren helpt. S-Plus heeft ondertussen al enkele sociale acties gevoerd. Hoe sta je hier tegenover? 
Annick: “Ik kan dit alleen maar toejuichen. In Brugge heeft de gemeenteraad het nieuwe bussenplan nooit goedgekeurd, wij namen akte. De goedkeuring gebeurde in de vervoerregio. Wij hebben dan ook direct om bijsturing gevraagd. Het wordt dus dringend tijd dat die vervoerregio’s terug samenkomen om bij te sturen en aanpassingen te doen. Want de klachten worden nu wel verzameld (op donderdag 29 februari tellen we al 1400 klachten in Brugge, en meer dan 7000 in Vlaanderen). Weet ook dat wie zich niet meer kan verplaatsen, thuis geïsoleerd raakt. Of zijn werk niet kan bereiken. Waardoor deelname aan vereniging of sociaal leven vermindert. Wat vereenzaming in de hand werkt. Als socialist kan ik en wil ik dat niet toelaten.” 

Wat kan je onze S-Plusleden nog meegeven?
Annick: “Laat zeker je stem horen. Want als je niks zegt, zal er ook niks veranderen. Wie niet in de kern van een stad of gemeente woont is aan zijn lot overgelaten, en moet maar zijn plan trekken. Dat kan volgens mij niet. Blijf dus alles doorgeven via S-Plus of rechtstreeks aan beleidsmakers waar het openbaar vervoer slecht wordt geregeld. Op die manier hoop ik dat we de vervoersarmoede, die er nu is in Vlaanderen, kunnen tegenhouden. Want er is veel werk aan de winkel. Ik hoop dus ook op een volgende minister die wel oren heeft naar de mensen in de straat. Een minister die zelf ook geregeld de bus neemt zou ook al helpen misschien.”

Gertje Vanhaverbeke is S-Pluslid in Brugge

Gertje, hoe ervaar jij het nieuwe bussenplan?
Gertje: “Wel, voorheen hadden we een bushokje op 200 meter stappen van ons huis, nu is dat 800 meter stappen geworden naar een stopplaats. Verder worden er ten pas en ten onpas ritten geschrapt, soms zonder melding in de app. Zo wandelen wij de afstand naar de halte, om dan tot de vaststelling te komen dat er geen bus is en terug huiswaarts te moeten keren om de wagen te nemen of nogmaals 20 minuten te moeten wachten op de volgende bus. Hierdoor missen wij nu regelmatig andere aansluitingen met de bus of erger nog, afspraken. Een ander probleem zijn de onverlichte bushaltes. Als raad kreeg ik van een buschauffeur te horen een zaklamp of het lichtje van m’n gsm te gebruiken. Absurd toch?”

Ilse De Pauw, S-Plus medewerker in Brabant

Ilse, hoe ervaar jij de nieuwe regeling? 
Ilse: “Als pendelaar heb ik zowel bus als trein nodig. Vroeger hadden we een sneldienst en gewone dienst naar Hasselt. Alles heet nu sneldienst. Ze hebben evenveel haltes en zijn beiden even lang onderweg. Vroeger nam ik blindelings de bus, nu moet ik extra goed kijken welke bus ’s morgens de beste aansluiting maakt met mijn trein. De terugweg verloopt naar mijn beleving wel vlotter, ik hoef minder lang te wachten op een busverbinding. De vroegere stopdienst bedient nu minder haltes aan de hoofdverbinding, maar maakt nu wel een ommetje via een andere gemeente om daar 2 haltes te bedienen. De te stoppen haltes blijken een maand na datum nog steeds onduidelijk. De bus stopt nog steeds bij haltes die volgens de app niet bediend worden. Mijn gezin en ik zijn nog goed mobiel, we kunnen per fiets of auto nog ergens komen. Ook maken wij vlot gebruik van alle digitale toepassingen. Dus wij wisten waar en hoe we vanaf 6 januari dienden te reizen. Voor anderstaligen en ouderen is dit echter na een maand nog steeds een ramp. Zij dienen vaak raad te vragen aan een hulpvaardige medereiziger. Want helaas is ook de chauffeur van dienst niet altijd een even betrouwbare bron.”

Dit is een artikel uit S-Plus Mag april - mei - juni 2024. Lees hier nog meer artikels.