Het kleine scherm

09-08-2023

Bij het zappen belandde ik onlangs op een van onze commerciële zenders. Omdat ik geen idee had wat er daar te zien was, bleef ik even kijken. Het was een zogenaamd ontspanningsprogramma, zo een programma waarin iedereen voortdurend moet lachen zonder dat iemand weet waarom. Met enkele bekende Vlamingen die vooral bekend zijn omdat ze om het even waar gebruikt kunnen worden. Zo kleur- en reukloos als ze zijn. Toen de onvermijdelijke reclame er even tussenkwam, voelde ik me zelfs opgelucht.

Wie nog geen kampioen is, wil het toch nooit worden?

Je hoeft daar niet over te klagen, zal u zeggen. Er zijn zoveel kanalen, je hebt keuze te over en als het je niet bevalt, dan moet je maar doorschakelen. Zeker, maar dan stel je vast dat dezelfde flauwe koek op zoveel zenders wordt opgediend, dat je een speld in een hooiberg moet zoeken om iets van betekenis te vinden. Want naast de ondermaatse ‘lollige’ programma’s vind je veelal films terug die al zeven keer zijn gepasseerd of de gevreesde herhalingen. Wie nog geen kampioen is, wil het toch nooit worden? Tenzij de televisie natuurlijk dé uitvinding bij uitstek is om het volk zoet en dom te houden. Wat er ook te zien is, men kijkt. Men blijft kijken. Omdat de beelden bewegen en een indruk van leven geven.

Waar is de ambitie van vroeger, toen men dacht de tv een venster op de wereld zou zijn?

Waar is de ambitie van vroeger, toen men dacht de tv een venster op de wereld zou zijn? Een uitvinding die een breed publiek de kans zou geven om zonder een voet te verzetten delen van de wereld te zien en te beleven die ze nooit zouden (kunnen) bezoeken. Toen geloofde men nog in de opvoedkundige waarde van het medium. Schooltelevisie bracht kennis en wetenschap in de huiskamer. Intussen wil de mens van de 21ste eeuw niets meer geleerd worden. Dat is immers saai. Urenlang blijven kijken terwijl er eigenlijk niets gebeurt, is stukken beter. Goed, zap mij maar!