Inkomensgarantie voor ouderen (IGO)

We hebben afgelopen maanden gemerkt dat er heel wat mensen zijn met vragen inzake de Inkomensgarantie voor ouderen (IGO). We leggen uit wat dit juist betekent en welke de voornaamste voorwaarden zijn om in aanmerking te komen.

De inkomensgarantie voor ouderen is een uitkering voor 65-plussers met beperkte financiële middelen. Om hiervoor in aanmerking te komen dien je aan bepaalde voorwaarden te voldoen. Omdat het een zeer uitgebreide wetgeving is inzake het laten meetellen van allerlei inkomsten en de vrijstellingen hierop, hebben we gekozen om slechts de voornaamste aan te halen in dit artikel. Voor de volledige wetgeving verwijzen we je naar de website van de Federale Pensioendienst.

Je hebt recht op een IGO als je voldoet aan onderstaande voorwaarden: 

  • Je bestaansmiddelen bedragen per maand minder dan: 
    • 1 519,01 euro voor alleenstaanden (op 01.11.2023 aan index 172,61)
    • 1012,67 euro voor samenwonenden (op 01.11.2023 aan index 172,61)
  • Je bent minstens 65 jaar (vanaf 2025 minstens 66 jaar en vanaf 2030 minstens 67 jaar)
  • Je bent Belg (of je bevindt je op een gelijkgestelde situatie)
  • Je hoofdverblijfplaats is in België

De inkomensgarantie voor ouderen is een uitkering voor 65-plussers met beperkte ­financiële middelen

Hoeveel krijg je? 

Dat is afhankelijk van je eigen bestaansmiddelen en gezinssituatie. Ben je samenwonend en bedragen je financiële middelen minder dan 1012,67 euro per maand? Dan ontvang je een IGO tot aan het bedrag van 1012,67 euro bruto per maand. 

Ben je alleenstaand en bedragen je bestaansmiddelen minder dan 1 519,01 euro per maand? Dan ontvang je een IGO tot aan dit bedrag van 1 519,01 euro bruto per maand. Je wordt als alleenstaande gezien als je als enige gedomicilieerd bent op je hoofdverblijfplaats. 

Hoe vraag je jouw IGO aan? 

In de meeste pensioendossiers start het onderzoek automatisch vanaf je 65ste wettelijke pensioendatum. Op voorwaarde dat je pas op je pensioen zal gaan op je 65ste. Ga je vroeger op pensioen, om welke reden dan ook, dan moet je zelf een aanvraag doen vanaf je wettelijke leeftijd van 65 jaar. Je kan dan een aanvraag doen via My Pension, via het gratis nummer 1765 of door een afspraak te maken in je gemeente bij de sociale dienst of de pensioendienst van Solidaris.

Waarmee houdt men rekening bij de berekening van je IGO?

  • 90 % van het bruto jaarbedrag Belgische en buitenlandse wettelijke pensioenen. Dit totaal wordt gedeeld door het aantal personen (= aantal samenwonenden waarvan de pensioenen en bestaansmiddelen meetellen en het aantal kinderen die recht geven op kinderbijslag).
  • 75 % van de beroepsinkomsten op jaarbasis (zowel van jezelf als van je partner), van het resterende bedrag mag er 5000 euro in mindering worden gebracht.
  • 100 % van het bruto jaarbedrag van het vervangingsinkomen.
  • 100 % van het bruto jaarbedrag van oorlogspensioenen en vergoedingen.
  • 100 % van het bruto jaarbedrag van buitenwettelijke renten zoals het aanvullend pensioen.
  • 100 % van het bruto jaarbedrag van de ontvangen onderhoudsgelden van je ex-partner.
  • Kapitalen, zowel gelden op zicht- als spaarrekeningen, obligaties, dividenden … (maar pro rata vastgestelde vrijstelling tot 18 600 euro). 
  • Verkoop van onroerend goed, erfenis, schenking, in een periode van de afgelopen 10 jaar voor datum van aanvraag van de IGO (uiteraard zijn er telkens verschillende vrijstellingen, zoals de vrijstelling op het KI). 
  • … 

Hoeveel je krijgt is afhankelijk van je eigen bestaansmiddelen en gezinssituatie

Wat is de invloed van je gezinssituatie?

  • Woon je samen met je partner (gehuwd of wettelijk samenwonend)? Dan heb je recht op het basisbedrag (voor samenwonenden). Alles wordt gedeeld door 2.
  • Woon je samen met kinderen of andere bloedverwanten? Van deze personen tellen de bestaansmiddelen niet mee: 
    • minderjarige kinderen
    • meerderjarige kinderen die recht geven op kinderbijslag
    • bloed- of aanverwanten in de rechte lijn: (groot)ouders en (klein)kinderen
  • Woon je enkel samen met personen uit een van de bovenstaande categorieën? Dan heb je recht op het verhoogde basisbedrag (voor alleenstaanden). Je bestaansmiddelen worden gedeeld door het aantal kinderen waarvoor je kinderbijslag krijgt.
  • Woon je verder nog samen met je partner (gehuwd of wettelijk samenwonend) of andere personen? Dan heb je recht op het basisbedrag (voor samenwonenden). Het totaal wordt gedeeld door het aantal samenwonenden van wie de bestaansmiddelen meetellen + het aantal kinderen waarvoor je kinderbijslag krijgt.
  • Woon je samen met één of meerdere andere personen (niet je huwelijks- of wettelijk samenwonende partner, geen bloed- of aanverwanten in de rechte lijn)? Dan vorm je geen gezin met deze personen, maar deel je wel de vaste kosten voor het samenwonen. Je hebt dan recht op het basisbedrag (voor samenwonenden), maar enkel jouw eigen pensioen en bestaansmiddelen (en die van je eventuele partner) tellen mee.
  • Verblijf je of je partner (gehuwd of samenwonend) in een rust- en verzorgingstehuis, maar is dat niet de hoofdverblijfplaats? Dan heb je recht op het verhoogde basisbedrag (voor alleenstaanden). Als één van de partners (gehuwd of wettelijk samenwonend) in een rust- en verzorgingstehuis verblijft, maar het officiële adres nog het (oude) thuisadres is, dan wordt er wel rekening gehouden met de bestaansmiddelen van beide partners en eventueel andere personen die hetzelfde adres delen.
  • Verblijf je in een rust- en verzorgingstehuis en is dat ook je hoofdverblijfplaats? Dan heb je recht op het verhoogd basisbedrag (voor alleenstaanden). In de berekening wordt alleen gekeken naar je eigen bestaansmiddelen. Er wordt geen rekening gehouden met de bestaansmiddelen van de personen die in hetzelfde rusthuis, verzorgingstehuis of psychiatrisch verzorgingstehuis zijn opgenomen.
  • Woon je in een gemeenschap (als geestelijke of als leek)? Dan heb je recht op het basisbedrag (voor samenwonenden), maar wordt er in de berekening alleen gekeken naar je eigen bestaansmiddelen. Voor alle andere en meer gedetailleerde voorwaarden en verminderingen raden we je aan om de website van de Federale Pensioendienst te raadplegen. 

Herman Hombroeck

Voor advies over je pensioen kan je terecht bij je ziekenfonds 
Antwerpen: 03 285 44 42 
Vlaams-Brabant en Brussel: 02 506 99 17 
Limburg: 0492 23 18 75 of pensioen@devoorzorg.be 
Oost-Vlaanderen: 09 333 57 90 
West-Vlaanderen: 056 230 230 (optie 1)

Dit is een artikel uit S-Plus Mag januari - februari - maart 2024. Lees hier nog meer artikels.