Vanaf de jaren ‘60 kan een mijnwerker die 30 jaar heeft gewerkt, een pensioen bekomen, wat ook zijn leeftijd is. Ondergrondse mijnwerkers die minstens 25 jaar tewerkstelling konden bewijzen, kregen een rustpensioen voor extra bijkomende fictieve jaren met een maximum van 5 jaar zodat nog steeds een volledige loopbaan van 30 jaar kon bereikt worden.
Sinds de sluiting van de mijnen in 1990 bestaat die bijpassing uit een pensioensupplement.
Met het nieuwe wetsvoorstel verandert de wijze van berekening van het supplement.
Wat werd er precies beslist?
De nieuwe wet verhoogt het supplement én dat gebeurt met 10 jaar terugwerkende kracht.
Dat betekent dat de Pensioendienst niet enkel vanaf nu een hoger bedrag zal uitbetalen aan mijnwerkerspensioenen, maar ook dat men 10 jaar terug zal keren in de tijd – tot 1 januari 2011.
Hoeveel bedraagt dit supplement?
Het juiste bedrag hangt af van de persoonlijke situatie en zal door de Pensioendienst berekend worden, maar gemiddeld gaat het voor de personen met een rustpensioen “mijnwerker” over een maandelijkse verhoging van 202,29 euro. Voor de personen met een overlevingspensioen “mijnwerker” gaat het over een gemiddelde maandelijkse verhoging van 96,16 euro.
Hoe wordt dit uitbetaald? Wie heeft hier recht op? Hoe vraag ik dit aan? Op deze pagina vindt u meer informatie.