Euthanasie en palliatieve sedatie zijn beide belangrijke redmiddelen voor mensen die onbehandelbaar en ondraaglijk lijden door een ernstige, ongeneeslijke aandoening. Bij euthanasie wordt het leven van de persoon in kwestie opzettelijk beëindigd op diens uitdrukkelijke vraag. Palliatieve sedatie (of continue diepe sedatie) brengt de persoon in een kunstmatige slaap of coma tot deze spontaan overlijdt aan zijn ziekte. Palliatieve sedatie heeft dus zeker niet bedoeling om het leven te beëindigen.
Omdat voor velen het onderscheid tussen deze 2 handelingen niet altijd duidelijk is, wordt hieronder ingegaan op de belangrijkste verschillen.
Palliatieve sedatie: enkel bij terminale patiënten
Euthanasie kan uitgevoerd worden bij mensen die terminaal ziek zijn maar ook wanneer ze ondraaglijk lijden door een niet-terminale aandoening zoals bv. een ongeneeslijke psychiatrische ziekte. Palliatieve sedatie beperkt zich enkel tot terminale patiënten die nog maximaal 1-2 weken te leven hebben. Continue diepe sedatie kan dus niet worden toegepast op bv. iemand met dementie die zichtbaar lijdt maar wellicht nog jaren kan leven.
Palliatieve sedatie kan het leven verkorten
Bij euthanasie is er een duidelijke intentie tot levensbeëindiging, maar enkel op uitdrukkelijke vraag van de patiënt. Bij palliatieve sedatie is deze intentie er niet, hoewel palliatieve sedatie het leven kan verkorten. Tijdens de palliatieve sedatie verhoogt men immers geregeld de slaapverwekkende of verdovende medicatie. Patiënten gewennen namelijk aan deze medicijnen en riskeren hierdoor opnieuw wakker te worden. Door verhoging van de dosis kunnen ze - hoewel wellicht niet bedoeld – sneller overlijden. Bovendien stopt men tegelijk de voeding en de vochttoediening omdat verderzetting ervan zinloos wordt beschouwd. Dit kan ook het stervensmoment beïnvloeden.
Palliatieve sedatie kan met of zonder overleg met de patiënt
In tegenstelling tot euthanasie, dat enkel op uitdrukkelijke vraag van de patiënt kan worden uitgevoerd, kan palliatieve sedatie ook zonder medeweten van de patiënt. Uiteraard moet de arts zijn toestemming vragen om over te gaan tot palliatieve sedatie, maar wanneer de patiënt niet meer wilsbekwaam is - bv. door een hersentumor – mag de arts bij onbehandelbaar lijden de patiënt in een kunstmatige slaap brengen zonder overleg. De arts informeert bij voorkeur de naaste familie over zijn beslissing, maar heeft geen toestemming van hen nodig om over te gaan tot palliatieve sedatie.
Uit onderzoek blijkt dat in 90 % van alle palliatieve sedaties de arts beslist: in 70 % van de gevallen is de patiënt niet op de hoogte - wellicht omdat hij wilsonbekwaam is geworden – en in de resterende 20 % deelt de arts zijn beslissing mee aan de patiënt. De patiënt beslist dus in slechts 10 % van de gevallen zelf. Je kan hieruit besluiten dat bij palliatieve sedatie de arts aan zet is en bij euthanasie de patiënt, vermits zonder zijn verzoek nooit euthanasie kan worden uitgevoerd. Je kan hier ook uit afleiden dat de meeste artsen wellicht liever palliatief sederen – ze blijven in hun comfortzone - dan te moeten ingaan op een euthanasieverzoek.
Palliatieve sedatie als alternatief voor euthanasie
In sommige zorginstellingen - ziekenhuizen, woonzorgcentra – is de uitvoering van euthanasie nog steeds niet evident. Dit wordt vaak toegeschreven aan de christelijke levensbeschouwing van de instelling, maar het kan evengoed de afkeer voor overdreven mortaliteit van de directie weerspiegelen. Zij willen liever een zo laag mogelijk sterftecijfer omwille van de reputatie van de zorginstelling. Om dezelfde reden wordt ook in sommige ziekenhuizen een verplicht advies van de ethische commissie opgedrongen. Hierdoor zullen artsen bijkomend geneigd zijn tot palliatieve sedatie en vervangen ze hiermee de vraag naar euthanasie tot frustratie van de patiënt en zijn familie.
Palliatieve sedatie als vermomming van opzettelijke levensbeëindiging
Terwijl de patiënt in kunstmatige slaap wordt gehouden, gebeurt het dat de naasten na een tijd van waken en afscheid nemen voorzichtig polsen hoelang de arts verwacht dat dit proces nog zal duren en of hij hieraan ‘niets kan doen’. Iedereen weet immers dat de patiënt uiteindelijk zal overlijden.
Het komt voor dat artsen van intentie veranderen en de dosis van de medicatie heel erg verhogen waardoor de patiënt sneller overlijdt. Naar de buitenwereld toe noemt de arts dit nog steeds ‘palliatieve sedatie’ terwijl hij in feite is overgegaan tot opzettelijke levensverkorting (zonder verzoek). Wanneer dit bovendien gebeurt zonder veel overleg met de andere zorgverleners of de familie kan dit tot frustraties leiden en zelfs tot een moeilijk rouwproces.
Palliatieve sedatie komt minstens 4 keer meer voor dan euthanasie
Sinds de euthanasiewet (2002) is het aantal palliatieve sedaties verdubbeld. Artsen en zorgverleners zijn zich meer bewust van het zinloos lijden bij het levenseinde. Maar er schuilen zeker onbeantwoorde euthanasieverzoeken onder en levensbeëindigingen zonder medeweten van de patiënt. Onderzoek suggereert dat in Franstalig België palliatieve sedatie 2-maal meer voorkomt dan in Vlaanderen. Omgekeerd worden 80 % van alle geregistreerde uitvoeringen van euthanasie uitgevoerd in Vlaanderen en slechts 20 % in Franstalig België.
Registratie van palliatieve sedatie?
Om al deze redenen lijkt het logisch palliatieve sedatie ook verplicht te registreren, net zoals euthanasie. Registratie heeft immers de kwaliteit van de uitvoering van euthanasie gunstig beïnvloed. Parlementslid Karin Jiroflée (Vooruit) heeft hierover een wetsvoorstel klaarliggen.
BIO
Wim Distelmans is een Belgisch oncoloog, hoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel en voorvechter in België voor de erkenning van palliatieve zorg en voor de mogelijkheid om euthanasie te kunnen laten uitvoeren.
Dit is een artikel uit S-Plus Mag januari 2022. Lees hier nog meer artikels.