De pensioenbonus

Iedereen zal al wel vernomen hebben via de verschillende mediakanalen, dat de Federale Overheid de pensioenbonus terug in het leven geroepen heeft om iedereen aan te zetten tot langer doorwerken.

We leggen jullie hieronder uit hoe die pensioenbonus precies in zijn werk gaat en wat dit eventueel kan opbrengen als je beslist wat langer door te werken NA je vroegst mogelijke pensioendatum vanaf 1 juli 2024. De bonus is van toepassing in elke stelsel (werknemers, zelfstandigen en ambtenaren).

Omdat de bonus nieuw is, zal er gewerkt worden met een overgangsperiode:

  • De bonus kan pas worden opgebouwd vanaf 1 juli 2024 
    en
  • Het pensioen mag pas ten vroegste vanaf 1 januari 2025 ingaan, anders is er geen recht op de bonus

Wie al gepensioneerd is, heeft geen recht op de nieuwe bonus. Was je al met pensioen en genoot je van de oude bonus, dan blijft die behouden.

De pensioenbonus is er voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren

Hoe bouw je de bonus op?

  • Je moet je pensioen uitstellen en verder werken
  • De bonus kan gedurende max 3 jaar opgebouwd worden
  • De opbouw stopt zodra het pensioen ingaat 

Wat is het bedrag van de bonus?

Het bedrag van de bonus hangt af van het aantal loopbaanjaren op de vroegste pensioendatum en hoe lang er verder gewerkt wordt.

  • Wie 1 dag verder werkt krijgt een bonus van 1 dag
  • Wie 3 maanden langer werkt, krijgt een bonus voor 3 maanden

Er zijn 2 verschillende berekeningen voor de bonus. De ‘gewone loopbaan’ en de ‘lange loopbaan’.

Gewone loopbaan:
als je minder dan 43 jaar loopbaan hebt op de vroegste pensioendatum dan begint de bonus op te bouwen aan het basisbedrag. Het bedrag stijgt per jaar dat er verder gewerkt wordt. Daarnaast wordt er ook gekeken naar de manier van uitbetalen van de bonus. Dit kan éénmalig of per maand.

Hoeveel bedraagt de pensioenbonus als je voltijds verder werkt en kiest voor een eenmalige betaling bij een ‘gewone loopbaan’?

Voor het eerste jaar dat je verder werkt na je vroegste pensioendatum krijg je in totaal 3 775 euro netto voor een voltijdse functie. Voor het tweede jaar dat je verder werkt na je vroegste pensioendatum krijg je in totaal 7 550 euro netto voor een voltijdse functie. Voor het derde jaar dat je verder werkt na je vroegste pensioendatum krijg je in totaal 11 325 euro netto voor een voltijdse functie.

Na 3 jaar voltijds verder te werken na de vroegste pensioendatum heb je in totaal een pensioenbonus van 22 650 euro netto opgebouwd.

Hoeveel bedraagt de pensioenbonus als je voltijds verder werkt en kiest voor een maandelijkse betaling bij een ‘gewone loopbaan’?

Het eerste jaar dat je voltijds verder werkt na je vroegste pensioendatum levert je 15,60 euro netto op, die je iedere maand bovenop je pensioen zal ontvangen. Het tweede jaar dat je voltijds verder werkt na je vroegste pensioendatum levert je 31,20 euro netto op, die je iedere maand bovenop je pensioen zal ontvangen. Het derde jaar dat je voltijds
verder werkt na je vroegste pensioendatum levert je 46,80 euro netto op, die je iedere maand bovenop je pensioen zal ontvangen. Na 3 jaar voltijds verder te werken na de vroegste pensioendatum zal je iedere maand bovenop je pensioen een extra nettobedrag van 93,60 euro ontvangen.

Lange Loopbaan:
als je 43 loopbaanjaren of meer hebt op je vroegste pensioendatum, dan bouw je de bonus onmiddellijk aan het hoogste bedrag op. Hoeveel bedraagt de pensioenbonus als je voltijds verder werkt en kiest voor een eenmalige betaling bij een ‘lange loopbaan’? Voor het eerste jaar dat je verder werkt na je vroegste pensioendatum krijg je in totaal 11 325 euro netto voor een voltijdse functie. Voor het tweede jaar dat je verder werkt na je vroegste pensioendatum krijg je in totaal 11 325 euro netto voor een voltijdse functie. Voor het derde jaar dat je verder werkt na je vroegste pensioendatum krijg je in totaal 11 325 euro netto voor een voltijdse functie. Na 3 jaar voltijds verder te werken na de vroegste pensioendatum heb je in totaal een pensioenbonus van 33 975 euro netto opgebouwd.

Hoeveel bedraagt de pensioenbonus als je voltijds verder werkt en kiest voor een maandelijkse betaling bij een ‘lange loopbaan’? Het eerste jaar dat je voltijds verder werkt na je vroegste pensioendatum levert je 46,80 euro netto op, die je iedere maand bovenop je pensioen zal ontvangen. Het tweede jaar dat je voltijds verder werkt na je vroegste pensioendatum levert je 46,80 euro netto op, die je iedere maand bovenop je pensioen zal ontvangen. Het derde jaar dat je voltijds verder werkt na je vroegste pensioendatum levert je 46,80 euro netto op, die je iedere maand bovenop je pensioen zal ontvangen. Na 3 jaar voltijds verder te werken na de vroegste pensioendatum zal je iedere maand bovenop je pensioen een extra nettobedrag van 140,40 euro ontvangen.

Werk je deeltijds? Vermenigvuldig de voltijdse pensioenbonus met de juiste arbeidsduur (80 %, 50 % …) om het bonusbedrag te berekenen. 

Opgepast, er is ook een plafond ingebouwd. De som van al je pensioenen, zowel wettelijk als aanvullend, en de bonus mag niet meer bedragen dan 7.969,68 euro bruto pensioen per maand of 95.636,10 euro bruto per jaar. (index 172,61 vanaf 01.11.2023) 

De controle zal gebeuren in 3 stappen:

  1. Alle pensioenbedragen (wettelijke, aanvullende en bonus) worden omgezet in een maandelijks bedrag.
  2. Alle maandelijkse bedragen worden dan samen opgeteld, pensioensparen individueel tellen ze niet mee.
  3. Daarna wordt er gecontroleerd of het plafond niet overschreden wordt.

Er zijn uiteraard nog wat detailvoorwaarden gekoppeld aan deze bonus (gelijkstelling van max 30 dagen bij ziekte tijdens doorwerken, minstens 1 dag tewerkstelling in een kwartaal alvorens start ...).

Wij adviseren op dit moment om een afspraak te maken bij de Pensioendienst van Solidaris bij jou in de buurt om alles nog eens te overlopen. Een groot voordeel van de nieuwe bonus is dat hij vanaf december 2024 (vooropgesteld door de FPD) zeker ook per dag zichtbaar zou moeten zijn op My Pension. Het duurt immers enkele maanden om het programma My Pension.be en de andere rekenprogramma’s aan te passen.

Voor advies over je pensioen kan je terecht bij je ziekenfonds
Antwerpen: 03 285 44 44 (Keuze 3, Keuze 2) of pensioeninfo.ant@solidaris.be
Vlaams-Brabant en Brussel: 02 506 99 17 (enkel op maandag en donderdag van 13.30 tot 16 uur)
Limburg: 0492 23 18 75 of pensioen.lim@solidaris.be
Oost-Vlaanderen: 09 333 57 90
West-Vlaanderen: 056 230 230 (optie 1) of dmw.wvl@solidaris.be 

Auteur: Herman Hombroek
Bron: Website FPD

Gewaarborgd minimumpensioen voor onthaalouders

In januari 2023 werd de pensioenregeling voor personen die onthaalouder waren of zijn tussen 1 januari 2003 en 31 december 2032 aangepast. Volgens het nieuwe wetsvoorstel zullen de jaren vanaf 2003 meer invloed hebben op de pensioenberekening, waardoor het voor onthaalouders makkelijker wordt om te voldoen aan de vereiste loopbaanvoorwaarden voor het gewaarborgd minimumpensioen.

Opgelet, dit is de toepassing van de vorige voorwaarden van het gewaarborgd minimumpensioen, de hervorming van de toelatingsvoorwaarden tot het gewaarborgd minimumpensioen moet nog ter stemming voorgelegd worden op 4 april 2024.

Waarom wordt het recht op het gewaarborgd minimumpensioen voor onthaalouders soepeler? 

Vóór 2003 bouwden onthaalouders geen pensioen op omdat ze geen sociale bijdragen betaalden. Sinds 2003 is de wetgeving veranderd en kunnen onthaalouders nu ook pensioen opbouwen. Maar mensen die het grootste deel van hun loopbaan vóór 2003 als onthaalouder werkten en nu dichter bij de pensioenleeftijd komen, kunnen niet voldoen aan de vereiste 30 loopbaanjaren voor het gewaarborgd minimumpensioen. Om dit probleem op te vangen wordt de toegang tot het gewaarborgd minimumpensioen voor onthaalouders versoepeld.

Volgens het nieuwe wetsvoorstel zullen de jaren vanaf 2003 meer invloed hebben op de pensioenberekening

Deze wijzigingen gelden alleen als je:

  • tussen 1 januari 2003 en 31 december 2032 minstens 156 voltijdse dagen per jaar als onthaalouder hebt gewerkt en je met pensioen ging of gaat tussen 1 januari 2023 en 2 januari 2033.
  • Echter, de perioden vóór 2003 waarin je als onthaalouder werkte, tellen niet mee voor je pensioen omdat je geen
    bijdragen betaalde. Deze perioden worden ook niet meegerekend om te bepalen of je voldoet aan de voorwaarden voor het gewaarborgd minimumpensioen. De gewijzigde regelgeving probeert dit te compenseren. Het aantal jaren waarin je minstens 156 voltijdse dagen als onthaalouder hebt gewerkt tussen 1 januari 2003 en 31 december 2032 wordt verhoogd.
  • Deze verhoging wordt berekend door het aantal jaren van minstens 156 voltijdse dagen als onthaalouder te vermenigvuldigen met een breuk. De teller van deze breuk is 45, de noemer is het aantal jaren tussen 1 januari 2003 en 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waar je de wettelijke pensioenleeftijd bereikt. Dit verhoogde aantal jaren bepaalt of je voldoet aan de loopbaanvoorwaarden voor het verkrijgen van het gewaarborgd minimumpensioen.

Overlevingspensioen

De wijzigingen in de wetgeving hebben ook gevolgen voor je overlevingspensioen als je overleden huwelijkspartner onthaalouder was. Deze maatregel is van toepassing als

  • je overleden huwelijkspartner al met pensioen was en dat rustpensioen is ingegaan tussen januari 2023 en januari 2033.
  • je partner nog niet met pensioen was en overleden is vóór 1 januari 2033, en je overlevingspensioen ingaat na 31 december 2022.

Het recht op het gewaarborgd minimumpensioen voor onthaalouders wordt soepeler

Moet je een aanvraag doen?

1. Mijn pensioen werd onderzocht vóór 2023 maar niet uitbetaald
Wens je jouw pensioen op te nemen na 31 december 2022, dan moet je opnieuw een aanvraag indienen.

  • Doe je een aanvraag tussen 1 januari 2023 en 30 juni 2023, dan kan je pensioen met terugwerkende kracht ten vroegste ingaan vanaf 1 januari 2023.
  • Doe je een aanvraag na 30 juni 2023, dan kan je pensioen ten vroegste ingaan de maand volgend op de aanvraag.

2. Mijn pensioen werd vóór 2023 onderzocht en uitbetaald
Dan heb je geen recht op een herziening. Deze nieuwe regel geldt alleen voor pensioenen die ingaan tussen 1 januari 2023 en 31 december 2032.

3. Mijn pensioen startte in 2023, of later 
Dan moet je niets doen. De Federale Pensioendienst onderzoekt automatisch of deze wetswijziging een invloed heeft op je pensioen. Je ontvangt hierover nog een brief in de loop van 2024.

Opgelet, de nieuwe hervorming van de toetreding tot het minimumpensioen zal pas gestemd worden op 4 april 2024 en wordt daarna gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Voor advies over je pensioen kan je terecht bij je ziekenfonds
Antwerpen: 03 285 44 44 (Keuze 3, Keuze 2) of pensioeninfo.ant@solidaris.be
Vlaams-Brabant en Brussel: 02 506 99 17 (enkel op maandag en donderdag van 13.30 tot 16 uur)
Limburg: 0492 23 18 75 of pensioen.lim@solidaris.be
Oost-Vlaanderen: 09 333 57 90
West-Vlaanderen: 056 230 230 (optie 1) of dmw.wvl@solidaris.be

Bron: Federale Pensioendienst
Herman Hombroek

Dit is een artikel uit S-Plus Mag april - mei - juni 2024. Lees hier nog meer artikels.

Inkomensgarantie voor ouderen (IGO)

We hebben afgelopen maanden gemerkt dat er heel wat mensen zijn met vragen inzake de Inkomensgarantie voor ouderen (IGO). We leggen uit wat dit juist betekent en welke de voornaamste voorwaarden zijn om in aanmerking te komen.

De inkomensgarantie voor ouderen is een uitkering voor 65-plussers met beperkte financiële middelen. Om hiervoor in aanmerking te komen dien je aan bepaalde voorwaarden te voldoen. Omdat het een zeer uitgebreide wetgeving is inzake het laten meetellen van allerlei inkomsten en de vrijstellingen hierop, hebben we gekozen om slechts de voornaamste aan te halen in dit artikel. Voor de volledige wetgeving verwijzen we je naar de website van de Federale Pensioendienst.

Je hebt recht op een IGO als je voldoet aan onderstaande voorwaarden: 

  • Je bestaansmiddelen bedragen per maand minder dan: 
    • 1 519,01 euro voor alleenstaanden (op 01.11.2023 aan index 172,61)
    • 1012,67 euro voor samenwonenden (op 01.11.2023 aan index 172,61)
  • Je bent minstens 65 jaar (vanaf 2025 minstens 66 jaar en vanaf 2030 minstens 67 jaar)
  • Je bent Belg (of je bevindt je op een gelijkgestelde situatie)
  • Je hoofdverblijfplaats is in België

De inkomensgarantie voor ouderen is een uitkering voor 65-plussers met beperkte ­financiële middelen

Hoeveel krijg je? 

Dat is afhankelijk van je eigen bestaansmiddelen en gezinssituatie. Ben je samenwonend en bedragen je financiële middelen minder dan 1012,67 euro per maand? Dan ontvang je een IGO tot aan het bedrag van 1012,67 euro bruto per maand. 

Ben je alleenstaand en bedragen je bestaansmiddelen minder dan 1 519,01 euro per maand? Dan ontvang je een IGO tot aan dit bedrag van 1 519,01 euro bruto per maand. Je wordt als alleenstaande gezien als je als enige gedomicilieerd bent op je hoofdverblijfplaats. 

Hoe vraag je jouw IGO aan? 

In de meeste pensioendossiers start het onderzoek automatisch vanaf je 65ste wettelijke pensioendatum. Op voorwaarde dat je pas op je pensioen zal gaan op je 65ste. Ga je vroeger op pensioen, om welke reden dan ook, dan moet je zelf een aanvraag doen vanaf je wettelijke leeftijd van 65 jaar. Je kan dan een aanvraag doen via My Pension, via het gratis nummer 1765 of door een afspraak te maken in je gemeente bij de sociale dienst of de pensioendienst van Solidaris.

Waarmee houdt men rekening bij de berekening van je IGO?

  • 90 % van het bruto jaarbedrag Belgische en buitenlandse wettelijke pensioenen. Dit totaal wordt gedeeld door het aantal personen (= aantal samenwonenden waarvan de pensioenen en bestaansmiddelen meetellen en het aantal kinderen die recht geven op kinderbijslag).
  • 75 % van de beroepsinkomsten op jaarbasis (zowel van jezelf als van je partner), van het resterende bedrag mag er 5000 euro in mindering worden gebracht.
  • 100 % van het bruto jaarbedrag van het vervangingsinkomen.
  • 100 % van het bruto jaarbedrag van oorlogspensioenen en vergoedingen.
  • 100 % van het bruto jaarbedrag van buitenwettelijke renten zoals het aanvullend pensioen.
  • 100 % van het bruto jaarbedrag van de ontvangen onderhoudsgelden van je ex-partner.
  • Kapitalen, zowel gelden op zicht- als spaarrekeningen, obligaties, dividenden … (maar pro rata vastgestelde vrijstelling tot 18 600 euro). 
  • Verkoop van onroerend goed, erfenis, schenking, in een periode van de afgelopen 10 jaar voor datum van aanvraag van de IGO (uiteraard zijn er telkens verschillende vrijstellingen, zoals de vrijstelling op het KI). 
  • … 

Hoeveel je krijgt is afhankelijk van je eigen bestaansmiddelen en gezinssituatie

Wat is de invloed van je gezinssituatie?

  • Woon je samen met je partner (gehuwd of wettelijk samenwonend)? Dan heb je recht op het basisbedrag (voor samenwonenden). Alles wordt gedeeld door 2.
  • Woon je samen met kinderen of andere bloedverwanten? Van deze personen tellen de bestaansmiddelen niet mee: 
    • minderjarige kinderen
    • meerderjarige kinderen die recht geven op kinderbijslag
    • bloed- of aanverwanten in de rechte lijn: (groot)ouders en (klein)kinderen
  • Woon je enkel samen met personen uit een van de bovenstaande categorieën? Dan heb je recht op het verhoogde basisbedrag (voor alleenstaanden). Je bestaansmiddelen worden gedeeld door het aantal kinderen waarvoor je kinderbijslag krijgt.
  • Woon je verder nog samen met je partner (gehuwd of wettelijk samenwonend) of andere personen? Dan heb je recht op het basisbedrag (voor samenwonenden). Het totaal wordt gedeeld door het aantal samenwonenden van wie de bestaansmiddelen meetellen + het aantal kinderen waarvoor je kinderbijslag krijgt.
  • Woon je samen met één of meerdere andere personen (niet je huwelijks- of wettelijk samenwonende partner, geen bloed- of aanverwanten in de rechte lijn)? Dan vorm je geen gezin met deze personen, maar deel je wel de vaste kosten voor het samenwonen. Je hebt dan recht op het basisbedrag (voor samenwonenden), maar enkel jouw eigen pensioen en bestaansmiddelen (en die van je eventuele partner) tellen mee.
  • Verblijf je of je partner (gehuwd of samenwonend) in een rust- en verzorgingstehuis, maar is dat niet de hoofdverblijfplaats? Dan heb je recht op het verhoogde basisbedrag (voor alleenstaanden). Als één van de partners (gehuwd of wettelijk samenwonend) in een rust- en verzorgingstehuis verblijft, maar het officiële adres nog het (oude) thuisadres is, dan wordt er wel rekening gehouden met de bestaansmiddelen van beide partners en eventueel andere personen die hetzelfde adres delen.
  • Verblijf je in een rust- en verzorgingstehuis en is dat ook je hoofdverblijfplaats? Dan heb je recht op het verhoogd basisbedrag (voor alleenstaanden). In de berekening wordt alleen gekeken naar je eigen bestaansmiddelen. Er wordt geen rekening gehouden met de bestaansmiddelen van de personen die in hetzelfde rusthuis, verzorgingstehuis of psychiatrisch verzorgingstehuis zijn opgenomen.
  • Woon je in een gemeenschap (als geestelijke of als leek)? Dan heb je recht op het basisbedrag (voor samenwonenden), maar wordt er in de berekening alleen gekeken naar je eigen bestaansmiddelen. Voor alle andere en meer gedetailleerde voorwaarden en verminderingen raden we je aan om de website van de Federale Pensioendienst te raadplegen. 

Herman Hombroeck

Voor advies over je pensioen kan je terecht bij je ziekenfonds 
Antwerpen: 03 285 44 42 
Vlaams-Brabant en Brussel: 02 506 99 17 
Limburg: 0492 23 18 75 of pensioen@devoorzorg.be 
Oost-Vlaanderen: 09 333 57 90 
West-Vlaanderen: 056 230 230 (optie 1)

Dit is een artikel uit S-Plus Mag januari - februari - maart 2024. Lees hier nog meer artikels.

Van hervorming naar hervorming

Het pensioenlandschap zal zonder twijfel de komende jaren een grondige verandering ondergaan. De regering heeft al tot twee maal toe hervormingen goedgekeurd binnenskamers maar op de start van de praktische uitvoering (publicatie in het Belgisch Staatsblad) en de uitvoeringsbesluiten is het nog steeds wachten.

Wat mogen of kunnen we verwachten inzake de 2de hervorming (juli 2023)? 
Het blijven doorwerken tot aan de wettelijke pensioenleeftijd wordt financieel aantrekkelijker gemaakt. 

Op dit moment en nog tot februari 2025 is de wettelijke pensioenleeftijd nog altijd 65 jaar. De meeste Belgen wachten echter niet tot hun wettelijke pensioenleeftijd om met pensioen te gaan. In België kan je nog steeds op vervroegd pensioen gaan met een loopbaanvoorwaarde van 42 jaar en de leeftijd van minstens 63 jaar. Ook voor de lange loopbanen zijn er bepaalde uitzonderingen gemaakt (43 loopbaanjaren met leeftijd 61 en 44 loopbaanjaren met leeftijd 60 jaar). 

Wie langer doorwerkt dan zijn vroegste pensioendatum heeft recht op een bonus

Deze voorwaarden blijven behouden wanneer de wettelijke pensioenleeftijd in de toekomst stijgt naar 66 jaar (2025) en 67 jaar (2030). De minimum loopbaanjaren van 42 jaar blijven van toepassing op een leeftijd van 63 jaar. 

Als je vroeger stopt met werken ten opzichte van de wettelijke pensioenleeftijd, zal je logischerwijze ook minder pensioen krijgen. Per jaar dat je vroeger stopt, zal het wettelijke pensioen afnemen met minstens 1/45ste. Is dat een groot verschil? Voor sommigen niet, voor anderen dan weer wel maar vele mensen kiezen toch voor de ‘vrijheid’ van het vervroegd pensioen in plaats van meer pensioen te krijgen. Maar dat verschil wil de regering nu groter gaan maken door het (opnieuw) invoeren van de pensioenbonus.

De pensioenbonus 
Wie langer doorwerkt, bouwt niet alleen zijn wettelijk pensioen verder op maar heeft ook recht op een bonus. Die kan oplopen tot maximaal 23 000 euro (22 645 zou het correcte bedrag zijn) voor 3 jaar langer werken dan de vroegste pensioendatum. Dit bedrag zou dan in één keer uitbetaald worden maar je kan ook kiezen om het in een lijfrente om te zetten zodat je maandelijks een bedrag bovenop je wettelijk pensioen krijgt en dit tot zolang je leeft. Voor de bonus zal er geen onderscheid gemaakt worden tussen de 3 grote pensioencategorieën: bedienden, zelfstandigen of ambtenaren. De bonus kan enkel opgebouwd worden voor wie langer doorwerkt maar minder dan 45 loopbaanjaren heeft en dit gedurende maximum 3 jaar. Indien je zou beslissen in deze periode van 3 jaar toch te stoppen, dan zal pro rata een berekening gemaakt worden van de opgebouwde bonus. Je bent niet verplicht om die 3 jaar nog door te werken. Andere uitzonderingen zijn er voor de lange loopbanen (omdat zij al aan 43 of 44 jaar zitten) en voor wie deeltijds werkt (berekening pro rata volgens het aantal gewerkte dagen). Voor de juiste detailberekening is het nog eventjes wachten op de publicatie en de uitvoeringsbesluiten. Eén zaak is echter al zeker inzake de bonus: de bonus zal beginnen te lopen op 01.01.2024. Wie dus begin 2023 op vervroegd pensioen kon gaan maar nog steeds aan het werk is zal pas vanaf 01.01.2024 een start kennen van de opbouw van de pensioenbonus. De opbouw van de bonus kan je volgen via My Pension met alle mogelijke financiële extra’s. 

Veel mensen kiezen voor een vervroegd pensioen in plaats van langer te werken

Andere pensioenmaatregelen die hervormd worden 
Afschaffing van de perequatie voor de ambtenaren.De pensioenen van de ambtenaren zullen minder snel stijgen en niet meer zo fors al voorheen. Er zal gewerkt worden met een vastgesteld plafond. Wie erboven zit, zal een forfaitaire enveloppe krijgen. Wie eronder zit, zal nog wel een stijging krijgen van het pensioen maar beperkt tot max 0,3 % op jaarbasis. 

Hogere belastingen voor de aanvullende pensioenen. Vanaf 2028 (!) komt er een verhoging van de ‘Wijninckxbijdrage’ van 3 % naar 6 %. Dat is een bijdrage voor werknemers en CEO’s die in combinatie met hun wettelijk pensioen boven het maximale ambtenarenpensioen uitkomen. Er komt jaarlijks voor deze kleine groep van mensen een berekening hiervoor, zolang ze het aanvullend pensioen opbouwen. 

Minimumpensioenen. Het zijn vooral de beslissingen die reeds bij de laatste hervorming in juli 2022 werden genomen die wat gefinaliseerd worden. De belangrijkste beslissing is de toegang tot het minimumpensioen. Van de 30 te bewijzen jaren moeten er minstens 20 jaar bijzitten van effectieve tewerkstelling. Ook sommige gelijkstellingsjaren tellen mee, zoals ziekte. De periodes van gelijkstelling worden zelfs nog uitgebreid met moederschapsrust, vaderschapsverlof, adoptieverlof en pleegouderverlof. Ook de thematisch verloven, zorgkrediet … zitten erin vervat. Opgepast, het zijn enkel de gewerkte (of gelijkgestelde) jaren die zullen meetellen voor de berekening van het bedrag. Als je slechts 25 jaar gewerkt hebt dan zal je ook maar 25/45ste ontvangen van het minimumpensioen. Heb je altijd halftijds gewerkt dan zal je ook maar de helft van het minimumpensioen ontvangen. 

Aanpassing van de ZIV-Bijdrage: deze bijdrage bedraagt 3,55 % van het brutobedrag van je pensioen indien het wettelijk pensioen en het aanvullend pensioen per maand hoger zijn dan 1.990,87 euro (of 2.359 euro voor een gezinspensioen). Dat zou ertoe kunnen leiden dat bepaalde personen een bedrag van gemiddeld 320 euro per jaar meer pensioen overhouden, omdat zij vroeger een relatief hoog wettelijk pensioen hadden en een beperkte tweede pijler, waardoor het bedrag van de tweede pijler bijna volledig naar het betalen van de ZIV ging. Dit zal nu door dit systeem worden rechtgezet. Personen met een wettelijk pensioen dat hoger is dan 1.990,87 euro bruto blijven de 3,55 % ZIV betalen.

Voor advies over je pensioen kan je terecht bij je ziekenfonds 
Antwerpen: 03 285 44 42 
Vlaams-Brabant en Brussel: 02 506 99 17 
Limburg: 0492 23 18 75 of pensioen.lim@solidaris.be 
Oost-Vlaanderen: 09 333 57 90 
West-Vlaanderen: 056 230 230 (optie 1)

Dit is een artikel uit S-Plus Mag oktober-november-december 2023. Lees hier nog meer artikels.

Heb ik recht op een overlevingspensioen of een overgangsuitkering?

De federale pensioendienst is enkele maanden geleden een nieuwe campagne gestart inzake overlevingspensioen en overgangsuitkering. Ze willen het verschil tussen beide duidelijk maken en aantonen welke financiële ondersteuningsmaatregelen er bestaan.

Laten we alvast beginnen met één GROTE voorwaarde: je moet minstens 1 jaar getrouwd zijn (of tot de uitzonderingen behoren). Wettelijk of feitelijk samenwonen of andere vormen van samenwonen komen niet in aanmerking voor een overlevingspensioen of overgangsuitkering.

Het overlevingspensioen en de overgangsuitkering zijn beiden steunmaatregelen

Het overlevingspensioen en de overgangsuitkering zijn beiden steunmaatregelen. Naast de emotionele last van het wegvallen van een huwelijkspartner komt er vaak nog een administratieve last en een financieel verlies bovenop. Door deze campagne hoopt de federale pensioendienst dat mensen duidelijk weten welke hun mogelijkheden zijn en op welke financiële ondersteuning ze kunnen rekenen.

Wie krijgt een overlevingspensioen?

Ben je minstens 1 jaar getrouwd geweest bij het wegvallen van je huwelijkspartner, dan kan je in aanmerking komen voor een overlevingspensioen, op voorwaarde dat je in 2023 zelf de leeftijd hebt van 49 jaar. Was je huwelijkspartner reeds op pensioen en jijzelf ook, dan bestaat er een systeem van cumulatie waarbij je het overlevingspensioen mag cumuleren met je eigen rustpensioen tot een opgelegd maximum berekend bedrag.

Was je huwelijkspartner nog niet op pensioen, dan zal het overlevingspensioen berekend worden op hetzelfde systeem als een rustpensioen, maar op basis van de loopbaan van je overleden huwelijkspartner. Je moet dan een keuze maken tussen het overlevingspensioen of je eigen inkomsten uit een tewerkstelling.

Heb je een sociale uitkering (invaliditeit, werkloosheid) bij het wegvallen van je huwelijkspartner dan mag je 12 al dan niet opeenvolgende maanden je uitkering cumuleren met het overlevingspensioen, doch het overlevingspensioen zal dan gedurende deze 12 maanden beperkt worden. Nadien moet je opnieuw kiezen tussen het overlevingspensioen of je sociale uitkering.

Als je huwelijkspartner reeds op pensioen was dan is het overlevingspensioen gelijk aan het rustpensioen. Was je partner nog niet op pensioen dan dient het overlevingspensioen berekend te worden op dezelfde manier als een rustpensioen op basis van de loopbaan van je overleden huwelijkspartner. De formule die wordt toegepast voor de berekening van je maximale cumul met je eigen rustpensioen is verschillend voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren.

Wat is een ‘overgangsuitkering’?

Deze uitkering is een tijdelijke uitkering voor iedere huwelijkspartner die geen 49 jaar is in 2023. Het al dan niet hebben van kinderen is bepalend voor de duurtijd van de uitkering. Er moet wel voldaan worden aan de voorwaarde van 1 jaar huwelijk. Bij deze vorm van uitkering is het niet belangrijk of je overleden partner al dan niet al op pensioen was bij het overlijden.

De duurtijd van de overgangsuitkering is sinds oktober 2021 aangepast door de federale pensioendienst. Hieronder kan je een overzicht terugvinden van de eventuele looptijd van de overgangsuitkering

Hoe vraag je een overlevingspensioen aan?

Indien je huwelijkspartner reeds gepensioneerd was op het moment van het overlijden, dan moet je geen aanvraag indienen en zal alles automatisch opgestart worden.

Ben je jonger dan 49 jaar in 2023 bij het overlijden van je huwelijkspartner, dan heb je recht op de overgangsuitkering

In alle andere situaties moet je een aanvraag indienen. Opgelet, indien je je aanvraag doet na 12 maanden na het overlijden, dan zal je overlevingspensioen pas ingaan op de eerste dag van de maand volgend op je aanvraag. Was je huwelijkspartner reeds gepensioneerd dan zal je overlevingspensioen ingaan op de eerste dag van de maand na het overlijden.

Was hij of zij nog niet gepensioneerd dan is er opnieuw een verschil van ingangsdatum naargelang je overleden huwelijkspartner een werknemer of ambtenaar was. Als hij een werknemer was, dan start het overlevingspensioen de eerste dag van de maand van het overlijden. Als hij ambtenaar was, dan start het overlevingspensioen op de eerste dag van de maand na het overlijden.

De duurtijd van de overgangsuitkering is sinds oktober 2021 aangepast door de federale pensioendienst. Hieronder kan je een overzicht terugvinden van de eventuele looptijd van de overgangsuitkering:

Gezinssituatie

Duur van de overgangsuitkering

Geen kind ten laste

18 maanden

Enkel kind(eren) ten laste van 13 jaar (1) 
of ouder

36 maanden

Minstens 1 kind ten laste jonger dan 13 jaar (1)

48 maanden

Minstens 1 kind ten laste met een handicap (2)

48 maanden

Een kind werd geboren binnen de 300 dagen
na het overlijden

48 maanden

(1) Kinderen die in het kalenderjaar van overlijden 13 jaar worden, beschouwen we voor het hele jaar als 13-jarige.
(2) Het gaat hier om een kind, ongeacht de leeftijd:

  • waarvoor je in principe kinderbijslag krijgt;
  • en dat erkend is als gehandicapt. Een kind is erkend als gehandicapt als het voor minstens 66 % getroffen is door ontoereikende of verminderde lichamelijke of geestelijke geschiktheid wegens 1 of meer aandoeningen.

Hoe vraag je een overgangsuitkering aan?

De aanvraag moet gebeuren binnen de termijn die naargelang jouw situatie van toepassing is (18 – 36 – 48 maanden).

Doe je je aanvraag binnen de 12 maanden, dan heb je recht op de volledige periode die je is toegekend op basis van je gezinssituatie (18-36-48 maanden). Doe je je aanvraag na 12 maanden na het overlijden maar binnen de jouw toegekende periode (18-36-48 maanden) dan krijg je de toegekende periode maar met de vermindering van de maanden die reeds verstreken zijn. Dus het is heel belangrijk om de aanvraag te doen binnen de 12 maanden na het overlijden.

Wanneer de periode die jou op basis van je gezinssituatie toegekend is voorbij is, zal de overgangsuitkering stoppen en zal je moeten teren op je eigen inkomsten op dat moment. (werk, sociale uitkering …). Heb je geen tewerkstelling op dat moment dan krijg je onmiddellijk toegang tot de werkloosheid zonder de wachttijd te moeten respecteren. De federale pensioendienst heeft een website ontwikkeld waar alles wat je moet doen en weten bij een overlijden, gebundeld wordt: www.wezijnervoorjou.be.

Dit is een artikel uit S-Plus Mag april-mei-juni 2023.

dsfsqfdsqfdsfdsqdfsqdfsqdsqdfsfdsfd
    

Bijverdienen na je pensioen

Kan je met je pensioen moeilijk rond komen? Of wil je graag nog bijklussen? Ook als gepensioneerde, of als huwelijkspartner van een gepensioneerde die een gezinspensioen ontvangt, kan je iets bijverdienen. De ‘toegelaten arbeid’ zal in principe niet voor extra pensioenrechten zorgen. Maar wat mag je bijverdienen en welke voorwaarden gelden er?

Wanneer kan je onbeperkt bijverdienen tijdens je pensioen?

  • Vanaf je 65 jaar indien je een eigen rustpensioen ontvangt
  • Als je jonger bent dan 65 jaar maar minstens 45 jaar gewerkt hebt bij ingang van je pensioen
  • Als je een overgangsuitkering ontvangt (indien je niet voldoet aan de voorwaarden van een overlevingspensioen)

In alle andere situaties zijn er inkomensgrenzen voorzien die je moet naleven. Als je deze grenzen overschrijdt, kan je een boete krijgen in de vorm van pensioenvermindering of pensioenschorsing het jaar nadien.

Als gepensioneerde heb je enkel een ‘meldingsplicht’ ten opzichte van de FPD (Federale Pensioendienst). Je moet je beroepsactiviteit enkel aangeven als je je eerste
pensioen nog moet ontvangen. Dit zal ook gevraagd worden in het bundeltje dat je zal ontvangen bij de aanvraag van je pensioen.

Inkomensgrenzen

De grensbedragen worden jaarlijks op 1 januari aangepast. Voor een actueel overzicht verwijzen we je naar de website van de Federale Pensioendienst. Maar van wat hangt nu juist het bedrag af dat je mag bijverdienen?

  • Je leeftijd of die van je huwelijkspartner die bijverdient als je een gezinspensioen hebt
  • Het aantal loopbaanjaren vóór je pensioen
  • In welk stelsel dat je een pensioen ontvangt (werknemer, zelfstandige of ambtenaar)
  • De reden van je pensionering (enkel voor ambtenaren)
  • Welk soort pensioen (rust- of overlevingspensioen)
  • Kinderen ten laste
  • De ingangsdatum van je pensioen
  • Welk beroep je zal doen in toegelaten arbeid
  • Het kalenderjaar waarin je bijverdiende

Schematische voorstelling van de algemene regeltjes en de bedragen(bron: Federale Pensioendienst):

Enkele belangrijke kanttekeningen bij deze tabel:

  • Indien je een ambtenarenpensioen hebt dat samengesteld is uit een rustpensioen en een supplement gewaarborgd minimum, dan mag je slechts maximum € 1100,59 bruto per jaar bijverdienen. Verdien je meer bij, dan kan je het supplement kwijtraken.
  • De hierboven beschreven bedragen zijn bij het bijverdienen als werknemer of ambtenaar altijd BRUTO, als zelfstandige NETTO.
  • Als jij of je huwelijkspartner kinderbijslag ontvangt voor een kind ten laste dan mag slechts één huwelijkspartner de verhoogde grenzen met de kinderlast toepassen zoals aangegeven in de tabel.  Indien de kinderbijslag wegvalt, dan zijn het opnieuw de bedragen zonder kinderen ten laste die dienen toegepast te worden.
  • De datum van ingang van je pensioen is van belang om een correct bedrag te kunnen berekenen van je toegelaten arbeid.  De bedragen in de tabel zijn bedragen voor personen die vanaf 1/01 van een bepaald jaar in pensioen gaan. Om het correct bedrag te kunnen berekenen zal er gekeken worden naar de juiste maand van ingang van je pensioen en zo in verrekening gebracht worden met het bedrag in bovenstaande tabel.  
    • Voorbeeld:  iemand zijn pensioen is in gegaan op 1/05/2022. Hij was jonger dan 65 jaar en had geen 45 loopbaanjaren. Hij verdient bij als werknemer, zonder kinderen te laste.  Zijn berekening is als volgt: € 8634: 12 maanden x het aantal maanden dat vallen na zijn ingangsdatum van zijn pensioen: 8634 : 12 x 8 maanden = € 5756 bruto voor het jaar waarin hij op pensioen is gegaan, dus voor 2022. Vanaf 1/01/2023 mag hij opnieuw het jaarbedrag van € 8634 bruto bijverdienen (waarschijnlijk zal dit iets hoger zijn gezien de aanpassing vanaf 1/01).
    • Ga je op pensioen op 1 december 2022, dan mag je slechts 8634 : 12 x 1 maand = € 719.50 bruto bijverdienen.

Welke inkomsten tellen mee?

De Pensioendienst houdt rekening met elke activiteit die een inkomen of een vergoeding oplevert in België, het buitenland of in dienst van een internationale instelling. Indien je een gezinspensioen hebt, wordt er ook gekeken naar de inkomsten uit de activiteit van je huwelijkspartner. 

Flexi-job

Wil je niet meer voltijds aan het werk, dan kan je als gepensioneerde ook voor een flexi-job kiezen. Je moet voldoen aan een van de volgende voorwaarden:

  • Je bent 65 jaar of ouder op het moment dat je de flexi-job gaat doen,
  • Of je hebt in het 3de kwartaal voorafgaand aan de flexi-job minstens 4/5de van een voltijdse tewerkstelling uitgeoefend bij één of meerdere andere werkgevers,
  • Of je staat in het 2de kwartaal voorafgaand aan de flexi-job reeds vermeld in het pensioenkadaster (alleen vanaf de leeftijd van 50 jaar).

Ook volgende voorwaarden gelden tijdens het kwartaal van het uitoefenen van een flexi-job:

  • Je bent niet tewerkgesteld bij dezelfde werkgever met een ander contract van minstens 4/5de van een voltijdse tewerkstelling,
  • Je mag je niet in een opzegperiode bevinden bij diezelfde werkgever,
  • De werkgever moet al je flexijobs registreren en bijhouden.

Andere vormen van bijverdienen

  • Bijklussen
  • Onthaalouder
  • Vrij beroep, ambt, mandaat
  • Scheppen van wetenschappelijk werk
  • Politieke en andere mandaten

Heel wat regels waardoor het soms moeilijk wordt om te weten of het nu wel of niet mag als gepensioneerde. Bij twijfels neem je best contact op met de RSZ op het nummer 02 509 59 59, op basis van je rijksregisternummer kunnen zij nakijken of je aan de voorwaarden voldoet.

Dit is een artikel uit S-Plus Mag januari-februari-maart 2023. Voor actuele informatie verwijzen we je naar de website van de Federale Pensioendienst.

Pensioen van uit de echt gescheiden partner

Heel veel mensen komen tijdens mijn zitdag hun dossier bespreken inzake hun toekomstig pensioen. Meestal is dit een kwestie van een klein halfuurtje en zijn alle nodige stappen besproken. Wat de meeste bezoekers echter niet weten, is dat er in sommige gevallen nog iets extra uit de bus kan vallen. Velen zijn niet op de hoogte dat je na een echtscheiding als gepensioneerde een zogenaamd echtscheidingspensioen kan ontvangen. Maar wat houdt dat nu exact in?

Voorwaarden

Je moet aan 4 voorwaarden voldoen om recht te hebben op een echtscheidingspensioen:

  1. Je moet gehuwd zijn
  2. Je moet aanspraak kunnen maken op je eigen vervroegd of wettelijk pensioen
  3. Je mag niet veroordeeld geweest zijn dat je jouw ex-partner naar het leven hebt gestaan
  4. Je mag niet hertrouwen. (Je kan het wel behouden als je opnieuw trouwt en je partner komt te overlijden of als je opnieuw in een echtscheiding zit).

Regeling bij statutair ambtenaar

Toch kan niet iedereen hier van genieten. Het is niet zo dat deze wet opgenomen is in elk pensioenstelsel. Heeft je huwelijkspartner een volledige carrière in de privésector als bediende, arbeider of zelfstandige, dan is er geen probleem. Ben je gehuwd met een statutair ambtenaar en je gaat scheiden, dan heb je er geen recht op. In dergelijke gevallen heeft de Belgische Staat iets anders voorzien. De wetgeving stelt dat je moet wachten tot je ex-huwelijkspartner is komen te overlijden. Op dat moment kan je een berekening krijgen voor het overlevingspensioen van uit de echt gescheiden ambtenaar. Zelfs als je ex-partner opnieuw gehuwd is, zal jij in eerste instantie de mogelijkheid hebben om het overlevingspensioen op te vragen binnen de 12 maanden na overlijden. De huidige partner zal tot je aanvraag het overlevingspensioen volledig ontvangen. Na goedkeuring zal het bedrag gedeeld moeten worden, wat zelfs kan oplopen tot de helft van het overlevingspensioen. Het gedeelte van de ex-partner is wel beperkt tot maximum de helft van het overlevingspensioen.

Regeling binnen de privésector

Opeenvolgende echtscheidingen
In geval van opeenvolgende echtscheidingen heb je recht op meerdere rustpensioenen als uit de echt gescheiden huwelijkspartner.

Voor de loonberekening wordt een onderscheid gemaakt tussen een feitelijke en een wettelijke scheiding

Aanvraag

Het onderzoek zal automatisch starten bij het opvragen van je eigen pensioen. Mypension houdt immers je burgerlijke stand bij op het moment van aanvraag. Je hoeft er dus zelfs niets voor te doen. Heb je al een eigen pensioen op het moment van de echtscheiding? Dan zal je een aanvraag moeten indienen om het onderzoek te starten, tenzij je op het moment van scheiding een gezinspensioen ontvangt. Dat kan allemaal aangevraagd worden via Mypension.

Bedrag
Het echtscheidingspensioen wordt op dezelfde manier als het rustpensioen berekend. Voor de jaren tijdens de huwelijksperiode wordt het berekend op basis van de loopbaan van de ex-partner. De huwelijksperiode start op de dag van het huwelijk en eindigt op de dag waarop de echtscheiding overgeschreven wordt in de registers van de burgerlijke stand.

Welke jaren worden NIET meegenomen in de berekening tijdens de duur van het huwelijk?

  1. De jaren dat er tewerkstelling was als ambtenaar of er sprake was van een buitenlandse pensioenregeling, met uitzondering de periode van tewerkstelling als zelfstandige.
  2. De jaren waarin je zelf persoonlijk een pensioen ontvangen hebt.

Hoe worden lonen berekend?

Hier wordt een onderscheid gemaakt tussen een feitelijke scheiding en een wettelijke scheiding.

Berekening bij wettelijke scheiding

Het echtscheidingspensioen wordt berekend op basis van 62,5 % van de lonen van de ex-huwelijkspartner. Van dat loon wordt jouw eigen loon als werknemer afgetrokken:

  1. Is je eigen loon lager dan 62,5 % van het loon van jouw ex-huwelijkspartner? Dan wordt het berekend op basis van het echtscheidingspensioen.
  2. Is je eigen loon gelijk aan of hoger dan 62,5 % van het loon van jouw ex-huwelijkspartner? Dan wordt er geen echtscheidingspensioen berekend.

Voorbeeld berekening bij feitelijke scheiding:

  1. De man ontvangt een eigen rustpensioen als alleenstaande van 10 000 euro per jaar. De vrouw ontvangt een pensioen als alleenstaande van 8000 euro per jaar. Na de feitelijke scheiding zal de vrouw haar eigen pensioen behouden, omdat het hoger is dan de helft van het pensioen van haar ex-partner aan het gezinsbedrag. (Gezinspensioen = 10 000 x 1,25 = 12 500 : 2 = 6250). De man zal in dit geval ook zijn rustpensioen als alleenstaande behouden. In een omgekeerde situatie zal het pensioen van de vrouw aangevuld worden tot de helft van het gezinspensioen, en wordt dat bedrag van het alleenstaande pensioen van de man afgetrokken.
  2. De man ontvangt een gezinspensioen van 22 000 euro per jaar. De vrouw heeft afgezien van haar eigen pensioen. Bij een feitelijke scheiding zullen ze beiden de helft van het gezinspensioen ontvangen.

Beperking tot een volledige loopbaan

Net als voor je eigen rustpensioen geldt voor het pensioen van uit de echt gescheiden huwelijkspartner de beperking tot de eenheid van loopbaan. Wanneer je loopbaan 14 040 dagen telt (45 jaren van 312 dagen), dan spreken we van een volledige loopbaan. In bepaalde gevallen moet de Federale Pensioendienst dagen schrappen bij de berekening van je pensioenbedrag. Deze schrapping noemen we de beperking tot de eenheid van loopbaan.

Besluit

Ben je gescheiden voor je op rustpensioen gaat, dan zal alles automatisch onderzocht worden bij aanvraag van je eigen vervroegd pensioen. Ben je reeds met pensioen en de scheiding gaat nadien pas in gang, dan moet je zelf een aanvraag doen bij de Federale Pensioendienst. Je kan ook contact opnemen met de pensioendienst van je eigen ziekenfonds, die je verder zullen helpen bij je aanvraag.

De pensioenbonus

Om mensen die langer werken te belonen, zal de pensioenbonus (opnieuw) ingevoerd worden. Zodra je voldoet aan de voorwaarden voor het vervroegd pensioen, begin je de pensioenbonus op te bouwen.

Deze regeling wordt ingevoerd voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren.

Wat is de pensioenbonus?

De pensioenbonus is een voordeel dat je krijgt bovenop je rustpensioen als je je beroepsactiviteit voortzet na je vroegst mogelijke pensioendatum. De pensioenbonus werd geschrapt op 1 januari 2015. Je kan de bonus wel nog krijgen als je al begonnen bent met hem op te bouwen voor de loopbaanjaren vóór 2015.
Het bedrag van de pensioenbonus verschilt naargelang het stelsel waarin je gewerkt hebt.

De Pensioendienst betaalt de pensioenbonus samen met je rustpensioen uit in één bedrag. Je krijgt de pensioenbonus enkel als:

  • je effectief met pensioen gaat
    en
  • de Pensioendienst je pensioen uitbetaalt.

De pensioenbonus is onderworpen aan dezelfde sociale en fiscale bijdragen als je rustpensioen en wordt op hetzelfde moment geïndexeerd.
Als je pensioen geschorst wordt, dan wordt je pensioenbonus ook geschorst. De Pensioendienst kan je pensioen schorsen omdat:

  • je huwelijkspartner een gunstiger gezinspensioen ontvangt;
    of
  • je een niet-toegelaten activiteit uitoefent.

Specifieke invloed op de ambtenarenpensioenen

  • Samengeteld mogen je pensioenbonus en je rustpensioen als ambtenaar niet meer bedragen dan 90 % van het referentieloon waarop je pensioen gebaseerd is. Zonder pensioenbonus is je rustpensioen beperkt tot 75 % van het referentieloon.
  • Je pensioen (met inbegrip van de pensioenbonus) is ook beperkt tot het absolute maximum van 81 622,85 euro bruto per jaar.

De pensioenbonus is een persoonlijk voordeel. Hij is dus niet overdraagbaar of verdeelbaar. Dat betekent dat je:

  • Als langstlevende huwelijkspartner geen aanspraak kunt maken op de pensioenbonus van je overleden huwelijkspartner;
  • Als uit de echt gescheiden of feitelijk gescheiden huwelijkspartner geen aanspraak kunt maken op een deel van de pensioenbonus van je (ex-) huwelijkspartner.

De pensioenbonus is echter wel overdraagbaar aan de langstlevende huwelijkspartner als zijn of haar overlevingspensioen berekend is op basis van een rustpensioen voor werknemers met een pensioenbonus die ingegaan is vóór 2014.

Berekening van de pensioenbonus voor werknemers

Voor de toekenning en de berekening van je pensioenbonus maakt de pensioendienst een onderscheid tussen 2 perioden waarin je je beroepsactiviteit kon voortzetten:

  • van 01/01/2006 tot 31/12/2013;
  • vanaf 01/01/2014.

De toekennings- en berekeningsvoorwaarden verschillen voor beide perioden.

Als je een pensioenbonus opgebouwd hebt in beide perioden, dan wordt de pensioenbonus voor elke periode berekend en worden beide pensioenbonussen bij elkaar opgeteld om de totale pensioenbonus te verkrijgen.

Je hebt recht op een pensioenbonus:

  • Voor de loopbaanjaren vanaf 01/01/2014, als je vóór 01/12/2014:
  • Voor de loopbaanjaren tussen 01/01/2006 en 31/12/2013:
    • vanaf het jaar waarin je de leeftijd van 62 jaar bereikt hebt;
      of
    • vanaf het jaar waarin je een loopbaan van minstens 44 kalenderjaren bewijst.

Welke dagen geven recht op de pensioenbonus?

  • Voor de loopbaanjaren vanaf 01/01/2014

Elke dag van effectieve tewerkstelling in de referentieperiode geeft recht op de pensioenbonus. De pensioenbonus wordt niet toegekend voor gelijkgestelde dagen.

Als je deeltijds gewerkt hebt, worden je dagen omgezet in voltijdse dagen.
De referentieperiode:

  • begint 1 jaar na je vroegst mogelijke pensioendatum of, indien je geen recht hebt op een vervroegd pensioen, vanaf het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd;
  • eindigt wanneer je rustpensioen effectief ingaat.

De referentieperiode kan ingaan vóór 01/01/2014, maar enkel de dagen gepresteerd vanaf 2014 geven recht op dit type pensioenbonus. Voor de dagen gelegen vóór 2014 heb je mogelijk recht op een pensioenbonus als de voorwaarden voor de periode tussen 01/01/2006 en 31/12/2013 vervuld worden.

  • Voor de loopbaanjaren tussen 01/01/2006 en 31/12/2013

De pensioenbonus wordt toegekend voor elke effectief gewerkte dag en voor elke gelijkgestelde dag (met een maximum van 30 gelijkgestelde dagen per kalenderjaar) tijdens de referentieperiode.

Als je deeltijds gewerkt hebt, worden je dagen omgezet in voltijdse dagen.

De referentieperiode:

  • begint op 1 januari van het jaar waarin je 62 jaar werd of het jaar van je 44e loopbaanjaar;
  • eindigt wanneer je rustpensioen effectief ingaat en, uiterlijk, wanneer je 65 jaar werd.
     

Welke dagen geven geen recht op de pensioenbonus?

  • Voor de loopbaanjaren vanaf 01/01/2014:
    • de gelijkgestelde dagen;
    • de dagen als grens- of seizoenswerknemer;
    • de dagen ten laste van een buitenlands stelstel;
    • de gewerkte arbeidsdagen na de ingangsdatum van uw pensioen in het kader van de toegelaten arbeid.
       
  • Voor de loopbaanjaren tussen 01/01/2006 en 31/12/2013:
    • de gelijkgestelde dagen na de 30e gelijkgestelde dag per kalenderjaar;
    • de dagen als grens- of seizoenswerknemer;
    • de dagen ten laste van een buitenlands stelstel;
    • de gewerkte arbeidsdagen na de ingangsdatum van uw pensioen in het kader van de toegelaten arbeid. 

Hoeveel bedraagt mijn pensioenbonus per dag?

Het bedrag hangt af van de periode waarin je je pensioenbonus opgebouwd hebt. Dit is een vast bedrag, zelfs bij de toekenning van een gezinspensioen.

  • Voor de loopbaanjaren vanaf 01/01/2014

Het bonusbedrag per dag loopt geleidelijk op in functie van het aantal maanden waarin je deze pensioenbonus opgebouwd hebt in de referentieperiode tot de dag waarop je met pensioen gaat. Om deze referentieperiode te bepalen, wordt ook rekening gehouden met de perioden waarin je een pensioenbonus opbouwde tussen 01/01/2006 en 31/12/2013.

  • Voor de loopbaanjaren tussen 01/01/2006 en 31/12/2013

Voor deze jaren geldt een vast bedrag per bonusdag, dat momenteel 2,4868 euro bedraagt (index 147,31).

Berekening van de pensioenbonus voor ambtenaren

Aan welke voorwaarden moet je voldoen om recht te hebben op een pensioenbonus?

Je blijft het recht op een pensioenbonus behouden als je vóór 1 december 2014:

Je krijgt geen pensioenbonus als je pensioen berekend wordt aan een loopbaanbreuk die voordeliger is dan 1/48 (omdat je hierdoor het maximumpensioen al na een veel kortere loopbaan bereikt).

Om de pensioenbonus toch te krijgen, kan je je diensten en perioden met een voordeligere loopbaanbreuk dan 1/48 laten vallen voor de berekening van je pensioen.

Wanneer start en eindigt de opbouw van de pensioenbonus?

De opbouw van je pensioenbonus start 1 jaar na de datum waarop je aan de algemene voorwaarden voldoet om vervroegd met pensioen te gaan.

De opbouw van een pensioenbonus kan nooit vóór de leeftijd van 61 jaar beginnen, ook niet als je van voordelige leeftijdsvoorwaarden geniet.

De opbouw van de pensioenbonus eindigt de laatste dag van de maand die voorafgaat aan de werkelijke ingangsdatum van je pensioen. De periode waarin je de pensioenbonus opbouwt, heet de referteperiode.

Welke dagen geven recht op een bonus?

  • De werkelijk gepresteerde dagen vanaf 1 januari 2014.
  • De perioden van verloven en afwezigheden met behoud van bezoldiging aan 100 %.

Voor de berekening van de pensioenbonus tellen we 22 werkdagen voor een volledige maand van werkelijk gepresteerde diensten.

Welke dagen geven geen recht op een bonus?

  • Je volledige of halve afwezigheidsdagen die niet bezoldigd zijn (bv. het verlof om dringende familiale redenen) geven geen recht op de pensioenbonus. Die dagen trekken we in de betrokken maand af van de 22 werkdagen. Dit geldt ook wanneer je onbezoldigde afwezigheid volgens je personeelsstatuut gelijkgesteld is met dienstactiviteit.
  • In geval van onvolledige prestaties wordt een vermindering toegepast naar rata van de verminderde prestaties.
  • De perioden van disponibiliteit.

Hoeveel bedraagt mijn pensioenbonus per dag?

  • De pensioenbonus is een forfaitair bedrag dat toegekend wordt per gewerkte dag.

Dit is een artikel uit S-Plus Mag oktober 2021.

Verhoging van de minimumpensioenen maar toch een lager netto-pensioen?

Verschillende leden contacteerden ons met de vraag waarom hun pensioen in januari 2021 plots lager lag dan voordien. Wij zochten voor jullie uit wat er precies aan de hand is en hoe dit komt.

Wat is er gebeurd?

Vorig jaar werd er beslist door de regering om de minimumpensioenen voor werknemers en zelfstandigen en de IGO (Inkomensgarantie Voor Ouderen) te verhogen.

Het minimumpensioen voor een volledige loopbaan wordt vanaf 1 januari 2021 stelselmatig opgetrokken naar een nettobedrag van 1500 euro per maand (of een bedrag dat overeenkomt met de bewezen jaren tussen 30 en 45 jaren) in 2024.

Vele gepensioneerden hebben nu gemerkt dat hun maandelijks pensioen op 1 januari 2021 gedaald is met 1 tot 5 euro en stellen zich hier vragen bij. Wat met de beloofde verhoging?

Wat heeft er zich voorgedaan?

Heel veel gepensioneerden vonden dat er maandelijks te weinig bedrijfsvoorheffing (belasting) werd ingehouden op hun pensioen, waardoor ze op het einde van de rit, in hun afrekening van de personenbelasting, teveel in één keer moesten bijbetalen.

De FOD (Federale Overheidsdienst) Financiën heeft daarom de beslissing genomen om de berekening van de bedrijfsvoorheffing (belasting) aan te passen, echter zonder de administratie van de dienst pensioenen op de hoogte te brengen.  Omdat de administratie niet op de hoogte was, werd ook geen enkele gepensioneerde verwittigd van deze ingreep. Het gevolg is dat heel wat gepensioneerden in de war zijn: er worden hogere pensioenen beloofd, en toch ligt de pensioenuitkering lager?

DE FOD Financiën ziet dit als volgt

De verhoging van de bedrijfsvoorheffing (belasting) is een voorschot op de personenbelasting die de pensioendienst op haar beurt doorstort aan de dienst Financiën. 

Wanneer er meer bedrijfsvoorheffing wordt ingehouden op je pensioen (zoals vanaf januari 2021 het geval is):

  • Krijg je iets minder nettopensioen;
    maar
  • moet je minder of niet bijbetalen voor je personenbelasting. Indien er een teruggave is in het voordeel van de gepensioneerde, ligt die hoger.

Wanneer er minder bedrijfsvoorheffing wordt ingehouden op je pensioen (wat in 2020 het geval was):

  • krijg je iets meer nettopensioen;
    maar
  • moet je meer bijbetalen voor je personenbelasting.

De totale som belastingen die je op je pensioen betaalt per jaar, verandert dus niet!

Dankzij deze ingreep zal de bedrijfsvoorheffing in 2021 stijgen zodat je in 2022 minder of niet moet bijbetalen bij de eindafrekening van je personenbelasting. Met andere woorden, je zal in 2021 iets minder pensioen per maand ontvangen maar de belastingen op je pensioen op jaarbasis blijven hetzelfde. Deze ingreep is dus louter een technische correctie.

De beloofde stijging van de minimumpensioenen is dus wel degelijk gebeurd zoals gepland.  De beslissing om de laagste pensioenen te verhogen staat hier zeker niet ter discussie.

Moet je zelf iets doen?

Neen, de pensioendienst is verplicht om automatisch de juiste inhouding van de bedrijfsvoorheffing toe te passen.

Voor verdere info hierover kan je steeds terecht op de dienst pensioenen van S-Plus of op het gratis nummer 1765 van de Federale Pensioendienst.

Dit is een artikel uit S-Plus Mag april 2021.

Abonneer op Herman Hombroek