Philippe is 80 jaar, Marc is 51 jaar, wonen in Brussel en zijn 23 jaar samen, Philippe is lid van de RainbowAmbassadors
We stappen jaarlijks mee in de Pride
Kunnen jullie jezelf even voorstellen?
Philippe: “Ik word 80 dit jaar.”
Marc: “Ik ben pas 51 geworden. We zijn allebei uit Limburg afkomstig. Het is een beetje een eigenaardig verhaal. Philippe is van Maaseik en ik heb daar mijn secundaire school gedaan. Ik ging altijd met de bus en moest op het einde van mijn lessen wachten, zo’n 15 tot 20 minuten. Ik ging dan altijd snoep kopen in een winkeltje rechtover het huis waar Philippe geboren is. Na zoveel jaren kom je dan uit de kast. In Limburg is er eigenlijk niet veel te beleven, ik heb graag mensen om mij. Vanaf 17 uur is het poepstil. Dus ben ik uitgegaan in Brussel, 2-3 keren, en dan kwam ik hem tegen.”
Jullie wonen nu in Brussel. Zouden jullie ooit terugkeren naar Limburg om er te wonen?
Philippe: “Zeker niet.”
Marc: “Nee, ik ook niet. Ik vind de stad oké, dat bruist, dat leeft. Alles is kortbij. Ik ken mensen die op oudere leeftijd er genoeg van hebben en rustiger willen wonen. Het kan bij mij ook nog veranderen, maar ik betwijfel het.”
Hoe lang zijn jullie al samen?
Philippe: “We hebben elkaar leren kennen 5 maart 2001. Dat is de verjaardag van mijn moeder.
Marc: “We zijn al 23 jaar samen.”
Ik heb altijd gedacht dat we samen oud gingen worden, maar dat leeftijdsverschil groeit mee, en toch heb ik er geen probleem mee
Kunnen jullie wat meer vertellen over de RainbowAmbassadors?
Philippe: “Ik ben er lid van, heel recent. Ik heb er geëxposeerd met mijn kunstwerken. Er bestaat een clubje, de Rainbow House, met senioren. Ze hebben ambassadeurs en hebben gevraagd of ik lid wou worden.”
Marc: “Daar wordt over alles gesproken, ook over problemen die de mensen hebben en hoe ze daarmee omgaan. Als ze hulp nodig hebben, kunnen ze dat daar op tafel leggen. Dan wordt er verder geholpen. Het is een hele amicale omgeving.”
Philippe: “Met mensen van alle geslachten.”
Marc: “Ja, dat ook. Vroeger had ik er een terughoudend gevoel bij, maar sinds hij daar komt loop ik er ook makkelijker binnen.
Philippe: “Ik ga ’s middags ook eten in de Harmonie, een buurthuis hier in Brussel. Je kan daar goedkoop warm eten ’s middags, maar ook in contact komen met andere ouderen.”
Marc: “Het is een mooi concept om mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen. Er zijn ook een paar mensen die daar komen die homoseksueel zijn.”
Philippe: “We weten het wel van elkaar, maar blijven discreet. Daar blijft het bij. We zitten ook meestal met dezelfde mensen aan tafel.”
Zijn jullie zelf al geconfronteerd met vooroordelen rond jullie leeftijd?
Philippe: “We hebben een tamelijke grote kenniskring, mensen die allemaal even oud zijn.”
Marc: “De vrienden die ik heb zitten in mijn leeftijdskring, die van Philippe in zijn leeftijdscategorie. We hebben wel al eens met vooroordelen te maken gehad. Er zijn mensen die zich afvragen waarom wij samen zijn en waarom er zo’n groot leeftijdsverschil is.”
Philippe: “Ze vragen dan of hij mijn zoon is.”
Marc: “Of dat hij mijn vader is. Het is wel al voorgevallen dat mensen vragen of ik daar problemen mee heb, maar dat heb ik niet. In mijn achterhoofd heb ik altijd gedacht dat we samen oud gingen worden, maar dat leeftijdsverschil groeit mee. En toch heb ik er geen probleem mee. Oude liefde en houden van, daar staat geen leeftijd op. Bij alle relaties verandert de liefde met de jaren. Dat is bij ons ook zo. Dat wordt ook meer respectvol. Mensen vroegen zich ook af of we uiteenlopende interesses hadden. Hij houdt van klassieke muziek, van opera, maar ik ben meer voor dansmuziek en het hedendaagse.”
Mijn moeder was er niet gelukkig mee, zij wou kleinkinderen. Voor mijn vader was het belangrijk dat ik me goed in mijn vel voelde
Wat trok jullie aan bij elkaar?
Marc: “Het fysieke vooral. Ik had een beeld van de persoon waar ik op zoek was. En als ik Philippe tegenkwam, was het helemaal van: ja!”
Philippe: “Hij dacht dat dat niet bestond.”
Marc: “Ik was net 28 geworden en wist al van mezelf dat ik gay was. Ik begon het al te merken toen ik 13-14 jaar oud was, dat ik naar jongens keek en vooral ook naar oudere jongens. En met het ouder worden leerde ik nieuwe mensen kennen, en iedere keer deed dat gevoel zich opnieuw voor. Op een bepaald moment dacht ik dat het niet anders kon. Dat is een ram van gevoelens die naarmate je ouder wordt sterker worden. Ik wou ook niet de rest van mijn leven in die muur blijven wonen. Ik moest eruit en heb dat ook gedaan, dat was niet eenvoudig.”
Hoe ging jullie omgeving daarmee om?
Marc: “Ik had daar een beetje bang van. Mijn beste vriend van toen had wel een vermoeden, andere mensen uit mijn vriendenkring ook. Toen het naar buiten is gekomen heb ik daar van weinig mensen tegenwind van gehad. Op het moment dat ik uit de kast ben gekomen, ben ik elders beginnen uitgaan en heb ik mij een beetje uit mijn vriendenkring getrokken. Zij bleven in Limburg en ik zat in Brussel, we zagen elkaar weinig en dat is beginnen verwateren.”
Philippe: “Wij zijn met 10 thuis. Ik heb er nooit problemen mee gehad. Er werd er ook nooit over gesproken, en toch wist iedereen het. Ik vind de meisjes mooi tot daar (wijst naar zijn middel) (lacht).”
Marc: “Mijn ouders, en vooral mijn moeder, konden het niet geloven. Zij was er niet gelukkig mee, ze wou natuurlijk kleinkinderen. Mijn vader had er geen problemen mee. Het belangrijkste was dat ik me goed in mijn vel voel, zei hij. Mijn moeder heeft het daar toch een periode moeilijk mee gehad. Vanaf dat ik uit de kast kwam, en zelfs ervoor, heb ik altijd een bevangen gevoel gehad. Vooral toen ik bij Ford begon te werken. Op school maak je niet veel mee. Je komt dan meteen in een groep van vrouwen en mannen als je gaat werken. Je weet hoe dat gaat, grappen maken en van het ene komt het andere. Er waren wel wat situaties waar ik mij héél ongemakkelijk bij voelde, waarmee ik bij niemand terecht kon. Ik heb dat allemaal opgekropt, en ik geraakte er wel overheen maar dat heeft tijd nodig. Later als ik uit de kast kwam en naar Brussel verhuisde, heb ik wel verschillende gevallen van discriminatie meegemaakt. Het waren niet altijd mensen van Brussel, maar mensen van buiten die naar Brussel kwamen werken. Toen ik als technieker werkte, zat ik ook even in de put. Ik had collega’s waar ik mee samenwerkte die er moeilijk mee omgingen.”
Als er op digitaal vlak iets nieuws komt, dan ga ik uitzoeken hoe het werkt, dat boeit mij enorm
Wat deed je als werk?
Marc: “Toen was ik onderhoudstechnieken. Nu werk ik als technische backoffice bij een bedrijf. Een Duitse firma, die eigenlijk fabrikant is van verwarmingssystemen en van stookolie. Ik maak er offertes. Ik krijg de aanvraag binnen van een studiebureau, van een installateur of van een ketelfabrikant. Ik moet dan kijken welke machine van ons daar bij past. Het gaat hier niet over huishoudelijke aanvragen, maar over grote gebouwen. Wij doen daarbuiten ook nog technische bijstand via telefoon. Ik doe alle bestellingen, alle opvolging en alle communicatie naar de fabriek toe.”
Dan ben je toch digitaal mee?
Marc: “Ja, toch wel. Ik loop voorop. Als er iets nieuws komt, dan ga ik uitzoeken hoe het werk. En als ik een probleem heb met mijn computer thuis of mijn gsm, dan ga ik dat helemaal uitzoeken; Ik vind dat ook plezant, het boeit mij. Als iets je boeit, dan is het ook makkelijker om daar mee om te gaan. Artificiële intelligentie, dat is ook zo’n straatje zonder einde. Waar gaat dat ons brengen?”
Zijn jullie angstig over de toekomst van technologie?
Marc: “Neen. We moeten het wel bewaken en zien dat het ons niet in de ban neemt. Maar ik vind wel dat we er gebruik van moeten maken en moeten toepassen bij allerlei dingen.”
Jullie hebben een kunstwerk meegenomen voor op de foto. Kunnen jullie hier wat meer over vertellen?
Philippe: “Ik heb 19 verschillende werkgevers gehad hier in België, 5 in Frankrijk. Nooit problemen gehad. Mijn laatste werkgever was Mediamarkt. Ik ben de eerste gepensioneerde van Mediamarkt België. Voor zijn verjaardag ben ik iets beginnen maken. Ik ben naar Sint-Lucas naar school geweest, dus het creatieve heeft er altijd wel ingezeten. Het kunstwerk dat we vasthebben is gemaakt met pingpongballetjes. Dat is een uitgelopen hobby geworden waar ik thuis aan de keukentafel aan werk.”
De firma waar ik werkte ging failliet toen ik 60 was. Ik dacht dat ik een nieuwe job wel kon vergeten, maar ik mocht beginnen bij Mediamarkt
Jullie zijn ooit ook naar het buitenland verhuisd. Kan je daar wat meer over vertellen
Philippe: “Ja, we zijn samen in Montpellier gaan wonen. Marc kon er niet aan wennen, hij kon er geen werk vinden. We zochten werk voor hem, en ik vond iets voor mezelf. Ik heb vroeger nog in Montpellier gewoond en had altijd gezegd dat ik er terug ging wonen als ik met pensioen ben. Na 2 jaar zijn we terug naar België gekomen. Jammer, maar het zij zo. In Montpellier zijn veel nieuwe hypermoderne designgebouwen. Maar als je daar gaat wonen, moet je rekening houden dat de Fransen een ander systeem van belastingen hebben. Ik had geen werk, maar kreeg toch gemeentebelastingen, dat was bijna € 4000. Ik kon dat niet betalen. Als je een bijdrage kan leveren aan de maatschappij, dan heb ik daar geen moeite mee. Maar als je dat niet kan betalen, dat is moeilijk.”
Een vooroordeel is dat ouderen niet meer waardevol zijn na hun vijftigste. Wat is jullie mening hierover?
Marc: “Dat klopt een beetje. In mijn vriendenkring zitten er mensen van mijn leeftijd en ouder. Soms hebben we wel eens contact met jongeren, maar dat is heel oppervlakkig. Als ik denk aan vooroordelen, dan denk ik vooral aan het professionele. Dat je zonder werk valt en dat je na je vijftigste ander werk moet zoeken. Net voor mijn vijftigste was het heel gemakkelijk om op sollicitatiegesprek te gaan, ik ging van de ene job naar de andere. Naarmate je ouder wordt, merk je toch wel dat het moeilijker wordt. Je bent dan niet minder productief, je komt in een ander stadium met andere kwaliteiten en hebt heel wat ervaring. Het is een algemeen vertekend beeld dat mensen maken. Als je gemotiveerd bent en je doet je werk graag, dan kan je meer bereiken dan iemand dat nog maar 1 of 2 jaar bezig is."
Philippe: “Ik heb gewerkt in een firma die failliet is gegaan, ik was toen 60. Ik zei nog tegen Marc dat ik het mocht vergeten een andere job te vinden. En dan ben ik begonnen bij Mediamarkt.”
Marc: “Je wou nog vakantie nemen, maar ze zeiden dat je morgen al kon beginnen.”
Philippe: “Ik ben begonnen begin november. Ik had me dinsdag ingeschreven, woensdag hadden ze me gecontacteerd, donderdag was ik aangenomen en maandag mocht ik al beginnen.”
Wij zijn getrouwd in het stadhuis in Brussel door schepen Bruno De Lille die ook homoseksueel is
Ik zie dat jullie een ring dragen. Zijn jullie getrouwd?
Philippe: “Ja, we zijn getrouwd de dag dat ik 75 ben geworden, in december 2019. Juist voor corona. Dat was in het stadhuis in Brussel, met schepen Bruno De Lille die ook homoseksueel is. Dat was heel leuk. We zijn niet op huwelijksreis kunnen gaan, dat was wel gepland naar Spanje.”
Marc: “Achteraf zijn we wel nog op huwelijksreis gegaan.”
Reizen jullie vaak?
Philippe: “Toch 2 keer per jaar.”
Marc: “Het is ook geweest dat we 3 keer gingen. Het zijn wel altijd korte periode. Een week, max 10 dagen. Deze ochtend heb ik nog gebeld naar het hotel in Sitges waar we altijd naartoe gaan, om een week te blokkeren. Dat is langs Barcelona.”
Philippe: “Het is ook bijna gay pride in Brussel, daarna gaan we naar die in Gent. We stappen niet mee, wel in die van Antwerpen omdat het plezanter is.”
Willen jullie zelf nog iets toevoegen?
Philippe: “Ik heb een zus die lesbisch is en een nicht die m’n neef geworden is. En dan heb ik nog een nicht in de Verenigde Staten, zij is componist.”
Marc: “Ik ga in maart ook eens naar de Verenigde Staten, zonder Philippe wel.”
Philippe: “Ik ga niet mee. Mijn oom, die 97 geworden is, woont er ook. Als ik naar de Verenigde Staten ga, kan ik niet anders doen dan hem te gaan bezoeken. Hij is ondertussen al gestorven, maar ik zei toch dat Marc maar alleen moest gaan.”
Marc: “Die reis is op zich al heel vermoeiend, 12 uur in de vlieger. Ik zie er zelf een beetje tegenop. Het plan was om 3 dagen in New York te blijven.”
Philippe: “Ik ben er geweest en vond er niets aan. Maar ik ga je niet tegenhouden.”
Marc: “Ik wil het eens gezien hebben.”
Philippe: “En je zal zien, het is hier beter dan daar.”
Foto: Frank van Hollebeke