Staat hij al? Hangen de ballen en de slingers? Zo niet, haast je, want anders ben je er te laat mee. Inderdaad, op verscheidene plaatsen is het precies al kerst. Vol ongeduld vragen sommigen naar de kerstversieringen in de stad. Anderen zijn hun boom al aan het optuigen. Intussen moet de goede Sint nog komen natuurlijk. Maar neen, de commercie moet op volle toeren draaien. Alles wordt in het werk gesteld om de koop- en verspilzucht in gang te zetten.
Wachten kan niet meer, alles moet nù, onmiddellijk
Wat is het toch dat de mens vandaag drijft naar een inhalen van de toekomst. Wachten kan niet meer, alles moet nù, onmiddellijk. Het doodverwende kind zorgt voor een onophoudelijke jacht. En dan maar klagen dat het leven zo’n stress geeft, dat het allemaal te snel gaat. Terwijl de oplossing niet zo moeilijk te vinden is: afstappen van de dwang om meer te verlangen en te kopen. Het geluk komt echt niet naderbij als je het voor zijn tijd wil laten komen. Wie iets van de mens kent, weet dat een groot deel van het geluk net zit in het verlangen, in de tijd waarin men iets nog niét heeft, maar waarin men de wens om het te krijgen opbouwt. Eenmaal men het verwachte in bezit heeft, blijkt immers maar al te vaak dat het niet dat was dat men zocht. Niet in het hebben is het grootste plezier te vinden, maar in het toeleven naar datgene dat men wenst(e).
Het is dus meer dan tijd om, zoals bij de koopjes, een sperperiode vast te leggen. Een periode waarin b.v. alle reclame voor kerst verboden is tot de sinten (Maarten of Nicolaas, naar plaatselijke voorkeur) zijn gepasseerd. Als we dat niet zozeer voor ons, de zogenaamd volwassenen, doen, dan voor de kindjes. Laat die ten volle genieten van de kinderfeesten. Daarna is er nog ruim tijd en gelegenheid om ook de grote kinderen een plezier te doen. Tijd van ver-langen, dat wil zeggen: tijd die we graag nog wat laten duren.