Onze jeugd. Sommigen denken er met heimwee aan terug. Sommigen zijn blij dat die intense periode van opgroeien, op eigen benen leren staan en experimenteren voorbij is. Hoe beleven onze jongeren vandaag die periode? Hoe anders is dat t.o.v. pakweg 50 jaar geleden? We vragen het aan de jeugd van vandaag, én aan die van gisteren.
Daniël Paermentier (71) is voorzitter van S-Plus Wortegem-Petegem. Hij is er een gekend figuur, zo blijkt in café ’t Oud Gemeentehuis, waar we afgesproken hebben. We ontmoeten er Niels Sturm (21), hoofdmonitor en healthie bij Joetz vzw.
Niels, hoe is het om jong te zijn in 2020?
Niels: “Heel erg leuk! Toen ik 16-17 jaar was, ging het vooral om uitgaan. Zelf was ik vrijwilliger bij het Rode Kruis en kwam ik eigenlijk vooral als vrijwilliger op fuiven. Nu we iets ‘ouder’ zijn, is dat aan het veranderen. We gaan niet meer zoveel uit. We gaan vooral naar festivals, zoals Rock Werchter of Tomorrowland, en heel veel bij vrienden thuis. Of we gaan bowlen of paintballen. We doen eigenlijk eerder activiteiten samen dan echt uitgaan.”
Hoe zag een uitgaansavond er uit voor jullie?
Niels: “Een fuif vandaag start maar tussen 22 u. en 23.30 u. De hype is nu om eerst thuis alcohol te drinken en dan naar de fuif te gaan. Jongeren doen dat omdat drank op fuiven erg duur geworden is. Thuis wordt er al sfeer gemaakt. In mijn vriendenkring zorgen we altijd dat er 2 BOB’s zijn, omdat taxi’s te duur zijn. Vroeger reed je al snel dronken op de fiets naar huis. Vandaag krijg je dan boetes of nemen ze je rijbewijs af.”
Daniël: “Op een uitgaansavond ging ik mijn vrouw al oppikken rond 19.30 u. Om middernacht moesten we terug thuis zijn. We gingen naar dancing Het Lindenhof en we dronken daar een pintje en rookten 2 à 3 sigaretjes. Ik dronk niet veel. Het was de gewoonte dat de man alles betaalde voor de vrouw. Ik had toen nog niet veel gewerkt, dus kon ik ook niet veel uitgeven.”
Drank, drugs, sigaretten… wordt / werd er veel geëxperimenteerd?
Daniël: “Volgens mij wel. Ik zie dat bij mijn kleinkinderen. Ze zijn 17 en mogen al eens weggaan. Ze tasten hun grenzen af, denken dat ze kunnen drinken. En dan loopt het al eens mis. Ik waarschuw hen ook altijd dat ze hun glas niet uit het oog mogen verliezen.”
Niels: “Daar letten wij binnen onze vriendengroep ook erg op. Het is ooit wel eens gebeurd, op Tomorrowland. Je drinkt daar iets, er loopt een massa volk rond. En plots voelden 2 vrienden zich niet goed. Uit een test bleek dan dat er een soort chemicaliën in hun bloed zat, terwijl ze absoluut niets hadden genomen. En dat gebeurt best wel vaak. Ik zie het ook wanneer ik werk als ambulancier. Er zijn veel namaakmiddelen op de markt en die kosten bijna niets. En dan doen ze dat in iemand zijn glas, voor de kick.”
Daniël: “Dat hebben wij zeker niet gekend. Het was helemaal anders, ieder zat in zijn ‘compartimentje’. Als we wilden dansen, lieten we gewoon ons glas staan.”
Niels: “Drugs zijn veel maatschappelijker aanvaard dan pakweg 5 jaar geleden. Binnen de jeugd dan toch. Middelen zoals lachgas of de waterpijp komen op. Terwijl alcohol, naar mijn gevoel, aan het minderen is. Als je teveel drinkt, ben je ambetant, bij softdrugs heb je veel minder uitgesproken effecten. Er wordt al snel iets genomen om in een lichte roes te raken. Met harddrugs ben ik nog niet in aanraking gekomen, dat is een ander verhaal. Ook mag je eigenlijk niet roken of sterke drank gebruiken voor je 18 bent. Er is dikwijls politie aanwezig op fuiven, die hier op toekijkt.”
Daniël: “Bij ons werd er nog wel veel gerookt. In het leger kregen we onze sigaretten heel goedkoop, voor 2 frank i.p.v. 6 frank. Dat was eigenlijk een aanmoediging om te roken. Ik bracht ze ook mee voor mijn vader, groene Michel was dat. We waren dat ook zodanig gewoon. Na het eten in het leger waren we vrij. We lagen dan op ons bed, met een sigaret. Dat was kameraadschap.”
Niels: “Roken is bij de jeugd vandaag hard verminderd. Ik ben net terug van een vormingsweekend met Joetz. Daar waren 50 jongeren, waarvan slechts 2 rookten. Jongeren zien veel meer mensen rond hen die vroeger rookten en nu ziek worden. Je mag op veel plaatsen niet meer roken. Op school worden er lessen rond gegeven. Dat zorgt er allemaal voor dat roken veel minder aanvaard wordt. Ook roken er veel minder ouders. Vroeger waren mensen minder op de hoogte van de schadelijke gevolgen van roken. Nu kan je daar niet meer omheen. Wat dan weer niet wil zeggen dat 15-16-jarigen nooit eens een sigaret proberen.”
Daniël: “Dat is hetzelfde als met een eerste pintje. Dat hoort bij je vrijheid krijgen. Maar de voorlichting is vandaag veel beter dan vroeger, op alle vlakken. Mijn ouders hebben nooit over seks gesproken. Ook op school kwam het niet aan bod. We moesten alles zelf ontdekken. Wat ook plezant was natuurlijk.” (lacht)
Daniël, hoe heb je je partner leren kennen?
Daniël: “We waren eigenlijk buren. We zagen elkaar wel eens op buurtkermissen of familiefeesten. Op mijn plechtige communie, mocht ik me bij hen gaan tonen. Zo was er al een eerste contact. Nadien zag ik haar dikwijls aan de school en zo is dat beginnen groeien. Na de kermis zijn we eens samen naar huis gefietst en in een zijwegje gestopt. Zo begon dat. Een beetje praten, samen naar school fietsen in Oudenaarde. Ik was toen 17, zij was er 16.”
Dat klinkt een pak romantischer dan Tinder en andere datingapps. Zijn die vandaag een vast onderdeel van het zoeken naar een partner?
Niels: “Mensen zijn heel kieskeurig geworden. Ik merk dat ook aan mezelf. Op een app zoals Tinder kan je op basis van foto’s gewoon ja of nee selecteren, zonder dat je iemand rechtstreeks kwetst. Tinder is ook heel snel, je hebt bij wijze van spreken 30 mensen op een avond gezien. Als je uitgaat, is de stap veel groter om op iemand af te stappen dat op Tinder iemand een like te geven en wachten of die persoon jou ook leuk vindt. Dan kan je een berichtje sturen of eens afspreken. In onze ogen gaat dat veel makkelijker dan echt naar meisjes toegaan. Al moet je ook wel opletten voor valse profielen of mensen met slechte bedoelingen. Tieners vandaag zitten minder op Tinder, ze gebruiken eerder TikTok (social media app om korte muziekvideo’s mee te maken en te delen) of Snapchat (app voor het delen van foto’s of video’s). Bij de twintigers is Instagram (app voor het delen van foto’s en video’s) dan weer erg populair. Maar dat verschuift allemaal erg snel.”
Daniël: “Bij mijn generatie is Facebook populair. Het is een belangrijk medium om activiteiten te promoten. Maar persoonlijke dingen zet ik er zelden op, iedereen kan dat volgen. Verder gebruik ik mijn smartphone ook voor Google en Messenger. En om het voetballen van mijn kleinzoons te volgen.” (lacht)
Is een ouder, of een grootouder, vandaag nog hetzelfde als 50 jaar geleden?
Niels: “Nee, dat is erg veranderd. Ik zie dat in mijn opleiding als orthopedagoog maar ook in mijn eigen gezin. Mijn mama is eigenlijk meer mijn vriendin. Maar ze staat er wel als het nodig is. Als ik uitging en ik was niet thuis op het afgesproken uur, trad ze wel op als een strenge moeder. Ik durf mijn mama alles vertellen, ook als er iets gebeurd was. Mama was zelden boos, ze probeerde eerder door te praten mij terug op het rechte pad te krijgen. Dat soort opvoeding wil ik ook graag meegeven aan mijn kinderen later.”
Daniël: “Mijn ouders waren ook niet streng. Ik deed mijn best op school en was redelijk vrij. Ze maakten zich daar geen zorgen in. Ouders waren dikwijls lager geschoold dan hun kinderen en konden minder helpen bij de lessen. Tuurlijk, als mijn moeder iets zei, werd er niet gediscussieerd. Dat ligt nu totaal anders. Kinderen zijn veel mondiger. Mijn moeder had al veel meegemaakt, ook een oorlog. En zij gaf mij de opvoeding zoals ze die zelf ook gekregen had. Ik kreeg ook wel eens slaag op mijn kaken. Maar echt streng waren ze niet.”
Hoe ziet onze jeugd vandaag de toekomst?
Niels: “Eén van mijn grootste zorgen is werk vinden. Ik wil wel mooie diploma’s halen, maar ik wil ook niet overgekwalificeerd zijn. Dat speelt heel hard nu. Je hebt een diploma nodig om een goeie job te krijgen, maar je diploma mag ook niet té goed zijn. De balans daar vinden is moeilijk.”
Daniël: “De jeugd heeft vandaag veel meer mogelijkheden dan wij vroeger. Ik heb mechanica gestudeerd, maar dan heb je nog geen kennis van administratie. Uiteindelijk heb ik er nooit iets mee gedaan. Na mijn legerdienst ben ik bij de post terecht gekomen. Maar ook wij maakten zich toen veel zorgen in het vinden van werk. Dàt is alleszins niet veranderd.” (lacht)