Boerenprotest

20-02-2024

Laatst hadden we een etentje met vrienden. 
Een van de koppels is boer. Of liever, ze hebben een sterke band met de boerenstiel.
Zij wordt niet graag aangeduid als boerin; ze vindt zichzelf eerder een zakenvrouw. 
Hij is een echte boerenzoon. Samen zijn ze jarenlang actief geweest in de bloementeelt. 
Sinds kort hebben ze een wijngaard. En hij? Hij kweekt schapen.

Hoe dan ook, hij bracht het gesprek op de boerenstiel. 
Ik had me voorgenomen niet te reageren op zijn te verwachten uitlatingen, en hield me dus koest. Het viel al bij al nogal mee. Hij had vooral problemen met het verlies van landbouwareaal. 

Natuurpunt ging volgens hem met alle goede landbouwgrond lopen om er distels op te kweken. En de boer? Die krijgt geld om te stoppen met de boerenstiel, maar betaalt daarop zestig procent belastingen! Wat ze geven, nemen ze direct terug af! Zo hield hij me voor. 

Als ik er op terugkijk, dan had hij het vooral over zichzelf. De gronden die hij heeft geërfd van zijn ouders dreigen waardeloos te worden, waar hij wellicht dacht er bouwgrond van te maken. 

Dichter bij huis, baat hij een wijngaard uit die gevaarlijk dicht bij een natuurgebied ligt. Zonder gekende opvolgers, dreigt ook dat natuurgebied te worden. En als hij uitgekocht wordt, zal hij belastingen moeten betalen ... 

Tijdens mijn actieve loopbaan heb ik ambtshalve nogal wat met boeren te maken gehad. Mijn ervaringen zijn niet onverdeeld positief. Diegenen waarmee ik handelde waren stuk voor stuk kortzichtige, op winst beluste en niets ontziende mensen. Maar ik mag niet veralgemenen. 

Ik heb geen probleem met hun recente verzuchtingen, immers ook de bedrijfsleiders waarmee ik in contact kwam, waren zo. Neen, mijn probleem met het boerenprotest ligt elders. 

Ik zal steeds het recht op protesteren verdedigen. Bij protest is het normaal dat er hinder wordt veroorzaakt. De boodschap kunnen overbrengen is belangrijker dat de mogelijke last voor de gemeenschap. Iedereen heeft het recht (zelfs de plicht) om de aandacht te vestigen op onrecht.  Daarvoor wil ik strijden. 

Waar ik het moeilijk mee heb is de reactie van de samenleving

Waar ik het moeilijk mee heb is de reactie van de samenleving: 
Straten worden afgezet, havens geblokkeerd, files georganiseerd. Al dat lijkt me legitiem. Maar de man in de straat vond het allemaal oké. De pers was massaal aanwezig, en het journaal wijdde dagelijks minimaal een half uur aan het protest. De boeren konden vrij hun grieven spuien, en zonder wederwoord of controle hele en halve waarheden verkondigen. In de zevende dag werd dat allemaal nog eens dunnetjes overgedaan. 

Dat staat toch in schril contrast met de reacties van de samenleving als de vakbonden hun grieven uiten: als wij destijds een teen op straat zetten, werden we afgedreigd met boete en beslag.  Deurwaarden en kort gedingen waren ons deel. Zelfs vervolgingen voor de rechtbank. 

De publieke opinie sprak er schande over dat de vakbonden winkels blokkeerden. Als we geluk hadden, werd er een kort item aan gewijd op het einde van het journaal. In de zevende dag werd er soms een discussie aan gewijd, maar niet voordat een journalist alle feiten had gecontroleerd.

De politiek reageert al helemaal raar. Partijen die de beslissingen namen waartegen de boeren nu protesteren, vallen hun eigen beslissingen aan. Niet omdat ze plots het licht hebben gezien, maar omdat ze denken er electoraal garen bij te spinnen. 

Dat heb ik allemaal niet gezegd tijdens ons etentje. Maar ik heb het er moeilijk mee. Over de grond van de zaak heb ik ook een mening, maar die doet er niet toe.  
Ik zal er in ieder geval niet voor op straat komen.