KNAP GESCHREVEN ROMAN OVER VRIENDSCHAP EN HERINNERINGEN ***
Kathy Mathys is schrijver, literair journaliste en schrijfdocent. In 2015 kreeg ze succes met Smaak. Een bitterzoete verkenning. Haar eerste boek dat de auteur graag omschrijft als een pleidooi voor een vol leven. Een leven met neus en mond, oren en ogen, vingers, hoofd en hart. Drie jaar later is er haar debuutroman Verdwaaltijd, een meeslepend verhaal over obsessies, relaties en verdwalen.
Nu is er haar derde titel Tot het glinstert. De roman speelt afwisselend in 1996 in Brussel en in 2018 in het Engelse St. Ives. Het hoofdpersonage is de tweeëntwintigjarige Anna Kuyken, auteur en schrijfdocent. In 1996 geeft ze in Brussel haar eerste masterclass ‘life writing’ aan vier jonge in het Engels schrijvende studenten: Joost, Sylvia, Bruce en Emily. ‘Open gezichten zijn het, bloemen’, - dixit de auteur. Met deze eerste leerlingen ontstaan intense vriendschapsbanden. Na de opleiding gaat ieder zijn eigen weg maar er blijft contact. Bruce schrijft zijn bestseller Daddy, Daddy en prijkt op een lijst met beloftevolle schrijvers. We vernemen ook dat Bruce, om aan zijn wereldfaam te ontsnappen, zich teruggetrokken heeft in een koetshuis bij een Frans kasteel. En jaren geleden aan Anna (hij omschrijft haar als ‘the kindest of souls’) heeft gevraagd zijn biografie te schrijven. Na enkele interviews en omwille van zijn (verdacht) overlijden werd hieraan geen gevolg gegeven
In 2018 geeft Anna een zomerschrijfcursus in St. Ives waar haar tante Gertrude woont en waar ook haar moeder ooit verbleef. Onder haar leerlingen is Billie, de negentienjarige dochter van Emily en Bruce. Billie wil koste wat het kost te weten komen hoe haar vader om het leven kwam.
Op de vraag hoe ze wist wanneer een tekening af was zei ze altijd: ‘Je moet doorgaan tot het glinstert’.
Ook Anna is geïntrigeerd. Niet enkel in Bruce’ verhaal maar ook in dat van zijn verdwenen ouders èn dat van haar ouders. Haar moeder, een botanische tekenares van zeewieren en kustplanten. Op de vraag hoe ze wist wanneer een tekening af was zei ze altijd: ‘Je moet doorgaan tot het glinstert’. Haar vader, fan van de Japanse filmmaker Ozu en Buster Keatonfilms, sprak heel weinig over haar moeder (ze overleed toen Anna acht was). Over hen schrijft Mathys: ‘Hij ging dood zoals hij had geleefd: zonder veel drukte. Ook mijn moeder was in character gebleven op het moment van haar dood, die een geheimzinnige ritseling was geweest achter gesloten deuren.’
Aan de hand van talrijke anekdotes en gebeurtenissen uit dat eerste jaar leren wij de vier studenten steeds beter kennen: Joost is de grappigste, Sylvia is terughoudend en Bruce en Emily worden een koppel. Ook de houding van Anna zelf tegenover elke leerling komt subtiel aan bod. Tijdens de zomerklas zijn het vooral de zoektocht van Anna naar haar moeder en haar contacten met Billie die primeren.
Tot het glinstert meandert tussen twee periodes, hetgeen het de lezer niet gemakkelijk maakt, toch blijft het spannend tot het einde. Aan de intrigerende sfeer van deze knap geschreven roman over vriendschap en herinneringen draagt ook het decor bij: het oude atelier met name De Noorderkamer waar de lessen van Anna’s moeder plaatsvonden, de muur met kindertekeningen. ‘Het zicht op de wervelende luchten blijft me verrukken’, schrijft Mathys die de locaties, interieurs en de natuur goed benut.