Er is geen twijfel meer aan. Pas als iets in de media, het liefst op televisie, is geweest, bestaat het. De voorbije weken werd het misbruik in de kerk weer ontdekt. Dankzij een televisieprogramma ging een aantal al dan niet vooraanstaande Vlamingen zich snel ontdopen. Een mens moet nu eenmaal mee met z’n tijd, nietwaar?
Voorbij gaat het eigenlijk nooit en goed te maken is het evenmin
Natuurlijk, er is niet de minste twijfel aan dat het seksueel wangedrag binnen het instituut van de roomse kerk diepe en pijnlijke sporen heeft nagelaten. Heel wat jonge mensen hebben toen zwaar geleden onder wat met hen gebeurde. Voorbij gaat het eigenlijk nooit en goed te maken is het evenmin. Sorry zeggen is nu eenmaal zo gemakkelijk en intussen ook bijna volledig zonder betekenis. Ook als de feiten verjaard zijn, blijven de kwetsuren tijden lang pijn doen. We kunnen er als samenleving niet licht over gaan.
En toch, in heel die terechte verontwaardiging en gekwetstheid wordt mijns inziens al te gemakkelijk de hele kerk en zelfs het geloof verketterd. Zeker, die kerk heeft veel weggekeken en kansen gemist om er iets aan te doen. Maar diezelfde kerk – en ik schrijf dit als overtuigd atheïst – heeft in al die tijden ook heel wat goeds gedaan. Zoveel mannen en vrouwen hebben, vanuit hun geloof en hun trouw aan die kerk, hun leven gewijd aan het helpen van andere mensen. Meestal onbaatzuchtig. Het kan toch niet dat wij al die goede en menslievende daden vergeten en aan de kant schuiven, omdat wij veroordelen wat een andere groep uit die kerk heeft gedaan? Ook als we niet gelovig zijn, kunnen we toch niet om die zovelen heen die op menselijk vlak hoogstaand hebben geleefd?
Maar diezelfde kerk – en ik schrijf dit als overtuigd atheïst – heeft in al die tijden ook heel wat goeds gedaan.
Het is triestig als wij ons beter moeten voelen door anderen naar beneden te halen. Laten we dus diegenen veroordelen die het verdienen, maar terzelfder tijd de waarde en betekenis van die anderen eerlijk erkennen.