Een gesprek met politicoloog Jonas Lefevere.
Waarom een onderzoek naar de politieke voorkeur van Vlaamse ouderen?
Jonas: “In de media zien we dat het vaak over het stemgedrag van jongere kiezers gaat. Toen Ambroos Verwee (mijn doctoraatstudent) en ikzelf de vraag kregen om een artikel te schrijven over het stemgedrag van oudere kiezers, vonden we dat een interessante uitdaging. Als je gaat kijken naar het electoraal gewicht van ouderen, dan zien we dat er door de vergrijzing veel meer oudere kiezers zijn, hun stem is dus zeker van belang! Maar de perceptie bestaat dat deze groep niet meer beïnvloed wordt door een politieke campagne. Dat klopt niet helemaal, ook de politieke voorkeur van ouderen wisselt wel eens doorheen de jaren. Dat maakt hen zeker een belangrijke doelgroep voor politieke campagnes.”
Welk resultaat verraste je het meest in het onderzoek?
Jonas: “Ik noem er twee. Ten eerste, het belang van democratie. In de Stemming, het onderzoek waarop we ons baseren voor het artikel, zien we een enorm verschil in het belang dat gehecht wordt aan de democratie. Voor ouderen is wonen in een democratie veel belangrijker dan voor jongeren. Hier speelt de ervaring van ouderen een rol, zij zijn al vaker gaan stemmen, hebben soms ook andere tijden meegemaakt en al wat politieke ervaring opgebouwd. Oudere kiezers kunnen dan wel ontevreden zijn over wat beleidsmakers beslissen, ze hechten wel veel belang aan een democratisch bestuur.
Ten tweede, de opkomstplicht. Samen met een aantal collega’s vrees ik dat de afschaffing van de opkomstplicht zal leiden tot een dalende opkomst, met alle nadelen die daarmee gepaard gaan. Op de vraag of je zou gaan stemmen als het niet meer verplicht zou zijn, geven ouderen vaker aan dat ze toch hun stem zouden uitbrengen, zeker bij de lokale verkiezingen. Dat maakt van ouderen stilaan één van de belangrijkste groepen op electoraal vlak. Ze zijn met veel, en door de vergrijzing gaan ze ook steeds met meer zijn.”
Als je gaat kijken naar het electoraal gewicht van ouderen, dan zien we dat er door de vergrijzing veel meer oudere kiezers zijn, hun stem is dus zeker van belang
Zowel ESO (Europese Seniorenorganisatie), de Vlaamse Ouderenraad, Age platform Europe en vele andere ouderenorganisaties kaarten aan dat politieke partijen te weinig oor hebben naar de noden en behoeften van ouderen. Is dit werkelijk zo?
Jonas: “Ik denk wel dat er bij partijen meer besef is gekomen om de thema’s die ouderen aanbelangen mee te nemen in hun campagnes en in hun profilering naar de keizers toe. Neem bijvoorbeeld CD&V, waar Samy Mahdi bij de lijstvorming bewust een aantal 60-plussers op de lijst heeft gezet. Dat is toch een belangrijk signaal.”
Nemen ouderen voldoende deel aan de politiek om effectief te wegen op het beleid?
Jonas: “Electoraal hebben ze natuurlijk hun gewicht. Het grote voordeel is dat iedereen zijn stem kan uitbrengen, het nadeel is dat je uit een stem van een partij maar zoveel kan afleiden. Belangenorganisaties zetten zich wel in voor ouderen en politici hebben hier ook oren naar. Ouderen vormen vaker een trouwe basis waar partijen op kunnen steunen. Gewoon al vanuit dat perspectief bekeken, mogen we toch verwachten dat de belangen van ouderen worden meegenomen.”
In de vorige legislatuur waren er in het Vlaams Parlement maar 5 personen ouder dan 60. Moeten er niet meer ouderen zetelen om voldoende gewicht te geven aan het ouderenbeleid?
Jonas: “Dat is een moeilijke vraag. Het is niet omdat een politicus ouder dan 60 is, dat die de groep ouderen kan vertegenwoordigen. Dat zou kunnen, maar is niet altijd zo. We kunnen even goed verwachten van politici dat ze zich specialiseren in bepaalde beleidsdomeinen. Ook al zijn ze dan geen 60-plus, toch zullen ze in aanraking komen met belangengroepen van ouderen. Neem nu bvb. het welzijnsbeleid. Als je daarmee bezig bent, moet je volgens mij toch al stevig je best doen om niet met ouderenorganisaties in aanraking te komen.”
Jullie onderzoek is opgenomen in het boek ‘Recht op Grijs. Bouwen aan een ouderenbeleid’. Hoe belangrijk vind je deze publicatie voor een Vlaams ouderenbeleid, en merk je dat politici dit op een of andere manier ter harte nemen?
Jonas: “De kracht van dergelijke publicaties voor mij, is dat het enerzijds verschillende mensen samenbrengt en een soort focuspunt creëert. Op die manier kunnen we veel meer ruchtbaarheid geven aan dit thema. Het andere is dat ik de problematiek van ouderen bekijk vanuit een politicologisch perspectief. Maar in dit boek kom je in aanraking met tal van andere disciplines die vanuit hun perspectief naar hetzelfde thema kijken. Ik denk dat door al die perspectieven samen te leggen, het geheel meer wordt dan de aparte delen.
Want je wordt eigenlijk een beetje gedwongen, ook voor mij als wetenschapper, om eens te kijken naar andere disciplines en uit je ivoren toren te komen. Dat is mij bijgebleven. Het boek is in feite een soort menukaart aan problematieken waar de groep ouderen mee wordt geconfronteerd. Dat is niet onbelangrijk voor beleidsmakers. Want die problematieken vergen een gecoördineerde aanpak over de beleidsdomeinen heen.”
Vrijwilligers kunnen heel impactvolle verhalen brengen, die aan beleidsmakers duidelijk maken waar het schoentje knelt
Heb je als afsluiter nog een goeie raad voor de beleidsvrijwilligers van S-Plus?
Jonas: “Ik wil hen eerst bedanken voor hun inzet en engagement. Want dat wordt vaak vergeten. Dit is ook een vorm van politiek participeren. Verder wil ik vooral meegeven, mondig durven zijn en blijven. Want je speelt op een veld met heel veel verschillende belangenorganisaties die allemaal proberen de beleidsmakers te bereiken. Vrijwilligers kunnen volgens mij heel impactvolle verhalen brengen, die beleidsmakers duidelijk kunnen maken
waar het schoentje knelt. Je kan spreken in abstracte termen over uitdagingen, maar het is vaak als het concreet wordt dat het ook voor beleidsmakers best helder wordt van hoe prangend sommige van die problemen zijn.”
Dit is een artikel uit S-Plus Mag oktober - november - december 2024. Lees hier nog meer artikels.