Recensie: Wiens belang? Vlaams Belang doorgelicht

15-07-2024

Marijke Persoone, voormalig ACVvakbondssecretaris en nu trekker bij Hart boven Hard en Het Groot Verzet, fileert in ‘Wiens Belang’ in 9 hoofdstukken de uitspraken en voorstellen van Vlaams Belang (VB).

In het boek doorprikt ze gedreven en met scherpe pen de illusie dat extreemrechts opkomt voor de belangen van de gewone mens. Bovendien trekt ze het plaatje breder open naar het beleid van extreemrechts in landen als Italië en Hongarije. Het boek is vlot geschreven en leest bijgevolg als een trein.

Dat het VB populair is, is een open deur intrappen. Volgens sommigen terecht. Want de man in de straat voelt zich niet meer begrepen door de politiek. Volgens hem hebben politici geen voeling meer met wat er leeft in de straat. Politici zijn zakkenvullers en postjespakkers, maar pakken de uitdagingen op vlak van werk, pensioen, woning en migratie amateuristisch aan.

Politici als Tom Van Grieken, en Wilders, Meloni, Le Pen en Orbán in het buitenland, proberen hier logischerwijs munt uit te slaan. Voor VB is er nood aan een autoritair bestuur en ze deinzen niet terug om angst en haat voor de anderen te introduceren. Zelf haalt VB de mosterd voor hun ideale Vlaamse samenleving bij het historisch fascisme, het neoliberale kapitalisme en het nationalisme. Enig linkse notie is nergens te bespeuren.

Enig linkse notie is bij het Vlaams Belang nergens te bespeuren

Wie denkt dat de belangen van de ‘hardwerkende Vlaming’ verdedigd worden, zou wel eens bedrogen uit kunnen komen. Want klassentegenstelling en klassenstrijd worden resoluut afgezworen. VB is uitgesproken voorstander van solidarisme (cfr Mussolini), dat zegt arbeid en kapitaal als gelijkwaardige productiefactoren te behandelen. Volgens deze denkwijze moet de werknemer solidair zijn met z’n werkgever. Wat meteen voldoende grond biedt voor VB om vakbonden en sociaal overleg buitenspel te zetten. 

Hoewel VB met veel poeha claimt de Universele Rechten van de Mens te respecteren, toont Persoone in haar boek met verschillende voorbeelden aan dat in hun ideale samenleving er niet veel sprake zal zijn van rechten. Met uitzondering misschien van het recht om te werken, om te gehoorzamen en te zwijgen. Een sociale partij, zeg je? Analoog met de fascistische partijen uit de vorige eeuw steekt VB niet onder stoelen of banken dat ze bepaalde bevolkingsgroepen willen uitsluiten. 

Verder wil het VB snoeien in subsidies van organisaties die ‘onze Vlaamse cultuur en identiteit ondermijnen’, en dan worden onder andere antiracistische organisaties genoemd. De klimaatverstoring wordt door het VB gebagatelliseerd. Marine Le Pen toonde wel sympathie voor de gilet jaunes maar is tegen het verplichten van verhuurders om de woningen die ze verhuren beter te isoleren. 

Wiens Belang is een mooi gedocumenteerd boek voor wie de uitspraken en beloftes van het VB kritisch wil benaderen. Vooral wie de (sociale) democratie genegen is, meer dan het lezen waard.

Ter info
‘Wiens belang’ van Marijke Persoone, met een voorwoord van auteur Fikry El Azzouzi en nawoord van een getuigenis van Kind van het verzet Ellen De Soete, werd uitgegeven bij EPO. Het boek kost € 20 en is verkrijgbaar via www.epo.be of in de boekhandel.

Dit is een artikel uit S-Plus Mag juli - augustus - september 2024. Lees hier nog meer artikels.

Lokale verkiezingen, stemhokjes en volmachten

09-07-2024

Rond eind september zal iedereen met de Belgische nationaliteit een uitnodigingsbrief in de bus ontvangen om te gaan stemmen. Je wordt niet meer verplicht maar uitgenodigd om te gaan stemmen. Sommige gemeenten zullen naast papieren brieven ook digitale uitnodigingsbrieven sturen.

De spelregels veranderen

In 2021 werd de opkomstplicht voor de lokale verkiezingen afgeschaft. Je bent dus niet verplicht om naar het stemhokje te gaan in oktober. Wel heb je nog stemrecht. Je kan dus nog altijd je democratisch recht benutten om je stem uit te brengen. S-Plus raadt je ten zeerste aan om die kans te gebruiken en je stem niet verloren te laten gaan. We hebben geen glazen bol en weten niet wat het effect zal zijn op de opkomst. Maar alle politiek-wetenschappelijke studies tonen aan dat de opkomst daalt bij stemrecht. Kijk maar naar de historisch lage opkomst bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen in Nederland.

S-Plus pleit om de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de stembus zo goed mogelijk te organiseren

Specifieke initiatieven zijn nodig om ook ouderen naar de stembus te leiden. Zeker als je weet dat 49 % van de 60-plussers aangeeft dat stemmen geen zin heeft en 29 % denkt dat zijn stem er niet toe doet (SCV-survey, 2018). Daarom zet S-Plus in op sensibilisering (project Stemzetters) en pleiten we bij steden en gemeenten om de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de stembus zo optimaal mogelijk te organiseren. Ook lokale seniorenraden kunnen hun rol spelen en hun college adviseren om te zorgen voor:

  • makkelijk te bereiken locaties
  • aangepast vervoer
  • rustplaatsen in het stembureau
  • aangepast openbaar vervoer 

Om de onzekerheden over digitale stemprocedures te verkleinen kunnen op voorhand laagdrempelige oefenmomenten worden georganiseerd. 

Burgemeesters worden vanaf 2024 rechtstreeks verkozen. De verkozene met het hoogste aantal naamstemmen van de grootste lijst krijgt het initiatiefrecht. Die verkozene krijgt 14 dagen de tijd om een meerderheid te vormen. Als er een meerderheid wordt gevormd, dan wordt de verkozene met de meeste naamstemmen van de grootste coalitiefractie burgemeester.

Wie gaat stemmen?

Elke Belg die 18 jaar of ouder is en ingeschreven staat in het bevolkingsregister. Je mag niet geschorst of uitgesloten zijn van het kiesrecht, bijvoorbeeld door een veroordeling.

Niet-Belgische EU-burgers mogen stemmen en zich kandidaat stellen voor gemeente- en stadsdistrictsraadsverkiezingen. Niet-EU-burgers kunnen stemmen voor gemeente- en stadsdistrictsraadsverkiezingen als zij voldoen aan extra voorwaarden, maar ze kunnen zich geen kandidaat stellen.

Stemmen met de computer

Bij het stemmen in een digitaal stembureau steek je eerst je chipkaart, die je hebt ontvangen van de voorzitter, in de stemcomputer en volg je de instructies op het scherm om je stem uit te brengen. Nadat je gestemd hebt, drukt de stemcomputer een papieren stembiljet af met je stem in tekst en QR-code, die je vervolgens controleert, scant en in de stembus steekt.

Stemmen kan op vier manieren:

  1. De lijststem blijft bestaan, maar zal geen invloed meer hebben op de aanwijzing van verkozenen. Ze tellen dus niet meer mee bij de aanwijzing van de verkozenen. De kandidaten zullen verkozen worden in volgorde van het aantal voorkeurstemmen dat ze hebben behaald. Vroeger werden lijststemmen overgedragen naar de kandidaten, in volgorde van hun rangorde op de kandidatenlijst. De kandidaten die bovenaan de lijst stonden, konden zo gebruik maken van de lijststemmen om verkozen te geraken. Die overdracht van lijststemmen wordt afgeschaft.
  2. Met een lijst- of kopstem geef je aan dat je akkoord gaat met de volgorde van de kandidaten op de lijst. Je voorkeurstem gaat naar de lijsttrekker, de persoon bovenaan de lijst.
  3. Je kunt stemmen op een of meerdere kandidaten, op voorwaarde dat ze tot dezelfde partij behoren.
  4. Ten slotte kan je ook blanco
    stemmen.

Stemhokjes

Traditioneel ligt de participatiegraad bij ouderen met zorgnoden die in een woonzorgcentrum wonen erg laag. Om die reden waren, in het verleden, bepaalde politici nogal gedreven om stemmen te ronselen in WZC via volmachten. De Vlaamse overheid heeft dit ronselen nu eindelijk aan banden gelegd via de zogenaamde ‘verklaringen op eer’. Een volmacht kan nu enkel nog om onderbouwde redenen gegeven worden.

Extra inspanningen om de participatiegraad van ouderen te verhogen zijn nodig

Met het afschaffen van de opkomstplicht komt er vermoedelijk ook een einde aan het aantal doktersbriefjes die bewoners van woonzorgcentra ontsloegen van hun burgerplicht. Maar hiermee zal de participatiegraad van deze ouderen niet automatisch de hoogte ingaan. Extra inspanningen zijn nodig, zoals het inrichten van stemlokalen in het woonzorgcentrum zelf en begeleiding om bewoners met fysieke moeilijkheden te ondersteunen in de wachtrij voor de stembus.

Weet ook dat er in principe maar 1 persoon in het stemhokje binnen mag. Enkel personen met een visuele beperking kunnen met toelating van de voorzitter van het stembureau een vertrouwenspersoon meenemen. Zoals gezegd is het belangrijk dat steden en gemeenten zich hiervan bewust zijn. Alle inwoners moeten vlot hun stem kunnen uitbrengen. Inter – Toegankelijk Vlaanderen maakte in samenwerking met het Agentschap Binnenlands
Bestuur twee brochures die steden en gemeenten op weg helpen:

Volmacht

Je kunt je stem ook uitbrengen door een volmacht te geven aan een andere kiezer. Deze persoon stemt dan in jouw naam. Daarvoor zijn een volmachtformulier en een bijhorend attest vereist. De volmachtkrijger moet die documenten op de verkiezingsdag meebrengen naar het stembureau. De volmachtkrijger mag slechts 1 volmacht aanvaarden. Om misbruik van volmachten te voorkomen, wordt een lijst opgesteld van de kiezers die een volmacht hebben uitgeoefend. Meer nog, het ronselen van volmachten is strafbaar.

Hoe?

Op de verkiezingsdag brengt de volmachtkrijger de volgende documenten mee naar het stembureau waar de volmachtgever moet stemmen:

  • het ingevulde en ondertekende volmachtformulier A95
  • de eigen identiteitskaart
  • de eigen uitnodigingsbrief
  • de uitnodigingsbrief van de volmachtgever (digitale uitnodigingsbrief telt niet)
  • het attest dat bewijst dat de volmachtgever niet zelf kan gaan stemmen.

Memorandum 2024
Lees ook ons memorandum voor de lokale verkiezingen, klik hier.

Dit is een artikel uit S-Plus Mag juli - augustus - september 2024. Lees hier nog meer artikels.

Basisbereikbaarheid, een hindernissenparcours?

04-06-2024

Naar aanleiding van onze busactie sprak S-Plus ook met Vooruit politica Annick Lambrecht over basisbereikbaarheid.

In 2001 had je het decreet basismobiliteit. Onder regering Bourgeois werd dat gewijzigd naar basisbereikbaarheid. Wat waren toen je eerste indrukken?
Annick: “Wel, ik heb van in het begin van het nieuw bussenplan onmiddellijk heel grote bezorgdheid geuit omdat het meteen duidelijk was dat het budget niet ging toenemen. Men wilde vernieuwen, maar zonder extra middelen. Dat leek voor mij dus eerder een besparingsoperatie. Ik ben voorstander van betaalbaar en beter openbaar vervoer voor iedereen. En vooral van bereikbaar openbaar vervoer. Hoe het nieuwe plan voor meer bereikbaarheid ging zorgen was meteen onduidelijk. Want met hetzelfde budget moest er een vraag gestuurde aanpak komen. Op zich geen probleem, want ook ik wil zo weinig mogelijk lege bussen laten rijden. Alleen is het resultaat vandaag dat vooral de kernlijnen goed zijn uitgebouwd. Voor wie buiten de kern woont is openbaar vervoer veel moeilijker geworden.”

Voor wie buiten de kern woont is openbaar vervoer veel moeilijker geworden

Om dit nieuwe concept van basisbereikbaarheid te realiseren ging er geluisterd worden naar de gebruiker. Is dit (voldoende) gebeurd?
Annick: “Men heeft wel inspraakrondes georganiseerd, en je hebt natuurlijk de vervoerregio’s. Waar in Brugge dan bijvoorbeeld de burgemeester in zit. Maar ik denk dat de man in de straat veel te weinig is gehoord.”

Zijn jeugd- seniorenraden voldoende betrokken?
Annick: “De raden zullen wel bevraagd zijn geweest. Daar twijfel ik niet aan. Alleen hoor ik toch heel wat klachten van de man of vrouw in de straat. Ik vraag me dus af of er toen wel voldoende is geluisterd naar die bekommernis. Nu, vandaag merk ik wel dat er her en der kleine aanpassingen van het bussenplan gebeuren. Maar alleen na heel veel protest. De praktijk toont spijtig genoeg aan dat heel veel mensen in de kou staan.”

Wat met de inspraak van steden en gemeenten?
Annick: “Dat gebeurt via de vervoerregio’s. Zelf zit ik daar niet in. Voor Brugge is dat de burgemeester, die verslag moet uitbrengen aan het college. De paniek sloeg maar toe na het zien van de gevolgen van wat er was goedgekeurd.”

Vandaag wordt dit plan uitgerold. Maar het loopt niet vlot. Volgens minister Peeters zijn dat kinderziektes. Klopt dat?
Annick: “Wel, als je meer dan 3000 haltes afschaft in heel Vlaanderen. 1400 in West-Vlaanderen. Dan kan je niet zeggen dat dat kinderziektes zijn. De vervoersarmoede is nog nooit zo groot geweest. Negen op de tien busgebruikers hebben geen alternatief. En, wat doet minister Peeters? 5000 euro premie geven aan wie zich een elektrische wagen kan veroorloven. Dat is lachen in het gezicht van de busgebruiker.” 

Er wordt verwacht dat we meer gebruik moeten maken van verschillende modi om ons te verplaatsen. Zal het gevolg zijn dat we opnieuw meer de auto zullen nemen?
Annick: “Laat ik eerst iets zeggen over de Hoppinpunten. Het concept klinkt fantastisch. Je stapt uit de trein, je bus staat klaar om je verder op baan te helpen, waarna je nog eventueel de fiets of een step kan nemen. Of je boekt een flexbus. Maar opnieuw, er zijn niet genoeg middelen voorzien om dit te realiseren. De app die de gebruiker moet wegwijs maken om zijn vervoer te regelen is moeilijk werken voor sommigen en biedt geen garantie op tijdig vervoer. Openbaar vervoer is voor mij een basisbehoefte. Maar het beleid van minister Peeters lost dit spijtig genoeg niet in.”

Laat zeker je stem horen. Want als je niks zegt, zal er ook niks veranderen

Je zei al dat protest voeren helpt. S-Plus heeft ondertussen al enkele sociale acties gevoerd. Hoe sta je hier tegenover? 
Annick: “Ik kan dit alleen maar toejuichen. In Brugge heeft de gemeenteraad het nieuwe bussenplan nooit goedgekeurd, wij namen akte. De goedkeuring gebeurde in de vervoerregio. Wij hebben dan ook direct om bijsturing gevraagd. Het wordt dus dringend tijd dat die vervoerregio’s terug samenkomen om bij te sturen en aanpassingen te doen. Want de klachten worden nu wel verzameld (op donderdag 29 februari tellen we al 1400 klachten in Brugge, en meer dan 7000 in Vlaanderen). Weet ook dat wie zich niet meer kan verplaatsen, thuis geïsoleerd raakt. Of zijn werk niet kan bereiken. Waardoor deelname aan vereniging of sociaal leven vermindert. Wat vereenzaming in de hand werkt. Als socialist kan ik en wil ik dat niet toelaten.” 

Wat kan je onze S-Plusleden nog meegeven?
Annick: “Laat zeker je stem horen. Want als je niks zegt, zal er ook niks veranderen. Wie niet in de kern van een stad of gemeente woont is aan zijn lot overgelaten, en moet maar zijn plan trekken. Dat kan volgens mij niet. Blijf dus alles doorgeven via S-Plus of rechtstreeks aan beleidsmakers waar het openbaar vervoer slecht wordt geregeld. Op die manier hoop ik dat we de vervoersarmoede, die er nu is in Vlaanderen, kunnen tegenhouden. Want er is veel werk aan de winkel. Ik hoop dus ook op een volgende minister die wel oren heeft naar de mensen in de straat. Een minister die zelf ook geregeld de bus neemt zou ook al helpen misschien.”

Gertje Vanhaverbeke is S-Pluslid in Brugge

Gertje, hoe ervaar jij het nieuwe bussenplan?
Gertje: “Wel, voorheen hadden we een bushokje op 200 meter stappen van ons huis, nu is dat 800 meter stappen geworden naar een stopplaats. Verder worden er ten pas en ten onpas ritten geschrapt, soms zonder melding in de app. Zo wandelen wij de afstand naar de halte, om dan tot de vaststelling te komen dat er geen bus is en terug huiswaarts te moeten keren om de wagen te nemen of nogmaals 20 minuten te moeten wachten op de volgende bus. Hierdoor missen wij nu regelmatig andere aansluitingen met de bus of erger nog, afspraken. Een ander probleem zijn de onverlichte bushaltes. Als raad kreeg ik van een buschauffeur te horen een zaklamp of het lichtje van m’n gsm te gebruiken. Absurd toch?”

Ilse De Pauw, S-Plus medewerker in Brabant

Ilse, hoe ervaar jij de nieuwe regeling? 
Ilse: “Als pendelaar heb ik zowel bus als trein nodig. Vroeger hadden we een sneldienst en gewone dienst naar Hasselt. Alles heet nu sneldienst. Ze hebben evenveel haltes en zijn beiden even lang onderweg. Vroeger nam ik blindelings de bus, nu moet ik extra goed kijken welke bus ’s morgens de beste aansluiting maakt met mijn trein. De terugweg verloopt naar mijn beleving wel vlotter, ik hoef minder lang te wachten op een busverbinding. De vroegere stopdienst bedient nu minder haltes aan de hoofdverbinding, maar maakt nu wel een ommetje via een andere gemeente om daar 2 haltes te bedienen. De te stoppen haltes blijken een maand na datum nog steeds onduidelijk. De bus stopt nog steeds bij haltes die volgens de app niet bediend worden. Mijn gezin en ik zijn nog goed mobiel, we kunnen per fiets of auto nog ergens komen. Ook maken wij vlot gebruik van alle digitale toepassingen. Dus wij wisten waar en hoe we vanaf 6 januari dienden te reizen. Voor anderstaligen en ouderen is dit echter na een maand nog steeds een ramp. Zij dienen vaak raad te vragen aan een hulpvaardige medereiziger. Want helaas is ook de chauffeur van dienst niet altijd een even betrouwbare bron.”

Dit is een artikel uit S-Plus Mag april - mei - juni 2024. Lees hier nog meer artikels.

Mobiliteit is een mensenrecht

04-06-2024

Op zaterdag 6 januari 2024 voerde S-Plus in alle Vlaamse hoofdsteden actie aan de stations tegen het nieuwe vervoersplan van De Lijn. We deden dat samen met onder andere ABVV senioren, Grootouders voor het klimaat, en de trekker van de actie, Supporters Openbaar Vervoer.

De talrijke persaandacht betekent dat onze vragen bij het nieuwe plan terecht zijn. Ook de grote opkomst van leden, vrijwilligers en medewerkers getuigt hiervan, waarvoor onze
dank! Mobiliteit is een basisrecht, ook voor ouderen. 

Voor anderstaligen en ouderen is de nieuwe regeling een ramp

Er zijn 15 vervoerregio’s opgericht die binnen hun gebied een omwenteling zullen organiseren inzake Openbaar Vervoer, waarbij de betrokken gemeentebesturen met elkaar moeten samenwerken.

S-Plus heeft hier enkele kritische bedenkingen:

  • Gebruikers van het openbaar vervoer worden hierin nauwelijks betrokken, er is onvoldoende efficiënte communicatie
  • Vrees voor vervoersarmoede van sommige groepen medeburgers
  • Minder toegankelijkheid voor mensen met een beperking
  • Sociale gevolgen / diverse en asociale tarieven
  • Geen switch naar een duurzame mobiliteit
  • Geen of onvoldoende aansluitingen bij het openbaar vervoernetwerk
  • Onvoldoende efficiëntie bij het ‘vervoer op maat’
  • Afbraak De Lijn sinds de afgelopen jaren
  • Zware impact op het woon-werkverkeer, vooral vanuit een niet-stedelijke omgeving
  • Onduidelijkheid rond de op te richten mobiliteitscentrale (o.a. rond informatie over boekingen bij het ‘vervoer op maat’); de regie komt in privéhanden

Oproep
Voor S-Plus stopt het hier niet. Graag horen we jouw verhaal, om dit dan over te maken aan de Vlaamse regering. Wat is het gevolg van het nieuwe vervoersplan voor jou? Werkt de Hoppin-app? Moet je nu verder stappen om een bus te nemen? Wat zijn jouw ervaringen met de flexbus? 

Laat het ons weten via info@s-plusvzw.be of contacteer ons via S-Plus, Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel of 02 515 02 03

Dit is een artikel uit S-Plus Mag april - mei - juni 2024. Lees hier nog meer artikels.

België en zijn bevoegdheden, niet evident

03-06-2024

België heeft een ingewikkelde staatsstructuur. Je hebt het federale niveau, maar ook gemeenschappen en gewesten, provincies en gemeenten. Wie is bevoegd voor wat? Een overzicht.

Federaal

Kort gezegd omvatten de bevoegdheden van de federale overheid alles wat te maken heeft met het algemene belang. Het gaat om financiën, leger, justitie, sociale zekerheid, buitenlandse zaken, delen van volksgezondheid en van binnenlandse zaken. Pensioenen, de ziekte – en invaliditeitsverzekering maar ook overheidsbedrijven zoals de NMBS en bpost zijn dus federale aangelegenheden.

Gemeentelijk verkozenen beschikken over een ruime autonomie, onder toezicht van hogere overheden

De gemeenschappen

De federale staat bestaat uit 3 gemeenschappen, waarbij men uitgaat van taal. Je hebt de Vlaamse (Nederlandstalig), de Franse (Franstalig) en de Duitstalige gemeenschap. Omdat taal persoonsgebonden is, gaat het hier om bevoegdheden
die duidelijk met de gemeenschappen te maken hebben. Grote bevoegdheden van de gemeenschappen zijn cultuur (theater, bibliotheken, audiovisuele media …), onderwijs, gebruik van talen, persoonsgebonden aangelegenheden die aan de ene kant het gezondheidsbeleid (curatieve en preventieve geneeskunde) en aan de andere kant de hulp aan personen (jeugdbescherming, sociale bijstand, opvang van immigranten …) omvatten. Zij zijn eveneens bevoegd voor het wetenschappelijk onderzoek over hun bevoegdheden en de internationale betrekkingen die met hun bevoegdheden te maken hebben.

De Gewesten

In België zijn er 3 gewesten. Hun naam ontlenen ze aan de naam die hun grondgebied draagt. We onderscheiden het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Gewest. 

Gewesten beschikken over bevoegdheden in domeinen die met hun regio of gebied in de ruime zin van het woord te maken hebben. Dat zijn economie, werkgelegenheid, landbouw, waterbeleid, huisvesting, openbare werken, energie, vervoer, leefmilieu, ruimtelijke ordening en stedenbouw, natuurbehoud, krediet, buitenlandse handel, toezicht over de provincies, de gemeenten en de intercommunales. Ook zijn zij bevoegd voor het wetenschappelijk onderzoek en de internationale betrekkingen in de voornoemde domeinen.

In Vlaanderen zijn de bevoegdheden van de gemeenschap en het gewest samengevoegd. Ze worden uitgeoefend door de Vlaamse regering en het Vlaams parlement.

De Provincies

Elke provincie heeft op haar grondgebied de verantwoordelijkheid voor alles wat van provinciaal belang is, dus alles wat in het belang van de provincie moet gebeuren en niet valt onder het algemeen belang van de federale staat, de gemeenschappen en de gewesten, of onder het gemeentelijk belang.

De provincies oefenen hun bevoegdheden autonoom uit, maar staan wel onder controle van de Deputatie (aan Vlaamse kant) en het Provinciecollege (aan Waalse kant). De provinciegouverneur heeft een aantal bevoegdheden inzake veiligheid en ordehandhaving. Ook coördineert hij hulpacties bij rampen.

De gemeenten

Het bestuursniveau dat het dichtst bij de burger staat is de gemeente. Bij het ontstaan van de Belgische staat in 1831 waren er 2739 gemeenten. Vandaag zijn er nog 581. 

De gemeenten bestonden reeds vóór de Belgische staat en ze werden erkend door de grondwet van
1831. Hun organisatie is bepaald in de wet van 1836. In 1988 verscheen de nieuwe gemeentewet. Van bij het begin van hun oprichting was er sprake van 'gemeentelijke autonomie'. Dat betekent niet dat de gemeentelijke verkozenen alles mogen doen, maar wel dat ze over een ruime autonomie beschikken in het kader van de bevoegdheden die ze uitoefenen, onder toezicht van de hogere overheden. Ieder gewest oefent het toezicht uit op de gemeenten van zijn grondgebied. Het toezicht van de andere overheden, dat zijn de gemeenschappen en de federale staat, op de gemeenten is beperkt tot de terreinen waarvoor de gemeenschappen en de federale staat bevoegd zijn.

Wil je graag meer weten?
Dan kan je terecht op www.belgium.be/nl/over_belgie/overheid.

Bron: www.belgium.be
Dit is een artikel uit S-Plus Mag april - mei - juni 2024. Lees hier nog meer artikels.

 

Opnieuw naar de stembus

12-01-2024

In juni 2024 is het weer zover. Dan moeten wij opnieuw naar de stembus. Deze keer voor zowel het Vlaamse, het federale en het Europese niveau. Drie stemmen in een keer.

Net zoals bij de voorgaande verkiezingen heeft S-Plus zijn speerpunten voor een structureel ouderenbeleid opgesteld. Die eisen en aanbevelingen zijn er niet zomaar gekomen. Ze kwamen mede tot stand met jullie inbreng, onze achterban. Afgelopen jaar kon elk lid mee de thema’s en inhoud bepalen van ons memorandum.

We hebben onze standpunten uiteraard gebaseerd op die van de voorbije jaren. Bovendien
hebben we dit jaar, in samenwerking met Vooruit en ABVV senioren, 3 studiedagen met als thema ‘ouderen en politiek’ georganiseerd. Op die studiedagen konden jullie discussiëren over wat ouderenbeleid moet inhouden, aanbevelingen doen en jullie noden en behoeften meedelen.

Ruim 30 % van de bevolking zal tegen 2030 ouder dan 60 jaar zijn

Met dit memorandum roepen we alle beleidsmakers, middenveldorganisaties en overheden
op om in 2024 met ons mee te strijden voor verandering. Want tegen het einde van dit decennium zal het aantal ouderen die 60 of ouder zijn, globaal toenemen met 34 %. Enkel in Vlaanderen zullen er dan al 2,1 miljoen 60-plussers zijn. Met andere woorden, ruim 30 % van de bevolking zal tegen 2030 ouder dan 60 jaar zijn. En ook de oudste groep ouderen groeit pijlsnel: tussen vandaag en 2030 stijgt het aantal 80-plussers met meer dan 20 %.

Dat lang leven is een hele prestatie en komt mede door het succes van onze welvaartstaat. Onze samenleving staat dus aan de vooravond van een belangrijke omwenteling. Maar tenzij we onze visie op vergrijzing niet aanpassen en opnieuw vormgeven aan die uitdagingen, zullen we de voordelen en kansen van een kwaliteitsvol en volwaardig langer leven missen. Ouderen zijn immers van onschatbare waarde, dankzij hun kennis en levenservaring. Een rijkdom waarop we als samenleving verder kunnen, én moeten bouwen.

Doch, ondanks de talloze onschatbare kansen, stelt S-Plus vast dat de ongelijkheden zich tijdens het leven vergroten. Het wordt tijd om over te schakelen naar een levensloopbenadering. Zo niet zullen meer en meer ouderen uit de boot vallen en missen we de maatschappelijke kans om de diversiteit op oudere leeftijd te koesteren en te benutten.

We worden allemaal ouder, maar leeftijdsdiscriminatie verhindert ons om het sociaal, cultureel en economisch potentieel aanwezig in onze samenleving maximaal te benutten.

COVID-19 legde spijtig genoeg de vinger op de wonde en liet zien hoe het kan mislopen als onze mensenrechten op oudere leeftijd niet op gelijke wijze worden beschermd. Leeftijdsdiscriminatie moet met dezelfde ernst behandeld worden zoals alle andere vormen van discriminatie. Anders ontzeggen we ouderen de kans om volwaardig te kunnen deelnemen aan de samenleving.

Recenter zorgen de snelle digitalisering van allerlei dienstverleningen, het weghalen van
bankautomaten, het sluiten van lokale bankkantoren, en de sloop in het aantal bushaltes voor heel wat ongemak voor ouderen. Een evolutie waar S-Plus niet mee akkoord kan gaan.

Wij vragen dus om een breed, ambitieus en doordacht (ouderen) beleid. Dat beleid mist S-Plus vandaag. Als Vlaanderen inclusief wil zijn moet ze onder andere aandacht hebben voor het versterken van mensen, en oog hebben voor alle generaties in interactie en solidair met elkaar. De regie over het eigen leven moet centraal staan en dit op een actieve en kwaliteitsvolle manier, samen met andere generaties.

Een korte greep uit onze speerpunten

Financiële draagkracht is een must voor S-Plus. Want een volwaardig pensioen laat elke oudere toe om een kwaliteitsvol leven te leiden, zich te ontplooien en ten volle deel te nemen aan het maatschappelijke leven. Tegelijkertijd moet er werk worden gemaakt van meer aantrekkelijke eindeloopbaanmaatregelen en moet er gezorgd worden voor eerlijke kansen voor 60-plussers op de arbeidsmarkt.

S-Plus vraagt om een breed, ambitieus en doordacht (ouderen)beleid, wat er vandaag niet is

Plussers weten dat S-Plus kordaat timmert aan een gezonde samenleving waarin we ons wel in ons vel kunnen voelen. Daarom strijden we voor een kwaliteitsvolle, toegankelijke en betaalbare ouderenzorg, met een focus op een gereguleerde markt waarbij een sterke overheid meer de regie in handen neemt. Belangrijk in deze is dat we de betaalbaarheid van de zorg voor iedereen gewaarborgd willen zien door de invoering van een maximumfactuur op basis van inkomen en vermogen. Dat betekent ook de afschaffing van de onderhoudsplicht. In een inclusieve samenleving moet er ruimte zijn voor een sterk verenigingsleven. Daarom moet de overheid voldoende blijven investeren in het sociaal-cultureel volwassenenwerk voor ouderen. Want het verenigingsleven staat garant voor verbinding, participatie, zelfontplooiing, ontmoeting en uitwisseling.

Verder laat S-Plus de beleidsmakers weten dat een kwaliteitsvol, comfortabel en betaalbaar openbaar vervoer dat rekening houdt met de noden van ouderen, van cruciaal belang is. Goed, betaalbaar en toegankelijk wonen is een ander speerpunt dat wij naar voren schuiven. Uiteraard willen we ook dat de digitale kloof zo goed als mogelijk gedicht wordt en blijven we hameren op het behoud van een fysieke basisdienstverlening.

Europees moet er dringend werk worden gemaakt om leeftijdsdiscriminatie aan banden te
leggen. Het opstellen van een VN-verdrag over de rechten van ouderen en het aanstellen van een ouderenrechtencommissaris zijn hier 2 belangrijke speerpunten. Verder geven we nog enkele speerpunten mee aan de toekomstige beleidsmakers die vooral betrekking hebben op participatie en actief ouder worden.

Meer info
Wie meer interesse heeft in onze speerpunten, kan het volledig memorandum hier terugvinden of een papieren exemplaar aanvragen via 02 515 02 06 of info@s-plusvzw.be.

Dit is een artikel uit S-Plus Mag januari - februari - maart 2024. Lees hier nog meer artikels.

Fier dat ik mag stemmen

31-10-2023

In 2024 is het weer uitkijken naar nieuwe verkiezingen. Voor de lokale en Europese verkiezingen zal er ook wat veranderen. Reden genoeg om even in gesprek te gaan met voorzitster, en ex-politica, Leona Detiège.

Volgend jaar moeten we weer naar de stembus. Wat betekent dat voor je? 
Leona: “Wel, ik ben opgegroeid in een politiek nest. Zowel mijn vader als moeder waren politiek actief, en hebben ook de strijd voor de invoering van algemeen stemrecht voor vrouwen meegemaakt. Mijn vader vond het ook belangrijk dat ik als vrouw mijn stem kon laten horen. Mogen en kunnen gaan stemmen is voor mij dus heel belangrijk.” 

Pas in 1948 mochten vrouwen naar de stembus voor de nationale verkiezingen. Werd daar thuis (veel) over gepraat? 
Leona: “O jazeker, mijn vader was toen voorzitter van de socialistische partijafdeling Antwerpen. Mijn moeder was actief lid van de socialistische vrouwenbeweging. Ondertussen was ik zelf ook lid geworden van de partij en al een tijd actief in de jeugd- en jongerenbeweging. Er werd thuis regelmatig gediscussieerd over politiek. Mijn vader kon je gerust een feminist noemen. Hij vond het niet logisch dat het stemrecht voor vrouwen tot 1948 beperkt bleef tot de lokale verkiezingen. Hij pushte me ook om politiek actief te zijn, en er voor te zorgen dat ik mijn plan kon trekken en mijn kost kon verdienen, onafhankelijk van een man.”

Mijn vader vond het niet logisch dat het stemrecht voor vrouwen tot 1948 beperkt bleef tot de lokale verkiezingen

In welk jaar mocht jij pas stemmen? Hoe voelde dat? 
Leona: “Dat was in 1964 voor de gemeenteraad en in 1965 voor het Parlement. We hadden toen ook een politiek vrij woelige periode achter de rug. Congo was in 1960 onafhankelijk geworden. In 1960-61 kregen we de Eenheidswet met de grote stakingen tot gevolg. Wetende dat het algemeen vrouwenstemrecht nog niet lang was ingevoerd. Al die dingen samen zorgden er toch voor dat ik echt fier en gedreven was om te gaan kiezen. Ik zag dit ook niet als een verplichting. Integendeel, ik vond dat een eer. Bovendien blijf ik er van overtuigd dat mijn stem een meerwaarde betekent voor de democratie en dus iets kan veranderen in de maatschappij.” 

Was het voor jou meteen duidelijk op welke partij je moest stemmen? 
Leona: “Ik was lid van de Socialistische Studenten en van de Jong socialisten, vader en moeder socialist. Als student heb ik mee betoogd tijdens de grote stakingen. Ik moest niet twijfelen, dat was meteen duidelijk.”

Nu zijn er sociale media, duidingsprogramma's en stemtesten om je wegwijs te maken in het politieke landschap. Hoe ging dat er aan toe de eerste keren dat jij mocht gaan stemmen
Leona: “Wel, toen had je natuurlijk ook de programma’s van de partijen. Maar belangrijk waren toch de voorlichtingsvergaderingen die werden ingericht door de partijen. Die trokken heel wat volk. Want buiten kranten, de radio en de televisie had je niet echt andere media om je te laten informeren. Die waren ook veel beperkter in aanbod dan nu. Die verkiezingsmeetings waren dus een zeer goed platform voor onder andere de socialistische kiezer. Er waren nog tal van volkshuizen waar mensen samen kwamen en konden discussiëren, maar daarnaast had je in de stad Antwerpen ook de wijklokalen. Cafés met een zaaltje achterin waar heel veel politieke vergaderingen werden georganiseerd. Er was dus zeker geen tekort aan informatie. Maar iedereen had wel zijn eigen krant.” 

Vind je dat mensen nu beter geïnformeerd worden/zijn over de politieke partijen en hun programma's, dan vroeger? 
Leona: “Och, het is anders. De ‘verzuiling’ van de kranten is veel minder groot. De kiezer kan veel breder informatie vinden. Of het echt veel beter is weet ik niet. Ik heb de indruk dat het vandaag moeilijker wordt om te weten dat wat verschijnt op sociale media wel objectief is? Vroeger had elke partij zijn eigen krant. Voor socialisten was dat in Antwerpen bijvoorbeeld de Volksgazet. De liberalen Het Laatste Nieuws, enz. Dat maakte het wel duidelijk voor iedereen welke mening er werd verkondigd. Over de rol van sociale media moet nagedacht worden, maar de klok terugdraaien kan en mag niet. Wij moeten die nieuwe media gebruiken.” 

Ik twijfel of de afschaffing van de opkomstplicht een goede zaak is voor onze democratie

In 2024 geldt de opkomstplicht voor de lokale verkiezingen niet meer. Wat is jouw opinie hierover? 
Leona: “Ik vind dat geen goede zaak. Misschien hebben jongeren daar vandaag lak aan. Maar mijn ouders en grootouders hebben wel gestreden om een algemeen stemrecht te bekomen. Gaan stemmen zie ik dus niet als een plicht, integendeel. Niks op tegen dat je je ongenoegen uit via burgerbewegingen, maar dat kan volgens mij niet de democratische verkiezingen vervangen. Als maar een deel van de bevolking gaat stemmen dan is het resultaat voor democratie toch ook niet positief. Voor mij kan het niet dat maar een minderheid van de bevolking het voor het zeggen heeft. Ik twijfel dus of die afschaffing een goede zaak is voor onze democratie. Er zullen mensen thuisblijven. Ik hoop dus dat iedereen zich geroepen voelt om in 2024 lokaal hun stem uit te brengen. Want we zien toch in andere landen, waar er enkel stemrecht is, dat de opkomst vaak vrij laag is.” 

Voor de Europese verkiezingen in 2024 wordt ook de leeftijdsgrens verlaagd naar 16 jaar. Kun je je hierin vinden? Moet dit worden doorgetrokken naar alle niveaus? 
Leona: “Bij elke verandering die er wordt ingevoerd zijn er altijd voor- en tegenstanders. Toen in 1981 de leeftijd van 21 naar 18 werd gebracht was het kot ook te klein. Want die jongeren gingen niet weten hoe te moeten stemmen. Maar ze mochten wel naar het leger op hun 18e. 16 jaar? Er gaat zeker nog een discussie volgen. Maar bon, misschien kan die verlaging er voor zorgen dat er een nieuwe wind waait in de politiek. Nu, ik weet niet of de Europese verkiezingen het juiste niveau zijn om die verlaging in te voeren. Gezien dat voor velen een ver-van-mijnbed show is. Bovendien zijn het aantal verkozenen beperkt. Of jongeren zich hier meer politiek betrokken gaan voelen, weet ik niet. Misschien was het beter om dat in te voeren voor de lokale verkiezingen. Ik denk maar aan speelpleinwerking of jeugdbewegingen en zeker ook het onderwijs waar jongeren toch over mee kunnen praten. Ik vind wel dat als je het doet voor het ene niveau, de andere niveaus snel mogen volgen. Daar moet geen 20 jaar tussen zitten.” 

Welke raad zou je nog willen meegeven aan iedereen die gaat stemmen in 2024? 
Leona: “Blijven gaan stemmen. Gebruik in hemelsnaam je recht om de mensen te verkiezen die je wil. En, voor de verkozenen. Luister naar de bevolking.”

Dit is een artikel uit S-Plus Mag oktober-november-december 2023. Lees hier nog meer artikels.

Bewegen maakt gezond

13-01-2021

Ook de Romeinen wisten het al: ‘mens sana in corpore sano’ of ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’.Het geeft je energie en helpt je fit te blijven, ook op oudere leeftijd.

De voordelen van sporten zijn talrijk en we kennen ze allemaal. Om ze zeker niet te vergeten of als extra stimulans, sommen we ze hieronder nog eens op:

  • Door regelmatig matig intensief te bewegen, behoud je een goede conditie waardoor je je lichamelijk en mentaal fitter voelt. Bovendien verlaagt de kans op (chronische) ziektes. Vitaal ouder worden betekent vooral dat je langer de activiteiten kan blijven doen die je graag doet.
  • Bewegen geeft je een goed gevoel, omdat net tijdens het bewegen de stof ‘endorfine’ in de hersenen wordt aangemaakt. Dit zorgt ervoor dat je je beter gaat voelen, omdat je meer ontspannen en tevreden bent.
  • Bewegen brengt je onder de mensen. Als je in groepsverband aan sport of beweging doet, beleef je er meer plezier aan. Bovendien hou je het makkelijker vol dan wanneer je alleen gaat sporten.
  • Regelmatig bewegen is één van de beste manieren om een betere gezondheid te krijgen en te behouden. Lichamelijke beweging is goed voor het hart, de bloedvaten en de longen en verkleint de kans op chronische ziekten, zoals hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en kanker.
  • Ook de hersenen hebben er baat bij. Het is goed voor het geheugen, het concentratievermogen en de verwerkingssnelheid van informatie. Er komt ook steeds meer bewijs dat bewegen het risico op het ontstaan van dementie vermindert en het proces van de ziekte van Alzheimer vertraagt. Dat komt waarschijnlijk doordat beweging ervoor zorgt dat hart- en bloedvaten in goede conditie blijven.

Ondanks de vele voordelen is er nog werk aan de winkel. In de brochure ‘Samen sterk voor ouderen in beweging’ (2019), stelt de Vlaamse Ouderenraad en het Vlaams Instituut Gezond Leven vast dat ouderen minder vaak bewegen dan andere groepen. 38 % van de 65 - tot 74 -jarigen in Vlaanderen doet minstens 30 minuten per dag aan minstens matig intensieve beweging. Bij de 75-plussers is dit amper 13 %. Uit onderzoek blijkt verder dat 45 % van alle 55-plussers aangeeft nooit te sporten of te bewegen.

Toch geven ouderen in gesprekken over actief ouder worden aan dat ze zich goed in hun vel willen voelen, bezig willen blijven voor hun gezondheid en een doel willen hebben in hun leven. Sporten en bewegen kan hierbij zeker helpen.

Dat wordt beaamd door fervente wandelaars Jean-Pierre Meyers en Lut Verbeken, beiden actief S-Pluslid in Blankenberge.

Waarom wandelen jullie zo graag?

“We zijn gestart met wandelen in 2008. Het is voor ons heel ontspannend, maar geeft ons ook inspiratie. Je ontdekt van tijd tot tijd nieuwe verrassende oorden. Voor ons is het een goede manier om in beweging te blijven.”

Plannen jullie veel als jullie gaan wandelen?

“In het tijdschrift ‘Walking’ vind je alle georganiseerde wandelingen van wandelclubs terug. Het is een handig instrument om een route uit te kiezen. Door corona is het nu wat lastiger, maar gelukkig hebben sommige creatieve wandelclubs enkele ‘coronawandelingen’ uitgepijld. Zo kunnen we toch blijven genieten. Het leuke aan wandelen is dat je zelf je route kan uitstippelen via wandelknooppunten. Hieraan koppelen we dan vaak een meerdaags verblijf ergens in Vlaanderen.”

Vind je het belangrijk dat jullie dat samen kunnen doen? Waarom?

“Alleen is maar alleen. Het is aangenamer om met z’n tweeën op pad te gaan. Alhoewel we daarom niet heel de tijd hoeven te praten. Samen genieten, dat is het belangrijkste voor ons.”

Hebben jullie als iets leuks ervaren door het wandelen. Iets wat je anders niet zou hebben meegemaakt?

“Toch wel. Als we in Nederland een georganiseerde wandeling doen wordt er achteraf vaak gefeest. Iets wat ik in België bijna niet zie gebeuren.”

Weer of geen weer, jullie gaan wandelen? Waarom?

“Wandelen is gewoon leuk. Je kan de weergoden wel eens vervloeken, maar je bent gefocust om die bepaalde dag te gaan wandelen. Een tijd terug waren we in de Ardennen voor een boswandeling. Toen we al een heel stuk op weg waren, begon het hard te regenen. Doorweekt en als twee slijkduivels stapten we door. Ondanks de regen hadden we de tijd van ons leven.

De koude is voor mij ideaal wandelweer. Door het wandelen ben je vlug opgewarmd. Als je dan na de wandeling terug in de warmte komt, voelt dit heel aangenaam. En een snijdige ijswind zorgt voor een grappige rode neus.”

Hoe voelen jullie je als je niet kan wandelen?

“Laten we zeggen dat het lastig is als we niet kunnen gaan wandelen. We ‘beperken’ ons tot één wandeling per week.”

Welke uitdagingen willen jullie nog aangaan?

“Zolang onze gezondheid het toelaat, zoveel mogelijk meerdaagse trips in het binnenland meepikken en genieten van de streek.”

Dit is een artikel uit S-Plus Mag januari 2021. Lees hier nog meer artikels.

Over ageisme, digitale inclusie en digitale geletterdheid

02-11-2022

Technologie verandert razendsnel, maar wat betekent de digitalisering van de maatschappij voor oudere mensen? En in hoeverre wordt er rekening gehouden met ouderen bij de ontwikkeling van digitale toepassingen en toestellen? We spraken met Cora Van Leeuwen, die werkt als onderzoeker aan imec-SMIT, VUB binnen het Strategisch Basisonderzoek ‘Digital Ageing’.

Hoe kom je met een master in Engels en Cultuur bij een onderzoek naar ageisme* en digitale inclusie?
Cora: “Na het behalen van mijn diploma ben ik het bedrijfsleven ingedoken. Maar na enkele jaren lonkte er een interessante opleiding met Europese uitstraling aan de VUB, en ben ik opnieuw gaan studeren. Zo ben ik mijn huidig promotor, An Jacobs, tegen het lijf gelopen. Na enkele boeiende gesprekken met haar was mijn interesse voor het onderwerp ageisme gewekt. Op die manier ben ik het onderzoek binnengerold.”

Digitale evolutie kunnen we niet tegenhouden, alleen moeten we er voor zorgen dat we niemand uitsluiten

Je master-thesisonderzoek ging na of er in de Vlaamse en Nederlandse filmpjes rond valpreventie ageisme te bespeuren valt. Wat waren je bevindingen?
Cora: “Heel opvallend is dat oudere mensen in die filmpjes vaak geen actieve rol hebben. Of er worden jongere mensen opgevoerd om te praten over valpreventie. Bijvoorbeeld, een bepaald dansfilmpje liet eerst een oudere man zien met een wandelstok. Het filmpje vervolgde dan met jonge dansleraars en enkele jongere deelnemers. Nu, als het gericht is naar oudere mensen zou men dus beter oudere personen een actieve rol geven. Dat vergroot de herkenbaarheid, maar ook de geloofwaardigheid. Gelukkig zaten er ook goede voorbeelden tussen. Eentje die is bijgebleven is een infofilmpje met Paula Sémer.”

Merk je vandaag al enige verbetering op dat vlak?
Cora: “Niet echt. Dat komt volgens mij omdat stereotypering van ouderen heel doordrongen en geaccepteerd is in onze maatschappij. Onderzoek naar verjaardagskaarten toont bijvoorbeeld aan dat het heel acceptabel is om te zeggen: ‘het leven is voorbij na je veertigste’ of ‘je bent over the hill’. Ik geloof wel dat we er bewuster van zijn geworden. Maar het blijft een probleem. Dat heeft de covid-pandemie ook duidelijk gemaakt. In Nederland werden we toen geconfronteerd met zeer nare uitspraken over ouderen, en de tegenreacties waren vrij mild. Eens over de 65 jaar telde je voor bepaalde personen niet meer mee in die periode.”

Recent heb je een onderzoek afgerond over digitale inclusie en ageisme in Vlaamse en Nederlandse krantenartikelen. Kan je hier al iets over zeggen?
Cora: “Een tipje van de sluier oplichten kan ik zeker, want het wordt hopelijk binnenkort gepubliceerd. Ik heb voor het onderzoek krantenartikelen over digitale inclusie uit Vlaanderen en Nederland verzameld van de laatste 20 jaar. Het opzet was na te gaan in hoeverre die artikelen ook spraken over ouderen. Dit was maar zo voor 10 % van de 2 800 artikelen die ik heb doornomen. Opvallend was dat in Nederlandse artikelen meer de link werd gelegd tussen digitale inclusie en ouderen. Na 2012 merkte ik ook een vermeerdering op van het aantal artikelen per jaar die hier over handelden.”

Hoe kwam dat?
Cora: “Dat kwam mede door de Nederlandse kroonprins die besloten had om digitale geletterdheid op de agenda te plaatsen. Een tweede toename aan publicaties zien we in 2016 toen er meer aandacht kwam voor mediawijsheid, kritisch omgaan met digitalisering en de vraag hoe jongeren en ouderen elkaar kunnen helpen in het omgaan met digitale technologie. Een laatste toename kwam er met de lockdown tijdens de pandemie. Digitale technologie werd toen voor heel veel mensen een ideale manier om toch sociaal contact te kunnen houden met elkaar.”

Hoe kunnen we best de digitale geletterdheid bij ouderen verhogen?
Cora: “Voor mij is het belangrijk dat we weten welk nut het heeft voor de persoon. Niet iedereen hoeft alles te weten van een computer bijvoorbeeld. Maar een aantal basisvaardigheden zijn wel nodig om echt te kunnen blijven deelnemen aan de samenleving. Het is dus wel belangrijk dat die vaardigheden worden aangeleerd, maar wel op een manier die is aangepast aan de noden van die persoon. Een cursus Word of Excel heeft geen enkel nut als de persoon in kwestie enkel wil weten hoe hij of zij een app moet downloaden. Iemand die graag breit kan je bijvoorbeeld op een laagdrempelige manier toeleiden tot YouTube filmpjes die bepaalde steken aanleren. Wat we niet mogen vergeten is dat herhaling heel belangrijk is. Eenmalige initiatieven brengen dus weinig op.”

Niet iedereen hoeft alles te weten van een computer, maar een aantal basisvaardigheden zijn wel nodig om echt te kunnen blijven deelnemen aan de samenleving

De snelheid waarmee digitale technologie verandert is hallucinant. Hoe kunnen we dit als mens blijven bijbenen?
Cora: “Dat is inderdaad moeilijk, en zeker voor ouderen. Want je hebt, bij wijze van spreken, net iets onder de knie en plots wordt een app alweer aangepast. Ik denk dat bedrijven die dergelijke technologie ontwerpen meer in dialoog moeten gaan met bepaalde doelgroepen, zoals ouderen. En vooral moeten zorgen dat de toegankelijkheid gegarandeerd blijft. Bijvoorbeeld, bepaalde spraaktechnologie die werd ontworpen voor blinden of slechtzienden is ook nuttig voor oudere mensen die moeite hebben met typen op een smartphone. Als we goede afspraken maken met die bedrijven over wat acceptabel en toegankelijk is, denk ik dat we in de goede richting kunnen evolueren. Digitale evolutie kunnen we niet tegenhouden, alleen moeten we er voor zorgen dat we niemand uitsluiten. Een niet-digitaal pad, zoals fysieke dienstverlening, moet blijven bestaan.”

Vlaanderen zet in op digitale inclusie. Kan jij onze Vlaamse regering nog enkele tips meegeven?
Cora: “De verantwoordelijke minister moet zorgen voor een continue dialoog met die doelgroepen, waarvan ze weten dat ze het moeilijk hebben met digitalisering. Maar ook met de schakelpersonen of -organisaties, zoals S-Plus. Op die manier kunnen we achterhalen waar de pijnpunten liggen. Gaat het over toegankelijkheid, over de kostprijs van smartphones of computers of gaat het over vaardigheden of gebruiksvriendelijkheid? Blijven praten en een stem geven aan die mensen die het moeilijker hebben om voor zichzelf op te komen, is van groot belang.”

Wat is ageisme?*
Ageisme refereert naar stereotypen (hoe we denken), vooroordelen (hoe we ons voelen) en discriminatie (hoe we handelen) richting individuen of groepen op basis van leeftijd.

Dit is een artikel uit S-Plus Mag oktober-november-december 2022. Lees hier nog meer artikels.

S-Plus tegen afschaffing seniorenticket

22-06-2023

Op dinsdag 13 juni werden we, samen met andere organisaties, uitgenodigd voor een toelichting bij de NMBS over het nieuwe beheerscontract. 

Naast S-Plus waren ook de Vlaamse Ouderenraad, CSC Seniors, FGTB, VIEF, OKRA VLAS en andere aanwezig.

De invoering van een nieuw tariefplan moet de prijs voor ritten in de ‘vrije tijd’ (lees: geen woon-werk of woon-school ritten) gemiddeld goedkoper maken. Op die manier wil de NMBS meer treinreizigers aantrekken. Met een doel van 50 % meer reizigers ligt hun ambitie hoog.

Hiervoor baseert NMBS zich op 4 principes:

  • Vereenvoudigen. Vandaag tellen we te veel soorten tarieven en forfaits (zoals het seniorenticket). Ze zijn voor korte afstanden vaak niet het voordeligste tarief.
  • Ze willen het reizen tijdens de daluren beter stimuleren.
  • Wie frequenter de trein neemt zal voordeliger reizen.
  • Aandacht voor bepaalde doelgroepen: jongeren, senioren (65+), mensen met recht op verhoogde tegemoetkoming (lage inkomensgroepen).

Na veel statistieken en cijfers onthouden we vooral dit:  +/- 850 000 senioren maken gebruik van de trein; 730 000 hiervan doen dit minder dan één keer per maand en 530 000 uit die groep reizen maximaal twee keer per jaar met de trein.

Dat betekent dat korte ritten goedkoper zullen zijn in vergelijking met het huidige seniorenticket

Er is verandering op til, maar senioren blijven een basiskorting krijgen van 40 % op het standaardtarief. Dat betekent dat korte ritten goedkoper zullen zijn in vergelijking met het huidige seniorenticket. Voor lange ritten wordt het een ander verhaal. Maar hier schept NMBS voorlopig geen klaarheid. We weten alleen dat er de mogelijkheid zal bestaan om een ‘voordeelkaart’ aan te schaffen. Met deze kaart zou er voor lange ritten een maximumtarief bestaan. Hoe hoog (of laag) dat maximumtarief zal zijn, kon de NMBS ons niet vertellen.

Verder genieten personen met een voordeelkaart een korting tijdens daluren en in weekends. Hoeveel die voordeelkaart zal kosten en hoeveel die korting zal bedragen is evenmin duidelijk. Voor personen met een verhoogde tegemoetkoming zou de voordeelkaart wellicht gratis te bekomen zijn. Maar hoe die te bekomen is, is ook nog onduidelijk.

We moeten afwachten en opvolgen hoe dit verder zal evolueren

We appreciëren dat de NMBS ons uitnodigde om hun nieuwe plannen toe te lichten. Op die manier kunnen we met S-Plus reageren en onze bekommernissen meegeven. Alleen blijven we me tal van vragen zitten. Hoe ze dit ambitieus plan gaan invoeren en uitrollen is voor ons niet duidelijk. Of het voor de reizigers ‘makkelijker’ zal worden om het juiste ticket (lees: meest voordelig) te krijgen is een andere vraag.

Een ding is duidelijk. We moeten afwachten en opvolgen hoe dit verder zal evolueren. De invoering is voorzien vanaf 2025. De NMBS beloofde alvast om ons verder op de hoogte te houden over de ontwikkelingen. S-Plus blijft alert.

Abonneer op Steven Vanden Broucke